Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

thumb_brusselmans.jpgDonderdag 9 april om 20.00 uur organiseert de BKK een Belgische avond in ‘de Zwaan’ in Heeswijk-Dinther. Met schrijver Herman Brusselmans uit Gent, slamkampioen Jee Kast uit Brussel, en een plezant gepast bierke uit de tap!

Meer informatie over Henk Brusselmans, afkomstig uit een interview.

 De vierkante meters van Brusselmans
In oktober 2007 werd Herman Brusselmans vijftig en heeft hij in 25 jaar schrijverschap meer gepubliceerd dan alle bekende Vlaamse schrijvers bij elkaar. Nagenoeg al zijn romans, columns en gedichten ontstonden in de vijftig meter rond zijn appartement in Gent. Waar de voltijd-cynicus samen met zijn vrouw Tania en hond Eddie de tijd weg tikt.


Icône: Waar ben je het meest ontevreden over?

Brusselmans: “Dat het tegenwoordig allemaal zo snel gaat. Als je achttien bent lijkt alles oneindig ver, maar als je zo naar de veertig, vijftig gaat besef je ineens van shit, ik ben over de helft en het gaat altijd maar sneller. Dat is een angst voor de dood hè? Ah ja, meer voor het sterven; de dood zelf is niet zo erg.”

Icône: Toch wil jij je resterende tijd onveranderd uitzitten?

Brusselmans: “Ik ga niet op reis, niet met vakantie, ik verplaats me zo zelden mogelijk. Mijn geluk is gewoon het continueren van wat er nu bezig is: op de eerste plaats mijn vrouw, m’n literatuur en het contact met een paar mensen. Laat me met mijn boeken, laat me lezen, schrijven en verder hoef ik helemaal niets. Ik hoop dat het over tien jaar nog steeds hetzelfde is.”

Icône: Sommige mensen zouden dat beperkt noemen.

Brusselmans: “Het is een beperkt leven ja. Ik heb geen behoefte aan een ander leven. Ik heb geen zin om vliegtuigen in te springen, naar Egypte te reizen en daar drie weken rond te hossen in een woestijn van 58 graden. De piramides interesseren me geen fuck. Ik ben tevreden met de westerse, democratische, kapitalistische cultuur waarin ik leef. Ik heb geen zin om andere culturen te exploreren; de moslimwereld en de hindoewereld te leren kennen. Dat is misschien bekrompen, maar so what.”

Icône: Maakt dat niet vlak?

Brusselmans: “Wat is het tegenovergestelde van vlak?”

Icône: Emotie voelen. Geraakt worden door iets.

Brusselmans: “Ik kan geraakt worden door iets, door een film of een boek. Maar wel steeds minder hoor, want de slechte films en de slechte boeken, de slechte kunst en de slechte televisieprogramma’s, dat wordt langzamerhand verschrikkelijk. Kijk, vandaag is mijn moeder precies vijftien jaar geleden gestorven en hoewel je dat ook moet relativeren, drukt dat op mij, daar ben ik mee bezig.”

Icône: Een schrijfmoment?

Brusselmans: “Vandaag heb ik niets te schrijven.”

Icône: Staat je computer altijd aan?

Brusselmans: “Ja. Het is heel simpel: ik heb mijn romans en mijn vaste columns. Ik heb een column in Humo, een column in Het Laatste Nieuws, ik schrijf voor Woef -een hondentijdschrift– twee keer in de week voor Psy, stukken voor Vara TV Magazine, een column in JFK, een column in Land en Water. Dat is werk, dat moet gedaan worden en daar ben ik een stuk van de tijd mee bezig. De rest besteed ik aan een roman, als ik die schrijf. Ik vertik het om me nu nog, op mijn vijftigste, kapot te werken. Nergens voor nodig. Ook financieel niet. Ik heb dertig jaar gewerkt en gespaard, en ik zal niet zeggen dat ik een vrek ben, maar ik zit wel op het randje.”

Icône: Heb je ooit iets anders willen zijn dan dat je nu bent?

Brusselmans: “Kolonel in het leger. Appelscha belegeren.”

Icône: Machtswellust?

Brusselmans: “Ik fantaseer soms dat ik kolonel ben, maar ben het natuurlijk niet en zal het ook nooit worden. Ik kan geen mensen commanderen. Ik bezit een zekere vorm van bescheidenheid, want ik zeg niet generaal maar kolonel.”

Icône: Kun je passie voelen voor iets waar je niet goed in bent?


Brusselmans: “Tennis. Ik heb één keer getennist, met mijn eerste vrouw, op een veld midden in de bossen van Iddergem. We hadden uitrusting gekocht; rackets en vijf ballen. Maar na twee opslagen van mij en drie van mijn vrouw waren alle ballen verdwenen. Dat kan ik dus helemaal niet. Snooker ook, ik ben bezeten van snooker. Heb het één keer geprobeerd, en dacht: dit is onmogelijk. Maar ik wil ook geen goede snookerspeler worden. Ik wil het zien op televisie. Als je alleen maar gepassioneerd bent door de dingen waar je zelf in zit, dan heb je pas een beperkt leven.”

Icône: Schrijven is je grootste talent?

Brusselmans: “Ja. Maar mijn polemische kracht is zwaar verminderd. Ik heb vrienden verloren door wat ik schreef en sinds het proces met Ann Demeulemeester (modeontwerpster die Brusselmans in 1999 aanklaagde vanwege een passage in ‘Uitgeverij Guggenheimer’, red.) schrijf ik bepaalde dingen, over bepaalde bekende mensen niet meer. In mijn sportcolumn voor het Laatste Nieuws kijk ik bijvoorbeeld enorm uit met wat ik schrijf over Tom Boonen, want dat lijkt me zo iemand die wel eens heel erg op z’n pik getrapt kan zijn. Kim Clijsters, precies hetzelfde. Want die vader, Lei Clijsters, lijkt me heel gevaarlijk. Maar ik ben hierdoor niet beknot, er is nog genoeg om over te schrijven.”

Icône: Kent je pen nog taboes?

Brusselmans: “Ik zal je een voorbeeld geven. Ik had ooit een column in ‘De Morgen’, waarin ik slechte boeken recenseerde. Vond ik verschrikkelijk leuk om te doen; echt die boeken totaal de grond in boren. Ik moest mijn artikel op donderdag inleveren en had dinsdag een stuk geschreven waar ik enorm tevreden over was. Het ging over een professor, een romanschrijver, die iets heel slechts had geschreven. Net voor ik het instuurde, hoorde ik dat die man kanker had, dus heb ik het niet ingestuurd. Ik ging niet pissen op zijn bijna vers gegraven graf.”

Icône: Verder vrijuit choqueren dus?

Brusselmans: “Kijk, het hoeft niet grof te zijn om grappig te zijn. Herman Finkers is grappig, maar nooit grof; je hoort hem nooit kut of lul zeggen. Voor mij hoeft het ook niet altijd met kut en lul te zijn. Maar als het te pas komt, gebruik ik het graag. Ik sta heel relativerend tegenover alles dat met seksualiteit te maken heeft. We hebben het nu wel gehad met die blote wijven, met dat neuken, achterwaarts in de poes naaien, pedofilie, homo’s. We kennen het allemaal wel. En daar lach ik dan graag mee. Dat mensen toch nog gechoqueerd zijn, als je zegt: ik liep met mijn flut te zwaaien. Haha.”

Icône: Waar lach jij nog meer om?

Brusselmans: “Toch vooral de absurde humor. De films van Abrahams and Zucker. ‘Airplane!’, ‘Naked Gun’. Daar zitten van die geweldige running jokes in. Dat Leslie Nielsen zegt: ‘cigarette?’ En de ander reageert: ‘I know’. Of dat er wordt gezegd: ‘he’s taken to the hospital’, ‘what is it?’, ‘it’s a big building’. Dat soort humor.”

Icône: Kun je deze zin afmaken? ‘Jörgen Hofmeester staat in de keuken en…’

Brusselmans: “Verlaat de keuken meteen weer. Dat is de openingszin uit de laatste van Arnon Grunberg hè? Een goede schrijver, maar het is een eikel. Als ik hem nu tegen zou komen, zou ik ‘m denk ik negeren en hij mij ook.”

Icône: Wie zijn er dommer, Hollanders of Nederlanders?

Brusselmans: “Dommer. Hollanders of Nederlanders? Euhm, wat is het verschil tussen Hollanders en Nederlanders?”

Icône: Is er niet.

Brusselmans: “Ah ja, oh dat was een grap? Eh, ik dacht dat Hollanders meer de ‘provincialen’ zouden zijn.”

Icône: De vraag was eerst: zijn Belgen dom?

Brusselmans: “Ja de meeste wel, maar de meeste Nederlanders ook.”

Icône: Lieg jij wel eens tegen interviewers?

Brusselmans: “Zo zelden mogelijk.”


Bron: Dit interview verscheen in verkorte vorm in Icône - najaar 2007
Tekst Ron de Bruijn