Voorkant K800 IMG 0745Ik heb het al eerder geschreven, Suriname is het land van de ontmoetingen. De mensen hier lijken wel op Brabanders, alleen een ander kleurtje. Groeten allemaal, zijn altijd in voor ' tak tori', een praatje dus. De Surinaamse humor is ook vergelijkbaar met die van de Brabander. Niet op de man(vrouw). Srananman lobi lafoe, (de Surinamer houd van lachen)

Mijn Javaanse vriend Apao zegt:" Ook al heb je geen geld, je moet toch lachen." Djo, ook een Javaan heeft bij ons de omheining gemaakt. Hij houdt ook van babbbelen, en wil een Lelijke Eend gaan rijden in Suriname. De enigste denk ik dan. Of ik in Nederland daar naar kan kijken, en hoeveel het kost en zo. Hij is een van de weinigen hier die zijn afspraken nakomt. Djo ' hosselt', zoekt geld. Met werken. Bouwvakker, tuinman en heeft mar liefst elf koeien! Dan ben je hier een grote meneer. Ze roepen hem hier dan ook Cowman of boeroe. De Daf-kruiwagen is ook van hem

Onze Harrie doet ook zijn best. Voor zijn broertje. Via allerlei datingsites en skype brengt hij me in contact met de dames hier. Hij kan zo zelf een datingburo beginnen! Zo ben ik in Nickerie beland. 250 kilometer vanaf Paramaribo. Viereneenhalf uur in een busje met 30 mensen opeengepakt. Ja, je moet er wat voor over hebbben! De enigste stop bij Coronie, halfweg ongeveer. In Coronie hebben ze de wereld omgedraaid. Gewoonlijk gooien de Surinamers alles op straat, langs de weg, in de goot (sloot), in de bush, noem maar op. Je stapt in de bus met een flesje bier. Tien minuten later gooi je het gewoon uit de bus. MAKKELIJK! Niemand die op- of omkijkt. Maar in Coronie werkt het net andersom. Plaspauze.Er komt een neger met een leeg blik. Zet het op de rand van het openstaand raam, en duwt het blik zo naar binnen. Apao zei het al:"Wat bij God onmogelijk is, kan in Suriname. In Nickerie bij Jettie (op foto met krulspelden, ok mooi!) gelogeerd. Een gastvrije dame, en ze kookt lekker! 
Daar heb ik ook de reclameschilder ontmoet, van wie ik zijn naam kwijt ben. Wel weet ik nog dat hij doofstom is, en een kunstenaar met kwasten. Je ziet in Suriname overal van deze handgeschilderde reclames. Kunstenaars zijn het.

Het Surinaamse leven is goed! Tenminste als je mijn vriend Kasi een kokosnoot ziet leegdrinken. Maar niet overal. Er is ook veel armoede. Het naburige dorpje Clevia is behoorlijk welvarend voor Surinaamse begrippen. Veelal Javanen, en die weten in het algemeen wel te werken, gaan ook tjienso-tjienso (beetje bij beetje) vooruit in het leven. Maar er is een kleine 'nederzetting' in het dorp welke je als krottenwijk kunt beschouwen. Broko-broko-oso, bouwvallige huisjes, arme mensen. Maar ook daar zie je de mensen lachen, er is muziek, ze zingen. Net als de buurvrouw van me. Uit volle borst. Als zij zingt zijn de vogels stil. Ze luisteren.

Het is uit met mijn rondborstige Braziliaanse vriendin, masseuse, manicure, pedicure. Mijn Braziliaans is niet zo goed als het ooit geweest is. Maar toen ik vertelde dat ik voor eeen paar dagen naar Nickerie ging om daar bij Jettie te gaan logeren, begreep ik wel dat ze het daar niet mee eens was. Op de foto lacht ze haar tanden nog bloot, toen niet!

In Nederland gaat alles ook gewoon door. Tante Tiny op De Bongerd, de Abdij heeft een nieuwe Abt en de honderdentweede Hadeejer is inmiddels uit.
2013, een voor allen allen voor een. Tel je zegeningen, Bakra.
 
Tan bun, tan lafu
' joe libi wan lesi na grun tapu, joe mus libi bun'
 
Groeten overzee
van onze missionaris
René van der Pas