We leven weer in een periode van fusies en samenvoegingen, of zoals in gemeenteland eufemistisch wordt gezegd, herindelingen. Terwijl Den Bosch oprukt naar het oosten worden links en rechts liefdesverklaringen uitgedeeld richting nabije of wat verder afgelegen buurgemeenten. Nieuwe dorpsnamen ontluiken waarbij sommige dorpen er zich niet voor schamen “stad” in hun nieuwe eigennaam te introduceren. Bescheidenheid kent geen grenzen.
Groter worden is het adagio met als belangrijkste formele reden het professionaliseren van het bestuursapparaat. De vraag of dat de enige en beste manier is om dat doel te bereiken laat ik hier graag onbeantwoord. Ik vraag me in gemoede wel af of we met een slimme vorm van samenwerken dat effect wellicht ook zouden kunnen bereiken. Dan raken we in ieder geval af van fantasie dorpsnamen. Weet u waar Leudal, Oldambt of Hollandse Kroon ligt? Mijn topografische kennis begint zo langzamerhand tekort te schieten.
Ik geef geen waardeoordeel, zolang bestuurlijk samenvoegen en samenwerken maar plaatsvindt op rationele gronden. Want het valt niet te ontkennen dat het takenpakket van een gemeente niet alleen uitgebreider maar ook ingewikkelder is geworden. Daar moet je wat mee als gemeente. De discussie wordt echter sterk vervuild door sterke, vooral emotionele reacties . Alsof het bestuurlijk samengaan met een buurgemeente iets verandert aan de eigenheid van de afzonderlijke leefgemeenschappen. Dat is niet alleen jammer maar ook buitengewoon schadelijk voor het beoogde doel.
Fuseren, samenvoegen, en samenwerken behoren op verstandelijke gronden plaats te vinden. Dat geldt voor gemeenten en evenzeer voor politieke partijen.
Michel v.d. Linden – LOKAAL