Wie op vakantie gaat, is overgeleverd aan hoe je elders ontvangen wordt. Gastvrijheid blijft een essentiële waarde, overal. Een deur die wordt dichtgeslagen, of een norse reactie wanneer men zich tot iemand wendt: het raakt je. Het is niet fijn. Wat in vreemde streken duidelijker aan het licht komt, speelt natuurlijk ook hier thuis. Alleen zijn we meer gewend aan de patronen van anderen. Bij die kun je altijd terecht, bij een ander: voorzichtig, kijk eerst eens hoe de wind waait.
Jezus wordt ontvangen door twee zussen. We weten ook dat ze nog een broer hebben, Lazarus die Jezus later nog tot leven zal wekken. Jezus wordt door de twee zussen ontvangen. Maar we komen hier onmiddellijk tegen wat in zoveel huishoudens gebeurt: de een heeft kritiek op de ander. Luister maar eens in gezinnen: hij wordt altijd voorgetrokken, ik moet altijd het vuile werk opknappen en… Waarom zij wel en ik niet? De zussen kibbelen wat af. En tegelijkertijd luistert Jezus. Hij luistert met zijn oren en met zijn hart. Wat is hier nu echt aan de hand?
Kort en bondig: welke prioriteiten stellen we ons? Wat is essentieel in ons bestaan? Heel veel werken en altijd maar bezig zijn of eerder openstaan voor de ‘onderlaag’, voor de ‘achterkant der dingen’, voor wat ons echt geluk kan brengen? Anders gezegd: wat is onze spiritualiteit? Het is misschien een groot woord, maar wanneer je God in je bestaan een plek geeft, neemt dit altijd een bepaalde vorm aan. De een is gevoelig voor de nood van anderen, een ander kan niet meer doen dan wat extra bidden, weer een ander leest geregeld een boek met bezinnende literatuur of leest in bijbel. Ik ken een bankdirecteur met een overvolle agenda die elke morgen een half uur een bezinnend boek leest. Een ander doet twintig minuten yoga. Hun hele dag ziet er dan anders uit. Marta en Maria: werken en bidden. Je zou het bij elkaar moeten houden als twee zussen.
Hoe laat je dit groeien in je zelf? Kun je dit leren? Ik denk van wel. Er is gastvrijheid in het ontvangen van mensen, maar er is ook een andere gastvrijheid: open staan voor een goed woord, voor een goede omgeving. Ook God klopt aan de poort van ons hart. en smeekt om te worden binnengelaten. Dan moet je wel stil kunnen worden, stil van binnen. De basis blijft steeds of je in je hart gastvrij bent, of je weet je te laten verrassen. Of je nog verwonderd kunt zijn om wat je meemaakt en om wie je ontmoet.
Deze week sprak ik met een vrouw in de laatste fase van haar leven. Zij was niet tevreden over haarzelf. ‘Wanneer ik bid dan is het steeds zo kinderlijk naïef. Ik begin altijd met te danken voor alles wat ik meemaak, ook als ik veel pijn heb en niet kan slapen. Ik zou veel mooier moeten bidden…’, bekent ze. ‘Maar laat je God toe in je hart?’, vraag ik haar. ‘Ja, natuurlijk.’ ‘En hoort Hij jouw gebed?’ ‘Ik denk het wel.’ ‘Nou, en…’
Het gaat bij gastvrijheid altijd om ontmoeting. Het gaat ook bij bidden altijd om ontmoeting. Maria zat stil aan de voeten van Jezus. Ze hebben haar gekoppeld aan het beschouwende leven, bijvoorbeeld dat van slotzusters die niet buiten komen. Marta staat dan voor het actieve leven. Ik houd niet van deze onderscheidingen. Wanneer je echt openstaat voor wat God van je verlangt dan zul je én tijd nemen om te luisteren én je zult ook de handen uit de mouwen steken met inzet voor de kwetsbaren. Marta en Maria hebben elkaar nodig en wij hebben én Marta én Maria nodig. Geloof zonder inzet is snel een dood geloof.
Je kunt naar verre streken trekken, je kunt thuis blijven, en in beide gevallen kan ieder van ons openstaan voor het onverwachte. Gastvrijheid is op de eerste plaats een houding van binnen. Wil je mensen echt ontmoeten dan luister je eerst, heel intens, én je bent betrokken op elkaar in onderlinge hulp. Marta en Maria zijn niet blijven kibbelen, zo weten van elders in de Bijbel. Ze zijn echter wel trouw gebleven aan hun innerlijke houding: de een stil en aandachtig, de ander redderend. Maar beiden betrokken op wie bij hen aankomt.
Hun deur, ook de deur van hun hart, stond open. Staat ons hart ook open?
Joost Jansen, norbertijn