Bij iedereen is een brief binnengevallen voor de actie Kerkbalans. Een uitnodiging om bij te dragen in de financiën van onze geloofsgemeenschap. Het is belangrijk. Tegelijkertijd heb ik iets over me gekregen de laatste jaren: de mensen beslissen zèlf of ze het belangrijk vinden dat wij als parochie van betekenis zijn in onze samenleving. Er klinkt een oproep, er is een uitnodiging. Ieder is vrij om er wel of niet in te gaan, om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Maar dan ook zijn steentje bij te dragen. Wie doet er mee?
‘Ja, ik doe mee als er intentie is voor mijn ouders, of voor mijn opa en oma.’ ‘Ja, ik doe mee als er een mooi feest aan vastzit bij de eerste communie, bij het vormsel, bij de geboorte van onze kleine.’ ‘Ja, ik doe mee als ik onthand sta bij het overlijden van iemand van wie ik houd. Je ontdoet je toch niet zomaar van een overledene! Je wilt toch een waardig afscheid?’ Maar is dit voldoende om samen een geloofsgemeenschap te vormen? Het gaat in deze gevallen toch steeds om een ‘voor wat, hoort wat’? Ik heb wat nodig en dan klop ik bij de parochie aan omdat die wat extra’s in huis heeft. En daarvoor wil ik dan wel iets betalen. Voor niets gaat de zon op. Maar is dit voldoende?Jezus en de profeten vóór Hem hadden het er ook moeilijk mee. Mensen die Hem kenden, bijvoorbeeld zijn eigen dorpsgenoten, waren echt niet zo onder de indruk. Zeker niet als Jezus hen uitdaagt om zich te engageren. Neen, dan valt de deur op slot. Ze willen best wat mooie gedachten van Hem horen maar als het er op aan komt om zelf concreet de daad bij het woord te voegen, dan geven ze niet thuis. Erger nog, ze willen zich van Hem ontdoen. Het is een Godswonder dat er nog iets van zijn boodschap en van zijn beweging onder mensen overgebleven is.
Wat wordt er dan verwacht opdat de beweging van Jezus vruchtbaar blijft? Dat je ontdekt hoe nodig je bent in deze verdeelde en beschadigde wereld. Je komt als geroepen! Dat is een mooie uitspraak. Wanneer we deze uitspraak tot ons laten doordringen dan weten we dat het dan niet enkel om onze geldelijke bijdrage gaat. Het gaat dan ook om onze inzet. De inbreng van ouders voor hun gezin kunnen we niet inperken tot het leveren van voldoende financiën voor het reilen en zeilen van hun gezin. Je zult ook je kinderen willen begeleiden om ze te laten opgroeien tot sociale en verantwoordelijk mensen. Ieders bijdrage aan onze kerkgemeenschap, aan onze parochie, strekt zich uit tot het hele bestaan. Het gaat om innerlijk en uiterlijke opbouw. Het gaat om je inzet voor het kerkgebouw, het kerkhof, de administratie enz. Maar het gaat ook om dat je gevoed wordt vanbinnen en dat je daaraan bijdraagt. Dit innerlijk gevoed worden gebeurt hier in deze viering, maar het komt ook aan bod op onze geloofsavonden, in de Taizéviering, en wanneer jonge echtparen samen de Bijbel lezen. We zijn samen die beweging van Jezus als we zieken en ouderen bezoeken, eenzamen helpen, hulp vragen beantwoorden. En dat alles omdat Jezus heeft gezegd: ‘Wat je aan een van de kleinste van broeders en zusters hebt gedaan, hebben jullie aan Mij gedaan.’
De samenleving wordt er de laatste tijd niet vriendelijker en gemakkelijker op. Je voelt de crisis in je portemonnee. Het bemoedigende echter van ons geloof is dat wij een boodschap én een kracht ontvangen waarmee geen berg te hoog is. Er blijft Licht ook al is er donkerte. God reikt ons hoop aan om moeilijkheden te zien als uitdagingen. God reikt een gemeenschap aan, zijn geloofsgemeenschap, om samen die uitdagingen aan te gaan.
Voor deze aanwezigheid van God en zijn Geestkracht onder mensen is ieder van ons nodig. Je kunt het niet af doen met: ‘daar moet de pastoor maar voor zorgen, of het parochiebestuur, of…’ en dan zijn het altijd anderen die moeten opdraven. Ieder zou zich eens moeten afvragen: welk steentje kan ik bijdragen opdat die beweging van geloof, hoop en liefde doorgaat en toekomst heeft. Als wij nu niet handelen dan tasten onze kinderen later in het niets. Ook zij mogen toch weer leven van onze rijke traditie?
Ieder van ons komt als geroepen. En laten we noot vergeten: als wij ons inzetten dan staat God voor ons garant. Is dat geen veilig gevoel?
Joost Jansen o.praem.