Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

geitenhoeveQ-Koortskaart 4-12-09  Besmettingsgebieden nu te zien!

Aan: Provinciale Staten Noord-Brabant
Betreft: Burgerinitiatief/Petitie inzake gevolgen schaalvergroting van de bio-industrie

Geachte leden van Provinciale Staten,
Graag maken wij – verontruste inwoners van Brabant – gebruik van ons recht een burgerinitiatief op uw agenda te zetten. Ons initiatief betreft de concentratie en schaalvergroting van de bio-industrie in Brabant en de negatieve gevolgen hiervan. Deze tasten de kwaliteit van het leefmilieu aan, bedreigen de gezondheid van de burgers, ondermijnen het welzijn van dieren, verminken het landschap en bevorderen oneerlijke concurrentie tussen boeren.

Door de komst van megastallen in het buitengebied, worden burgers direct geconfronteerd met vernietiging van hun uitzicht, met uitstoot van gevaarlijke stoffen, met stankhinder, met daling van hun woongenot en – als gevolg van dit alles - met waardedaling van hun huis.

Reeds nu is door artsen vastgesteld dat de gezondheid van mens en dier wordt aangetast door blootstelling aan de stoffen die de bio-industrie uitstoot, zoals fijnstof en resistente bacteriën. Het is een feit van algemene bekendheid dat een sterke concentratie van dieren het risico op de uitbraak van een epidemie vergroot. Gegeven het feit dat er binnen de medische wetenschap zoveel aanwijzingen zijn dat de bio-industrie schadelijke gevolgen heeft voor de volksgezondheid, achten wij het onverantwoord dat het provinciebestuur het huidige beleid voortzet. Indien het hierin volhardt is het aansprakelijk voor de gevolgen.

De dieren worden in deze industrie louter nog als een economisch product behandeld. Opgesloten in megastallen leiden ze een verborgen en onnatuurlijk bestaan. Gezonde dieren krijgen standaard antibiotica toegediend. Hierdoor worden bacteriën resistent, d.w.z. deze kunnen niet meer met antibiotica worden bestreden. Deze antibiotica resistente bacteriën kunnen op mensen overgaan, met funeste gevolgen. In ziekenhuizen worden nu al patiënten die besmet zijn met dit soort bacteriën (MRSA) geïsoleerd.

De schaalvergroting dient slechts de exportbelangen van een zeer kleine groep kapitaalkrachtige bio-ondernemers, en gaat onherroepelijk ten koste van het traditionele boerengezinsbedrijf. Zo voorspelt de Rabobank dat de kleinschalige varkenshouderij binnen tien jaar uit Nederland zal zijn verdwenen.

De overheid dient de rechten en belangen van ALLE burgers te behartigen. Laat de provinciale overheid van Noord-Brabant het economisch belang van een kleine doch machtige groep agrarische ondernemers zwaarder wegen dan de waarden en belangen van de bevolking als geheel? Wij vinden dat de provinciale overheid een halt toe moet roepen aan de onverantwoorde schaalvergroting van de bio-industrie, niet alleen in het belang van de huidige maar ook van toekomstige generaties.

Wij vragen daarom aan de provinciale bestuurders:
1. Een einde te maken aan de eenzijdige economische ontwikkeling van het Brabantse platteland en de milieu- en natuurdoelen van de Reconstructie te realiseren.

2. Zelf bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen en deze niet af te schuiven naar de landelijke overheid, en zonder uitstel gehoor te geven aan het advies uit 2008 van het RIVM en de GGD'en Noord-Brabant en Zeeland om onderzoek in te stellen naar fijnstofconcentraties bij veehouderijen.

3. Zolang er geen wetenschappelijk onderzoek is gedaan dat uitsluitsel geeft over de effecten op de gezondheid van omwonenden van intensieve veehouderijen, het voorzorgbeginsel te hanteren. Dit beginsel, dat op grond van het Europese Verdrag het milieurecht van de lidstaten domineert, houdt in dat overheid en bedrijven geen onomkeerbare beslissingen mogen nemen zolang er wetenschappelijke onzekerheid bestaat omtrent de risico's voor de volksgezondheid. In concreto betekent dit dat vooralsnog geen vergunningen meer worden verleend voor het vestigen van nieuwe, noch voor het uitbreiden van bestaande intensieve veehouderijen.

4. Het advies van het RIVM en de GGD'en Noord-Brabant en Zeeland op te volgen en bij provinciale verordening op grond van de Wro te bepalen dat er minimaal een afstand van 1,5 km wordt aangehouden tussen intensieve veehouderijen en dat gemengde intensieve veehouderijen niet worden toegestaan. Ook hier dient de overheid het voorzorgbeginsel te hanteren.

5. Vanwege de waarschijnlijkheid van schadelijke gezondheidseffecten bij schaalvergroting en hoge veedichtheid, bij provinciale verordening op grond van de Wro de maximale omvang van bouwblokken in landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden vast te stellen op 1,5 ha. Dit bouwoppervlak (3 voetbalvelden) past in het Brabantse landschap en biedt voldoende ruimte voor gezinsbedrijven.

6. Bij provinciale verordening te bepalen dat intensieve veehouderij-bedrijven op nieuwe locaties alleen zijn toegestaan indien deze afkomstig zijn uit extensiveringsgebieden en hier scherp op toe te zien. Met andere woorden: handhaving van de regel "geen inplaatsing zonder uitplaatsing".

7. Aan te dringen bij de wetgever op het terugdringen van het antibioticagebruik in de intensieve veehouderij. Het preventief toedienen van antibiotica dient te worden verboden, gelet op de gevaren die daaraan kleven voor de volksgezondheid en voedselveiligheid.

8. De wetgever te vragen zodanige eisen te stellen aan de huisvesting van dieren in de intensieve veehouderij dat hun bewegingsruimte wordt vergroot en natuurlijk gedrag mogelijk wordt. Hierdoor verbetert hun conditie en wordt preventief antibioticagebruik overbodig.

9. Uw rol als bevoegd gezag op grond van de Natuurbeschermingswet serieus te nemen en verleende milieuvergunningen (zowel nieuwe als revisievergunningen) standaard te toetsen aan de gevolgen voor het nabijgelegen habitat- of natuurbeschermingswetgebied, en bij normoverschrijdende depositie de vergunning niet te verlenen.

10. Te voorkomen dat in de al zwaar met ammoniak belaste regio's het aantal dieren verder toeneemt. Emissie-arme stalsystemen dienen voor reductie van uitstoot te worden aangewend en niet om meer dieren te gaan houden.

11. Een duurzame, grondgebonden en diervriendelijke landbouw na te streven die past in het Brabantse landschap.

Zie ook Brabants Dagblad over de Q-Koorts