Na een lange sprint van vijftig jaar verkering zijn Wim Smits en Maria van Lankvelt voor de derde maal met elkaar in d’n écht verbonden.
En dat ging nog niet zómaar…in de tuinzaal van de Laverhof was geen plekje meer onbezet. In de hal was een groot beeldscherm geplaatst, zodat de mensen die er niet meer in konden toch de hele bruiloftsceremonie konden volgen. Iedereen wilde hier wel getuige van zijn!
De ambtenaar van de Burgerlijke Stand, de heer Ad van Schijndel, moest eerst nog wel vijf bezwaren ongegrond zien te verklaren. De bruidegom kreeg het toch wel een beetje benauwd en riep : ‘Kunde er nie ’n paar naar huis sturen?’
Er moest nog een familiekwestie met de getuige opgelost worden, een bezwaar dat de bruidegom niet zou gaan zeggen: ‘Ja, ik wil…koffie’, maar: ‘Ja ik wil…Maria’. Maar ook het bezwaar van mevrouw van den Akker of hij daarna nog wel iedere maand wil komen spelen in de Laverhof.
Maar gelukkig zijn er allemaal goede beloftes gedaan en kon de ambtenaar het huwelijk voltrekken van: De heer Wilhelmus Serenus Smit met Maria Palaria van Lankvelt.
En met een driemaal Alaaf van Prins Bart d’n Urste en een optreden van de Dansmariekes kon de receptie beginnen. Alle bewoners werden feestelijk getrakteerd op een hapje en een drankje. De advocaatjes met slagroom werden gretig afgenomen en het was zichtbaar een gezellige middag voor iedereen.
Giften voor ALS
Iedereen kon in de hal een vrijwillige bijdrage geven aan het ALS Fonds. Een keuze van het boerenbruidspaar, omdat zij weten wat het betekent om met deze ziekte te moeten leven. Hun zoon Twan heeft namelijk ALS.
Waar komt zo’n Boerenbruiloft nu toch vandaan?
De eerste vermelding van een boerenbruiloft was in 1582, toen de Saksische keurvorst August in Dresden een boer en boerin tijdens een groot ritueel in ‘d’n onech’ verbond. Toen was het ook geen echte bruiloft en waren het ook geen echte boeren, maar juist de adellijke stand. De echte boeren kregen de rol van de heren.Het was een ‘omkeerritueel’, waarin de rollen bewust werden omgedraaid. Deze rolwisseling was bedoeld om zich aan het boze oog te onttrekken. Binnen de adellijke kringen geloofde men namelijk dat het boze oog van de goden bij het begin van de lente op hen gericht was vanwege hun falen in het voorbije jaar. Ze dachten dit ‘gevaar’ te kunnen ontlopen door zich tijdens deze bruiloftsfeesten te verkleden en te gedragen als boeren, personen onder aan de maatschappelijke ladder. De consequentie was echter dat de heren uitgedoste boeren nu de volle laag kregen! Althans volgens de bedenksels van de hoge heren van toen.
Foto’s: Piet van Helvoort
Tekst: Ine Zonneveld