Dat was vooralsnog de voorzichtige conclusie van de heer Van Dommelen, voorzitter van het urgentieteam, dat zogenaamde problematische veeteeltbedrijven lokaliseert en begeleidt. Hij gaf een toelichting in een commissievergadering Ruimtelijke Zaken.
Veel gemeenten in Brabant hanteren de term aandachtsbedrijven, omdat urgentiegebieden bepaalde “valse” verwachtingen schept, die de politiek juridisch niet na kan komen. Vanuit de Verordening Ruimte 2014 heeft de provincie op een redelijk dwangmatige manier het aangeven van deze gebieden opgedragen aan de lagere overheden, vanuit de gedachtegang “jullie weten het beste wat er in een regio gebeurt”.
Wat de provincie niet zegt is, dat ze daarmee ook eventuele vervolgprocedures (o.a. aansprakelijkheid) bij de gemeenten leggen. Moeten we er daarom dan maar niets mee?
Jawel, maar dat had niet gestuurd hoeven worden vanuit de provincie, aangezien de risico’s voor de gemeenten zijn.
Het is namelijk voor eenieder altijd goed om in overleg te gaan om eventuele knelpunten op te lossen. Vanuit mijn werk als agrarisch adviseur heb ik al verschillende omgevingsdialogen gevoerd. Het doet me dan ook goed dat het College de communicatie met alle belangheb-benden nadrukkelijk oppakt en ze bij elkaar brengt om te komen tot een gezamenlijke inventarisatie en aanpak.
De gemeenteraad moet hierin sturend zijn en verder op ratio de beslissingen nemen. Inmiddels heeft ook de Raad van State uitspraken gedaan die de verdere uitwerking van de Verordening Ruimte op onderdelen twijfelachtig maken. Maar goede ruimtelijke (gemotiveerde) afwegingen kan een gemeente ook maken zonder tussenkomst van de provincie. De overige regels van de Verordening Ruimte in ogenschouw nemende, moeten nieuwe agrarische ontwikkelingen al voldoen aan extra eisen.
Dit geeft dan ook aan dat iedere ontwikkeling weer een kans is! We moeten dan ook rationeel redeneren en mogelijke ontwikkelingen ook zo beoordelen. Daarin zal het nog verder beperken eerder averechts werken: de kansen verdwijnen dan en het brengt ontwikkelingen teweeg op locaties, waar dat niet wenselijk is. Zo kan dit de verduurzaming van de landbouw onnodige vertraging opleveren. Ik ben dan ook benieuwd naar de reële voorstellen vanuit het urgentieteam.
Erwin van Kessel,
Commissielid Ruimtelijke Zaken, CDABernheze