Carnavalsvierders drinken doorgaans veel en moeten vaak plassen. Waterschap Aa en Maas is niet rouwig om die extra stroom carnavalsurine. Sterker nog, hoe meer urine, hoe meer kunstmest voor de landbouw.
Aa en Maas onderzoekt de mogelijkheden.
Via de horecatoiletten loopt de urine het riool in en vindt z'n weg naar de rioolwaterzuivering. Hier wordt het afvalwater gezuiverd zodat het weer schoon terug de natuur in kan stromen.Behalve afbraakproducten van alcohol haalt de rioolwaterzuivering ook fosfaat en stikstof uit urine.
Plas en poep leveren 85% van alle stikstof en 50% van alle fosfaat die een zuivering te verwerken krijgt. Dat maakt het de moeite waard om deze stoffen eruit te halen en er kunstmest van te maken voor de landbouw: terugwinning van belangrijke grondstoffen.
Op deze manier kan carnavalsurine een rol spelen bij het weer laten groeien van landbouwgewassen. Een mooie innovatie die past bij een waterschap dat zijn maatschappelijke verantwoording neemt.
Urine- en mestverwerkingsinstallatie
Niet alleen menselijke urine maar ook die van dieren vindt zijn weg naar de urine- en mestverwerkingsinstallatie van het waterschap. Deze installatie haalt in enkele stappen stikstof en fosfaat uit de uitwerpselen. Een geweldige ontwikkeling want fosfaat is een belangrijk bestanddeel van kunstmest en onmisbaar om gewassen te laten groeien. Bij dit proces komt ook een hoeveelheid slib vrij. In de toekomst kan het waterschap uit dit slib energie terugwinnen.
Besparing zuiveringskosten
De urine- en mestverwerkingsinstallatie is voor een duurzame organisatie als Aa en Maas een praktische stap. Het winnen van stikstof en fosfaat uit urine voor kunstmest is niet alleen milieuvriendelijk door de recycling, maar ook efficiënter. Dit betekent een besparing op de zuiveringskosten. Daarbij komt nog dat de fosfaaterts, de natuurlijke voorraad voor de productie van fosfaat, tussen de vijftig en honderd jaar op zal zijn.Het onderzoek met de urine- en mestverwerkingsinstallatie duurt tot 1 oktober 2011. Daarna zijn de onderzoeksgegevens bekend en neemt het waterschap verdere stappen.
Het project is een initiatief van waterschap Aa en Maas, ZLTO, provincie Noord-Brabant, het ministerie vanLNV en de STOWA.