Met het begin van het groeiseizoen is waterschap Aa en Maas weer actief aan de slag met de opsporing en bestrijding van de grote waternavel. De grote waternavel zorgt voor overlast: de plant groeit explosief waardoor sloten, beken en kanalen kunnen dichtgroeien. Hierdoor wordt de waterafvoer belemmerd en ontstaat er risico’s op wateroverlast. Daarnaast verdringt de waternavel de oorspronkelijke planten die in een gebied thuishoren en de daarvan afhankelijke dieren. De drijvende ‘dekens’ van de plant veroorzaken problemen bij stuwen, gemalen en zorgen daarmee voor een stijging van kosten voor het onderhoud van de watergangen.
Ongewenste gast
Kortom, een ongewenste gast in onze wateren. Letterlijk, want het plantje komt van oorsprong uit het Amazonegebied. Via tuincentra is de grote waternavel in Europa beland en van daaruit op vele plaatsen in tuinvijvers terechtgekomen als sierplant. Van daaruit is de verspreiding naar andere wateren begonnen. De plant is hardnekkig en moeilijk te bestrijden. Grote waternavel moet volledig uit het water én de oever worden verwijderd: een klein stukje achtergebleven wortel of blad kan in korte tijd weer uitgroeien tot een enorm plantenpakket. De medewerkers van waterschap Aa en Maas verwijderen de plant met de hand op locaties waar de beperkt aanwezig is. Op plaatsen waar hele waterlopen worden overwoekerd, zet het waterschap zwaar materieel in. Jaarlijks wordt door het waterschap circa 400 ton aan grote waternavel uit het water gehaald. Toch is dit onvoldoende om de plant definitief uit ons gebied te weren.
Voorkom verspreiding!
Samen met andere waterschappen die last hebben van de grote waternavel onderzoekt waterschap Aa en Maas de mogelijkheden om de aanwezigheid van de plant verder terug te dringen en, als het kan, weg te krijgen. Ook door het geven van de juiste informatie aan tuincentra hoopt het waterschap verdere verspreiding te voorkomen. Mensen kunnen voorkomen dat waterplanten die hier niet thuishoren in waterlopen terechtkomen:
Gooi planten uit vijver of aquarium nooit in een sloot of plas (ook niet als het om inheemse soorten gaat).
Gooi afgedankte planten bij het GFT of op de composthoop in uw eigen tuin.
Leg vijvers niet aan dichtbij een sloot of plas. Zaden, uitlopers of delen van planten kunnen dan namelijk makkelijk in het oppervlaktewater terechtkomen en daar verder groeien.
U kunt voor de zekerheid beter alleen inheemse waterplanten gebruiken. Vraag hiernaar bij uw tuin- of vijvercentrum of dierenspeciaalzaak.