Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanToen ik een flink aantal jaren geleden tegen een priester zei dat het toch wel tijd zou worden dat men mij voor de priesterwijding zou aanbieden aan de bisschop, kreeg ik te horen hoeveel moeilijkheden ik me dan op de hals haal. Dat was toen geen bemoedigende reactie. Ik vroeg me toen af of hijzelf wel lekker in zijn vel zat als priester….

Gelukkig ben ik toch doorgegaan, anders zou ik hier nu niet staan op deze plek. Ik dacht toen: als iemand wil gaan trouwen dan stapel je toch ook niet de waarschuwingen op? Je zegt dan toch ook niet dat één op de drie huwelijken strandt? De meest jonge stelletjes zijn zich er heus wel van bewust. Alleen zeggen ze dat het bij hen anders zal gaan. En dan is hun  reactie heel gezond! Gaat alles in het leven dan van een leien dakje?

Iedere inzet, ieder engagement, iedere trouw aan een ander en aan anderen kost kruim. Maar staat dat op de eerste plaats? Jezus roept mensen omdat Hij een ideaal heeft. Dat ideaal noemt Hij Rijk van God. Zijn passie heeft te maken met het geluk van mensen, mensen die nooit helemaal uitgegroeid zijn, nooit helemaal volmaakt zijn. Mensen die eerder van alles mankeren, meer willen dan ze nu kunnen. Mensen die onthand zijn om de ander te bereiken. Gewoon mensen zoals u en ik. Met al onze goede kanten en ook onze kwetsbaarheid. En Jezus kan het zelf ook niet alleen, daarvoor zijn het te veel mensen die aandacht nodig hebben.

Gelukkig zijn er mensen die Hem hierbij willen helpen. Mensen in zijn tijd, maar ook later andere mensen. Trouwens in de eerste lezing hebbe we gehoord dat Elia ook hulp zocht en toen Elisa vond aan wij hij een stuk verantwoordelijkheid kon overdragen. Jezus is heel eenvoudig: denk nu niet dat ik je een rozentuin beloof als je met Me meetrekt. Het blijft een serieuze zaak. De vossen hebben holen maar Ik heb – als het ware – geen plek om mijn hoofd neer te leggen. Wat Ik je wel kan bieden is dat Rijk van God. Je wordt er niet rijk van in geld, maar toch wel rijk.

Die priester van het begin die bij mij wat tegendruk gaf, heeft op zich wel gelijk. Maar hij vergat gewoon mij te betrekken in de ‘drive’ die bij iedere roeping nodig is. Of die roeping nu is om in de zorg mensen te helpen, of om op maatschappelijk vlak mee te werken aan actief burgerschap, of… u vult zelf maar in. Het gaat in ons leven toch altijd ook om hoe ik de ander nabij ben? Wat ik kan bijdragen aan wat meer vrede, gerechtigheid, wat meer erbarmen onder mensen.  Zoals Johanna die nu 76 jaar oud is. Ze heeft veertig jaar gewerkt in Zambia als verpleegkundige. Bij haar medezusters doet ze nu nog goed werk door zusters naar het ziekenhuis te brengen of ze daar weer te halen. Maar ze kan maar niet vergeten dat bij haar laatste bezoek aan Zambia ze weer wat afgedankte mensen heeft gezien. Niemand bekommert zich om hen, klaagt ze. En Abraham moest toch ook op zijn 75ste nog een nieuwe uitdaging aangaan? Ik kan het niet ontkennen. Het zal me niets verbazen dat ze nog een paar jaar terug gaat. De ‘drive’ is er nog steeds. En ze voelt dat God blijft roepen.

Is het dan God die roept? Of Jezus, zoals in het evangelie? Is het niet gewoon een menselijk verlangen naar wat avontuur en beweging? Misschien is het wel beiden. God heeft tenslotte de mensen zo serieus genomen dat Hij zijn eigen Zoon naar ons gezonden heeft om heel onze werkelijkheid op te nemen. Ik blijf me uitgedaagd voelen door mensen, met vallen en opstaan. Maar ik erken ook dat God mij nodig heeft, mij roept. Ik merk het vooral als het ’n keer tegenzit en ik alle zeilen bij moet zetten. Dan denk ik bijvoorbeeld aan dat verhaal van Jezus over de zaaier. Niet alle zaad is vruchtbaar. Maar ik moet wel blijven zaaien. Dan denk ik aan het verhaal dat Jezus zich geheel en al gegeven heeft uit liefde, tot op het kruis. En dat Hij weer tot leven is gewekt. Dan merk ik dat ik doorga waar anderen afhaken omdat ik gesteund word in de rug. Het bijzondere van geroepen worden door God is juist dat Hij dan mee blijft lopen. Dat Hij je niet meer loslaat. Wie trouw blijft aan waartoe hij geroepen is, kan er ook op vertrouwen dat hij steeds voldoende energie krijgt. Wie met God zijn weg gaat, is veilig.

Joost Jansen, norbertijn