Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

ggd_hartvoorbrabant.jpgOm de nog immer oprukkende Q-koorts te stuiten, moet in Brabant zo snel mogelijk een proef met het vernietigen van mest uit geitenstallen gestart worden. Dat stelt de GGD Hart voor Brabant morgen voor aan de ministers Klink van Volksgezondheid en Verburg van Landbouw. Die laten zich dan in Landerd informeren over Q-koorts door gemeente, provincie, GGD en ZLTO.

In Noord- en Zuidoost Brabant zijn dit jaar tot nu toe 1260 mensen ziek geworden door Q-koorts. Dat is meer dan ooit tevoren. "Maatregelen zoals vaccineren en hygiënevoorschriften hebben dus niet geholpen" , zegt Jos van de Sande van de GGD Hart voor Brabant. "Het loopt gigantisch uit de klauwen. Er moet daarom nu ingegrepen worden, zonder te wachten op verder wetenschappelijk onderzoek."

Dat heeft volgens Van de Sande alleen zin in geitenstallen. "Alle deskundigen zijn het er over eens dat mest en stro uit geitenstallen de bron van Q-koorts zijn. De bacteriën overleven daarin en verwaaien als de mest over het land gereden wordt. Daar moet dus meteen mee gestopt worden."

Eerder liet het ministerie van Landbouw weten dat te vroeg te vinden. "We snappen dat het te ingrijpend is voor heel Nederland. Daarom stellen wij een proef voor in Noord- en Zuidoost Brabant", aldus Van de Sande. Het vernietigen van mest kost veel geld. Geitenhouders moeten volgens Van de Sande daarom schadeloos gesteld worden. "We proberen zaterdag de ministers te overtuigen van de ernst van de situatie en lichten ons plan toe. We denken dat we hiermee de Q-koorts uit kunnen bannen."

Van de Sande denkt dat een eventuele proef pas volgend jaar effect laat zien. "Alle mest ligt nu op het land. Daarnaast heb je voorbereidingstijd nodig."

Directeur Roel Coutinho van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu zei vorige maand dat de Q-koorts bacterie zo diep in het Brabantse landschap zit dat er niets meer aan te doen is. Van de Sande: "We kunnen in elk geval zorgen dat er geen bacteriën meer bij komen."

 

 Bron:Brabants Dgablad'  door Joris Roes.