Democratie vindt als staatsvorm haar oorsprong in het oude Griekenland. De Griekse woorden démos (volk) en krateo (heersen) vormen samen de letterlijke betekenis: volksheerschappij. Onze Bernhezer democratie is, zoals alle Europese “democratieën”, echter feitelijk een, wat we met een mooi woord noemen, particratie.
Burgers delegeren hun “heerschappij” aan politieke partijen. De directe vorm van democratie, de situatie dat de burger rechtstreeks invloed heeft op de te nemen besluiten leidt, zo beweren tegenstanders, tot een tirannie van de meerderheid. De minderheid wordt zogezegd ondergesneeuwd, er vindt geen afgewogen besluitvorming plaats. Bovendien is de kans groot dat besluiten genomen worden op basis van emotie en puur eigenbelang, daar waar het algemeen belang voorrang zou moeten krijgen. Juist daarom zijn er politieke partijen die, alle belangen afwegend, met kennis van zaken een besluit nemen. De politicus die grijpt naar het middel van het referendum of de volksraadpleging gaat zijn politieke verantwoordelijkheid uit de weg. Hij is als Pontius Pilatus die het volk laat spreken en vervolgens zijn handen wast in onschuld.