overweging op 22 februari 2015
Een mens is niet gemaakt om alleen door de wereld te gaan, hoewel er velen zijn die dit wel doen. Of moeten doen. Natuurlijk is het goed als je je af en toe eens terugtrekt zoals Jezus het gedurende veertig dagen heeft gedaan. Hij bereidt zich voor op zijn grote missie. Blijft echter dat ergens diep in iedere mens de overtuiging leeft dat mensen voor elkaar geschapen zijn. Om te leven onder de koepel van de regenboog, dat prachtige natuurverschijnsel waardoor wij voelen dat we overkoepeld worden en beschermd zijn. Het gaat toch om te leven in een verbond?
Maar dan beginnen de vragen… Want op het vlak van duurzame relaties is er heel wat gaande. Een op de drie huwelijken strandt in een scheiding. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit ook een van de redenen is voor jonge mensen om maar heel voorzichtig te zijn met officiële engagementen naar elkaar. Er zou eens iets mogen gebeuren en dan zit je aan zoveel regelingen vast…
Laten we meet af aan stellen: we leven niet in een perfecte maatschappij. Net zoals in de woestijn van Jezus zijn er vandaag wilde dieren én engelen. Ik lees het verhaal enigszins overdrachtelijk, merkt u wel. Wilde dieren en engelen, en alles wat daar tussen in is. De wilde dieren met hun wilde uitspreken, geruchten, insinuaties, kwaadsprekerij soms. Als je veel geld hebt, heb je veel macht. En met meer macht kun je ook weer meer geld binnenhalen. Soms op het ziekele af. Of mensen die enorme risico’s lopen en halsbrekende toeren uithalen om maar op te vallen. De wetten van de natuur worden op de proef gesteld en de mens ook. Jezus leefde veertig dagen met de wilde dieren. Hij werd beproefd door alles wat ook in onze maatschappij zo schadelijk is. Maar Hij leefde ook met de engelen, dat zijn de goede krachten. Je komt ze vandaag tegen, mensen die elkaar goed doen. Die aandacht hebben voor elkaar, elkaar vergeven, solidariteit beoefenen, bij zichzelf kunnen stilstaan, kunnen nadenken en eerlijk zijn. Een kaartje met deze waarden wordt u straks uitgereikt bij het verlaten van de kerk. Dat zijn waarden waardoor mensen licht in hun leven brengen. Omdat de engelen Jezus dienden in de woestijn, blijft Hij ook met God verbonden. Engelen zijn tenslotte verbindingswezens met God.
Dit alles wordt ons meegegeven op deze eerste halteplaats naar Pasen toe. Om ons te laten groeien in het Verbond. Tegen de verdrukking in. Want we kunnen mooi hier in deze kerk blijven spreken over het Nieuwe Verbond van God met mensen, een Nieuw Verbond dat Jezus ons heeft gebracht, het blijft loze taal als het ons niet doet groeien in de onderlinge verbondenheid. Die verbondenheid wordt niet op de eerste plaats gestimuleerd door grootse projecten en mooie verhalen, maar gewoon door dat broodnodige beetje aandacht voor elkaar. In die kleine uitingen van betrokkenheid, die kleine stapjes die je dan soms moet maken om hem of haar te benaderen waarmee het even niet lekker loopt.
Is het niet in het kleine samenleven met elkaar dat er gebouwd wordt aan een vreedzame wereld? Als we hier in HDL er niet samen aan werken, hoe moet het dan gaan op wereldvlak? Denk eens aan de regenboog: hij staat boven ons en we krijgen een gevoel van geborgenheid. Maar het mooie van dit natuurverschijnsel is ook dat het zo’n groot gebied bestrijkt, met al die andere mensen bij wie hetzelfde gevoel wordt opgeroepen. Als we het tot ons toelaten…
De vasten, die veertig dagen onderweg naar Pasen, is juist een periode om wat meer aandacht aan onze ziel te besteden: aandacht, vergeving, solidariteit, nadenken, tot jezelf komen en eerlijkheid. We kunnen echt niet de hele wereld omturnen. We kunnen wel op onze bescheiden plek hier in HDL bouwen aan meer verbondenheid. We kunnen misschien werken aan zoveel liefde dat je het ook uithoudt met elkaar als je niet veel meer voelt voor elkaar. Ook dat kan echte liefde zijn. Ik zie bijzondere staaltjes van deze houding op Laverhof. Het zegt mij veel over hoe het ook bij fysiek gezonde mensen kan gaan. In trouw liefde laten groeien en je er in oefenen, om verbonden te blijven. Jezus heeft daartoe zijn leven gegeven.
Joost Jansen
Na het kijken van een documentaire over plofkippen en misleidende keurmerken, stond ik afgelopen week in de supermarkt te twijfelen. De sticker met een rondscharrelend kippetje in de wei, zit net zo gemakkelijk op de plofkip. Dus ik zoek informatie op de verpakking. Met de keuze tussen kipfilet waar één, twee of drie sterren op staan, voel ik een ongemakkelijk beslissingsrecht over de kwaliteit van leven van duizenden kippen. Terwijl ik na een lange dag werken een snelle gedachteloze boodschap wil doen, staren de kippenvleugels me aan. Voor deze kippen maakt het niet meer uit. Voor mijn portemonnee scheelt het aanzienlijk.
Je ziet dat iedereen de verantwoordelijkheid bij de ander legt. De overheid bij de supermarkt, de supermarkt bij de consument en de consument bij de overheid. Als iedereen denkt dat het niet uitmaakt omdat je als eenling weinig verschil maakt, dan verandert er nooit iets. Dus ik ga in de supermarkt het gesprek aan met mijn kinderen: “Kijk, deze is dus 5 euro per kilo en deze dus bijna 12. Waarvoor kiezen wij?” Uiteindelijk kiezen we falafel.
Nu bij de commissie MZ de fairtradegemeente weer op op de agenda staat, bekruipt me hetzelfde gevoel. De gemeente heeft al in 2012 aangegeven fairtadegemeente te willen zijn; en in 2014 is dat in het bestuursakkoord opgenomen. De gemeente als organisatie loopt echter niet voorop. Op wie wachten we en wat verwachten we dan van inwoners? Wat ons betreft maakt de gemeente duurzaamheid en eerlijke handel voortaan echt belangrijk en geeft ze het goede voorbeeld!