Een stapel kranten. Het meeste is nieuws waar we ons zorgen over maken. Nog meer bezuinigingen. Weer een jongeman, in elkaar getrapt door andere jongeren. Opnieuw een oproep tot respect in het voetbal, binnen en buiten het veld. Waarom? ‘Houd het nu nooit op?’, hoor ik mensen denken. Wie is schuldig? De daders? De slachtoffers? De ouders? De school? De samenleving? We kunnen het toch niet wijten aan de opwarming van de aarde? Heeft God hier nog mee van doen? Je kunt zeggen van niet. Ik zeg dat Hij er wel mee te maken heeft. Maar wel op zijn manier.
Natuurlijk heeft God hier – in eerste instantie - weinig mee te maken. Ik geloof niet in een God die alles regelt en zelfs de kleinste actie van mensen al voorzien heeft. Zo’n beeld van God zou de menselijke vrijheid opheffen. Met zo’n God zouden we slechts radertjes zijn in een grote machine. Zou je met zo’n God wel echt van elkaar kunnen houden? Zou je dan niet geprogrammeerd zijn en afhankelijk van wat emoties? Neen. God heeft ons vrij geschapen om in alle vrijheid voor elkaar verantwoordelijk te zijn en zo met elkaar om te gaan. Ook vrij om onverantwoordelijk met elkaar om te gaan…. en elkaar het leven moeilijk te maken. Kijk maar in deze kranten.Hoe heeft God dan met al die ellende te maken als Hij er zelf niet de hand in heeft? Ik geloof in een God die echt bij zijn mensen, bij zijn volk wil zijn. Ik word in deze overtuiging gesteund door de verhalen uit de Bijbel en door wat mensen van Hem hebben laten zien en nog laten zien. Ik hoor het verhaal van God waarvan verteld wordt dat Hij verschijnt bij Mozes in een brandende braamstruik omdat Hij de ellende van zijn volk gezien heeft. ‘Daarom ben ik afgedaald’, zegt Hij. Afgedaald om onder de mensen te zijn. Zijn volk leeft als slaaf in Egypte, is verdoofd door het vele werken en het karige voedsel. Een enkeling, zoals Mozes, heeft nog de kracht om open te staan voor een ander geluid, om vrij te reageren op wat zich aandient. De rest, die loopt door, bang om zelf ook in elkaar getrapt te worden. Men kijkt de andere kant uit. ‘Voor je het weet heb je een mes tussen je ribben’, hoor ik zeggen in de supermarkt, ‘ik reageer niet, dat moet de politie maar doen. Maar die is in geen velden of wegen te bekennen.’ Een enkeling, zoals Mozes, reageert, ziet, hoort, verstaat het en handelt. Omdat hij geraakt is. Omdat hij geraakt blijft door het innerlijk vuur.
God zal de ellende niet oplossen. Dat heeft Hij eigenlijk nooit gedaan, noch bij Mozes, noch bij Jezus, noch in deze tijd. Maar Hij wil er wel bij blijven. Daar gaat het om, erbij blijven. Gewoon op je eigen kleine plek erbij blijven en dan dat innerlijk vuur laten gloeien. In ons eentje kunnen we vaak niet veel uitrichten, maar als we bij elkaar blijven dan kunnen we het verschil maken. We kunnen bemoedigen, we kunnen steun bieden, we kunnen de handen uit de mouwen steken. De toestanden die vanuit deze kranten naar ons toekomen, kunnen we echt niet allemaal aan. Maar Mozes is in zijn eentje begonnen en heeft medestanders gekregen. Bij Jezus idem dito. Wij hier zijn toch ook medestanders van elkaar? Laat u uw buurman of buurvrouw barsten?
Op weg naar Pasen wordt ons deze boodschap gegeven. Na de beproevingen in de woestijn, na de verlichting op de Berg – vorige week – wanneer Jezus te horen krijgt dat God van Hem houdt, krijgen we vandaag die bemoedigende boodschap dat God daar is waar mensen in de zorgen zitten. Hoe is Hij dan daar aanwezig? Kun je dat voelen? Ervaren? Ik denk van wel. Hij legt die opdracht bij ons neer, bij ons allemaal. Wij zullen er dan bij moeten blijven. Met alle problemen die er in de grote en in onze kleine wereld zijn, lost het niets op als we ons afwenden. We moeten alles aankijken, de zorgen met elkaar delen en dan kunnen we slechts elkaar ondersteunen. Zo wil God dat. Meer nog, door zo te werken brengen wij Hem aanwezig. Dat is een groot geheim: dat wij God aanwezig laten zijn. Hoeveel wonden er ook geslagen zijn, wonderen kunnen gebeuren wanneer wij erbij blijven. En dat is best verwonderlijk!
Joost Jansen o.praem.