Alleen de volgende woonruimte kan op grond van de Leegstandwet tijdelijk worden verhuurd:
-
woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning die nog nooit bewoond is geweest (nieuwbouwwoning); **
-
woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning die in de twaalf maanden voordat de woning leeg kwam te staan (grotendeels) door de eigenaar bewoond is geweest;
-
woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning die in de tien jaar voordat de woning leeg kwam te staan slechts drie jaar (geheel of gedeeltelijk) verhuurd is geweest.
** Indien particulieren verzoeken een nieuwbouwwoning tijdelijk te mogen verhuren dan zal dit uitsluitend kunnen indien de zelfbewoningsverplichting uit de Algemene verkoopvoorwaarden niet (meer) van toepassing is.
Toetsing van de aanvraag
De vergunning voor tijdelijke verhuur van leegstaande woningen wordt verleend door burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de woonruimte ligt en kan worden aangevraagd door middel van een door het ministerie van VROM vastgesteld formulier.
De vergunning wordt alleen verleend als:
-
de woning leeg staat;
-
van de eigenaar niet verlangd kan worden dat hij de woning op een andere wijze dienstbaar maakt aan de volkshuisvesting;
-
de eigenaar aantoont dat de te verhuren woonruimte in voldoende mate zal worden bewoond;
-
er nog niet eerder een vergunning voor dezelfde woonruimte is afgegeven.
Het is geen taak van de gemeente om te toetsen of de hypotheekverstrekker instemt met tijdelijke verhuur. Dat is een zaak tussen de eigenaar en zijn hypotheekverstrekker. In de meeste gevallen zal er wel toestemming van de hypotheekverstrekker nodig zijn. U kunt dit nagaan in uw hypotheekvoorwaarden.
Vergunningverlening
Bij vergunningverlening bepalen burgemeester en wethouders:
-
De duur van de vergunning. De vergunning kan worden verleend voor maximaal twee jaar. Verlenging is mogelijk met telkens maximaal één jaar, maar de totale duur van de vergunning is nooit meer dan vijf jaar.
-
De maximale huurprijs waartegen de woonruimte mag worden verhuurd. De maximale huurprijs moet worden bepaald aan de hand van het woningwaarderingsstelsel (puntenstelsel). De eigenaar dient zelf een door een beëdigd makelaar opgestelde berekening van de huur volgens het puntenstelsel aan te leveren
De huurovereenkomst
Indien vergunning wordt verleend dan moet de huurovereenkomst aan de volgende voorwaarden voldoen:
-
er moet worden verwezen naar de vergunning, naar het tijdvak waarvoor deze is verleend en de daarin vermelde huurprijs;
-
de huurovereenkomst duurt ten minste zes maanden;
-
de opzegtermijn voor de huurder is niet langer dan een maand;
-
de opzegtermijn voor de verhuurder is niet korter dan drie maanden;
-
de huurovereenkomst eindigt op het moment dat de vergunning haar geldigheid verliest;
-
de huurprijs mag niet hoger zijn dan de in de vergunning vastgestelde maximale huurprijs;
-
de huurovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd.
Daarnaast zijn huurders verplicht om zich bij aanvang van de bewoning in te schrijven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Bij beëindiging van de bewoning is men verplicht zich uit te schrijven uit de GBA. Dit is voor de gemeente noodzakelijk voor de controle op leegstand en het correct kunnen opleggen van de aanslagen gemeentelijke belastingen.
Een aanvraag voor een vergunning kunt u schriftelijk indienen. Hiervoor gebruikt u het te downloaden aanvraagformulier Leegstandwet.
Bij het indienen van de aanvraag dient u de volgende documenten mee te sturen:
-
documenten waaruit blijkt dat de woning voor verkoop wordt aangeboden en waaruit de datum blijkt wanneer de verkoop is gestart;
-
een taxatierapport met de marktwaarde van de woning;
-
een door een beëdigd makelaar opgestelde berekening van de huur volgens de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (puntensysteem).
Een vergunning kost € 37,75.
Hieronder het aanvraagvormulier downloaden. Klik hier voor de tekst van de Leegstandswet.
- Aanvraagformulier Leegstandwet.pdf (38,17 KB)