Vanaf 1 januari 2013 nemen twintig gemeenten* die samenwerken in de regio Noordoost Brabant een deel van de jeugdzorg over van de provincie. De gemeenten en de provincie hebben hierover afspraken gemaakt in een bestuurs-overeenkomst. De betrokken partijen ondertekenen de overeenkomst op 1 november a.s.
De overeenkomst gaat over de ‘enkelvoudig ambulante jeugdzorg’. Dat is jeugdzorg die in gezinnen, in de thuissituatie van ouders en kinderen wordt geboden. Dus als er geen opname in een instelling of in een pleeggezin nodig is.
Ouders en kinderen die te maken hebben met flinke problemen met opvoeden en op-groeien komen in aanmerking voor deze vorm van zorg. Zij kunnen zelf om deze hulp vragen bij het Centrum voor Jeugd en gezin (CJG) in hun gemeente. Maar het kan ook zijn dat een kinderrechter of voogd deze zorg voorschrijft.
Voor enkelvoudig ambulante jeugdzorg is bij de provincie voor de 20 gemeenten in de regio Noordoost Brabant 4,5 miljoen euro beschikbaar. Jaarlijks gaat het om ongeveer 1200 jeugdigen en gezinnen.
Heel het land per 1 januari 2015
De overeenkomst is in feite een ‘versnelling’. Daarmee lopen we vooruit op de maatre-gel die per 1 januari 2015 ingaat . Dan nemen de gemeenten in Nederland de wettelij-ke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg over van de provincies. Deze zomer onder-zochten de Brabantse gemeenten en de provincie Noord-Brabant of het kan dat ge-meenten al in 2013 de verantwoordelijkheid voor een deel van die jeugdzorg overne-men.
Gemeenten kunnen daarmee al sturen op het vernieuwen van de zorg en een betere samenwerking tussen hulpverleners in een gezin. Bovendien kunnen gemeenten zo op kleine schaal ervaring opdoen met hun nieuwe taak. Daardoor zijn zij beter voorbereid op de ‘grote overdracht’ in 2015. De twintig gemeenten die samenwerken in de regio Noordoost Brabant grijpen deze versnelling met beide handen aan.
Afspraken
Gemeenten kunnen in hun nieuwe rol afspraken maken met de vier jeugdzorginstellin-gen. De provincie blijft formeel nog de financier van de instellingen. De gemeenten gaan afspreken welke zorg de instellingen voortaan moeten leveren. Hierbij is de des-kundigheid van de medewerkers van die instellingen hard nodig. De gemeenten gaan niet op de stoel van de professionals zitten. De gemeenten willen vooral dat de jeugd-zorg beter wordt voor kinderen en ouders met problemen.
Voordelen versnelling
Als voordelen van de versnelling zien gemeenten:
- een betere samenwerking tussen hulp- en dienstverleners in gezinnen onderling;
- dat alle leefgebieden waar problemen zijn, worden betrokken bij de aanpak;
- dat door het overnemen van enkelvoudige ambulante hulp de gemeente op een gro-ter deel van de zorg regie kan voeren. Gemeenten willen dat de hulpverleners samen en samen met het gezin werken aan duurzame maatwerk-oplossingen. Nu verwijzen ze te vaak over en weer naar elkaar. De hulp op maat willen ze sneller inzetten, dus slimmer en beter georganiseerd.
Zo min mogelijk bureaucratie
Bij de huidige werkwijze moet Bureau Jeugdzorg voor de inzet van de enkelvoudig ambulante jeugdzorg wettelijk toestemming geven. Daarvoor geven ze een indicatie-besluit af. Er is al lang kritiek op deze bureaucratische werkwijze. Provincie en ge-meenten spreken af dat een indicatiebesluit vanaf 2013 voor enkelvoudig ambulante jeugdzorg niet nodig is. Hiervoor heeft het Rijk toestemming gegeven. Dat betekent dat de gemeenten zelf bepalen welke jeugdigen en ouders de hulp krijgen.
De deskundigheid van de mensen die bij Bureau Jeugdzorg werken blijft nodig. De gemeenten willen af van de bureaucratie en de beperkende en vertragende regelge-ving, maar niet van goede hulpverleners.
Zorg op maat
De gemeenten willen de enkelvoudig ambulante jeugdzorg op maat. Zo dicht mogelijk bij de gezinnen en de kinderen waar het om gaat. Dat wil zeggen dat de individuele gemeenten moeten nadenken hoe die uitvoering in te richten. Aan de andere kant kunnen gemeenten door goede samenwerking de financiële risico’s dragen en delen en vernieuwen. De 20 gemeenten in de regio Noordoost Brabant gaan die uitdaging aan: met ingang van 1 januari 2013 staan zij samen aan het roer.
* de 20 gemeenten zijn:
Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, 's-Hertogenbosch,
Heusden, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint-Hubert , Oss, Schijndel, Sint-Anthonis,
Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, Vught