Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanEr leven veel zorgen onder mensen. Je ziet zelfs vrouwen en mannen, ook kinderen, een beetje gebogen lopen. Ineens al je spaarcenten kwijt omdat iemand die je ze had toevertrouwd, failliet is gegaan. Je baan kwijt en de hypotheek van je huis is torenhoog. Je bent wel helemaal aan de aarde gebonden, je kunt eigenlijk geen kant meer op. Het gebeurt vandaag, en niet zo mals ook. Is er meer?

Je moet bij deze mensen echt niet aankomen met een mooi verhaal over de goedheid en de mensenliefde van God. Ze zien je al staan. ‘Betaalt die God van jou de rekeningen?’ Abram zag het ook niet zitten, hij bleef kinderloos, zijn vrouw was onvruchtbaar. Jezus stond op een keerpunt in zijn leven: doorgaan of zich gedeisd houden. Mensen vandaag: het bijltje er bij neerleggen of toch…? Op zulke momenten speelt er zoveel door je heen. Van gelatenheid tot opstandigheid, van de boel bij elkaar verwensen tot heel verdrietig zijn. Mensen worden dan vaak eenzaam, aan zichzelf overgeleverd. Heb ik het dan verkeerd gedaan? Heb ik vroeger verkeerde keuzes gemaakt? Herkenbare vragen. Misschien wel goede vragen want soms is het belangrijk dat je in je leven even de tijd neemt om over je bestaan na te denken. We zouden dat ook moeten doen wanneer we er niet door omstandigheden toe gedwongen worden. Een Vastentijd is daar goed voor.

Abraham en Jezus: beiden worden bij de hand genomen. God neemt Abram bij de hand. Hij toont hem de sterrenpracht. Zie je al die lichtjes aan de hemel staan? Onmetelijk. Hoe donker het ook is, er zijn nog de sterren aan de hemel. Lichtjes in de duisternis. Het is ‘oer’. Bij grote en minder grote rampen scheppen mensen ook veel lichtjes, kaarsjes, fakkels. Het is een oerverlangen naar licht. God bemoedigt Abram. Eens zullen er onmetelijk veel mensen zich afstammeling van jou verklaren. ‘Vader Abraham had vele zonen…’, een liedje dat je mag koppelen aan dit verhaal. En het is ook gebeurd want zowel joden, christenen als moslims zien Abraham als de vader van het geloof.

Jezus neemt drie vrienden bij de hand, de berg op. Hij wil bemoedigd worden en Hij weet dat op een Berg dat gemakkelijker gebeurt. Dit was bij Mozes toch ook zo, en bij Elia? En waar hebben ze het over? Over zijn ‘heengaan’, zijn ‘uittocht’ staat er letterlijk, zijn ‘exodus’. En de link wordt gelegd met de Uittocht, de Exodus van de joden uit Egypte. Dat zijn wel bemoedigende ervaringen als je in de put zit. De sores van vandaag wordt geplaatst in het perspectief van eeuwen. Jezus gaat stralen in dat perspectief. Er schijnt ineens een ander licht op de werkelijkheid. Het is net alsof je je ogen opendoet na een verkwikkende nachtrust. De zwaarte van de dag van gisteren is ineens voorbij. Een nieuwe dag is aangebroken. Je kunt er weer tegenaan.

Dit zijn ervaringen die in ons leven maar af en toe gebeuren, zo schijnt het. We koesteren die momenten. Het boeiende en het mooie van wat we hier in deze kerk vieren, is dat we zulke momenten ook oproepen. Het hoeft ons echt niet allemaal zo maar te overkomen. Ieder jaar op weg naar Pasen krijgen we op de tweede zondag van de vasten, de Veertigdagentijd, dit evangelie van de gedaanteverandering van Jezus, van het moment dat Hij – zien soms even – in een ander licht komt te staan. En wij met Hem. We hoeven dan echt niet persoonlijk in de moeilijkheden te zitten. Het kan ons zelfs voor de wind gaan. En toch: wij zijn geen individualisten als we hier naar toe komen. We willen te maken hebben met mensen die wél in de sores zitten. Of ze nu dichtbij wonen of verder weg zoals die teruggestuurd asielzoekers uit Honduras waarvoor de Vastenactie geld inzamelt. Wij zijn een kerkgemeenschap die samen op weg is naar Pasen. Gedeelde vreugde is volle vreugde, gedeelde smart is halve smart. Kunnen we aan elkaar die momenten van opluchting, die momenten van licht, van verlichting schenken? Zal God ze ons schenken? Of doen we het samen: God en wij, in een samenwerkingsverband? Kijk eens naar de sterren aan de hemel, wordt ter bemoediging aan Abram gezegd. Jij bent mijn geliefd kind wordt ter bemoediging aan Jezus gezegd. En hoe gaan wij met elkaar verder? Hoe bemoedigen wij elkaar?

Joost Jansen, norbertijn