Niet iedereen weet meer waar het met Pasen over gaat. Kijk maar wat er in De Hadeejer door een zestal mensen wordt gezegd. Op de vaag of Pasen nog zin heeft antwoorden ze dat ze niet naar de kerk gaan maar wel Tweede paasdag als extra vrije dag willen behouden. Men koppelt Pasen aan het zoeken van eieren. Dat is te begrijpen. Eieren en kuikentjes horen bij Pasen in de volksgebruiken. Waarom?
Eieren wijzen op nieuw leven, op vruchtbaarheid, op een kuikentje ook dat door de harde schaal heen zich naar buiten vecht. Het lijkt wel op dat duistere graf dat zijn inhoud prijsgeeft aan het daglicht. Maria van Magdala kwam kijken of er nog iets te zien was…Een wonderlijk verhaal dat we krijgen met Pasen na het donkerte van de Paasnacht. De vrouw die zoveel van Jezus houdt, heeft maar een kleine aanwijzing nodig om te geloven wat ze altijd al heeft geweten: deze levende kerel, deze Jezus, kan gewoon niet voorgoed gestorven zijn. Als het graf open is, waar is Hij dan? Waar is Hij gebleven? Dat is de vraag die veel mensen hebben wanneer een geliefde gestorven is. Waar is hij, waar is zij gebleven? Hoeveel keer hebben we hier in deze kerk die vraag niet gesteld in het afgelopen jaar bij al die uitvaarten. Waar is hij nu, waar is zij? Wanneer je echt van iemand houdt, dan kan het toch niet over zijn? Liefde sterft toch niet? Hemel en aarde kunnen vergaan, maar mijn liefde blijft immer bestaan… Zelfs kinderen in hun poesiealbums schrijven het. Het is een oergevoel.
Pasen, met de belijdenis dat de Heer waarlijk is opgestaan, gaat door op dit oergevoel. Pasen geeft inhoudt aan dat oerverlangen dat echte liefde nooit kan sterven. Een jonge weduwe loopt dagenlang in de trui van haar overleden man. Ze neemt in huis telkens de dingen op die van hen samen zijn geweest. Is dit nu allemaal voorbij? Komt die tijd samen nooit meer terug? Ze zoekt naar houvast. Ze ontdekt langzaamaan, er gaat een tijd over heen, dat in de dingen die ze doet hij er nog steeds is. Ze doen het samen.
Maria van Magdala doet ook wat ze het laatste jaar gedurig heeft gedaan. Ze zoekt de vrienden van Jezus op. We horen van Petrus en de andere leerling. Hij heeft geen aparte naam, ieder van ons kan die ‘andere vriend’ zijn. Het is wel de vriend die het eest gelooft, ook dat kunnen wij zijn. Het is de vriend die er ‘heilig’ van overtuigd is dat Jezus, de Levende, niet bij de doden kan zijn achtergebleven. Hij leeft! Hoe? Dat moet nog allemaal duidelijk worden, dat is een immer durend verhaal, al 2000 jaar lang.
Dat Jezus uit de doden is opgewekt, is en blijft de kern van de christelijke boodschap. Als baby’s gedoopt worden dan is dat naar die Christus toe. Als kinderen hun eerste communie doen dan krijgen ze deel aan dat Lichaam van de levende Heer. Als jongeren gevormd worden dan heeft het te maken dat je er voor uit komt dat die boodschap van Jezus nog steeds actief is. We kunnen nog zo zeer de sociale kanten van ons geloof naar voren halen, we kunnen aangeven dat een kerk best wel nuttig kan zijn bij ziekte en overlijden of als mensen in de kreukels zitten, de kern van het christelijk geloof is en blijft dat God Jezus niet bij de doden heeft achtergelaten maar heeft opgewekt tot een nieuw leven. En wanneer dat bij één is geschied dan kan het opnieuw gebeuren. Ook bij u en bij mij.
Het gaat daarom in ons geloof niet zozeer of we er tijd voor inruimen. Het gaat er eerder om of we het lef en de flair hebben om dit concreet te maken in ons leven. Het gaat dus niet om wat extra werk, het gaat om ons hart dat geraakt wordt door diezelfde liefde van God die ook gewerkt heeft toen Jezus gestorven is en weer is opgewekt tot een nieuw bestaan. En wanneer je hart geraakt is, dan ga je ook de dingen anders doen, ga je je bestaan anders inrichten. Die jonge weduwe die tijden lang de trui van haar man droeg, heeft dat gedaan. Als je haar tegenkomt, dan kom je ook hem nog tegen. Maria Magdalena en Petrus hebben het ook gedaan. Ze hebben de zaak van Jezus opgepakt. Daarom is die boodschap niet verloren gegaan. En wat deed die andere vriend, die vriend die het eerste geloofde? Die andere vriend dat zijn wij toch…? Wat doen wij met die boodschap van de levende Heer?
Allen een ZALIG PASEN!
Joost Jansen o.praem.