Een medebroeder met wie ik goed bevriend was, krijgt plotseling het bericht dat hij ongeneeslijk ziek is. De doktoren geven hem nog maar enkele maanden. In de vespers – het avondgebed – zingen we diezelfde avond Psalm 90: ‘Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart.’ Het is de antwoordpalm van deze dag. Deze zin slaat bij hem in als een bom. Hij heeft die psalm al tientallen jaren gebeden. Maar nu zijn lichaam wordt opgevreten, ontdekt hij ineens in die woorden van gebed de diepere betekenis. ‘Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart.’ Wie herkent niet dat iets wat je geregeld hoort, ineens een bijzondere betekenis kan krijgen?
We lezen verhalen, we kijken naar programma’s op de televisie, we horen de lezingen uit de Bijbel in de kerk of thuis, en knikken vaak instemmend. Maar ze raken ons niet tot op het bot. Dan ineens - met een indringende ervaring – slaat het in als een bom. Ons bestaan gaat echt niet altijd van een leien dakje. Er zijn perioden dat we een kruis opgelegd krijgen. Niet iedereen accepteert dit. Zo mocht bij een van onze parochianen het woord kanker niet gebruikt worden. Tot op de ochtend van haar sterven zei ze nog dat ze beter zou worden. Het deed me pijn. Zij heeft haar ziekte niet echt aangekeken. Zij heeft ook de omgeving niet de gelegenheid geboden om afscheid te nemen. Om samen toe te leven naar een andere vorm van aanwezigheid, want dat is toch sterven?‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’ wordt gezegd. De buren zien dat vaak niet, maar het kruis is er wel. Hoe ga je er mee om? Stop je het weg? Negeer je het? Jammer, want dan kun je er niet mee omgaan. Daarom die aansporing van Jezus om eens te gaan zitten en je af te vragen: ‘Waar ben ik mee bezig?’ En: ‘Ben ik wel goed bezig?’ ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’, maar ook: ‘je krijgt kracht naar kruis.’ Deze gezegden zijn levenswijsheden. Ze worden onderbouwd door heel veel menselijke ervaring. En die ervaring is hier aanwezig, hier in deze kerk.
‘Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart.’ Die dagen die we naar waarde moeten schatten, dat zijn de gewone dagen. Het zijn niet allereerst de hoogtepunten van mijn leven, noch de dieptepunten. Het zijn mijn huis-, tuin- en keukendagen. Wat is de waarde van deze dagen? Ben ik er gelukkig mee? Ben ik er ook gelukkiger in geworden? We zijn tenslotte voor het geluk bestemd. Karel was dan wel onder de indruk van dit citaat van psalm 90, maar hij heeft er toch drie maanden over gedaan om zich gewonnen te geven. Hij was gegrepen door deze zin uit Psalm 90 maar er ook wat mee doen, dat is niet eenvoudig.
De waarde van onze dagen te schatten is uitdagend, of het nu de gelukkige dagen zijn of de dagen van tegenspoed. Wil ik er een beetje wijzer van worden dat zal ik eerst met een welwillend oog naar mijn dagen moeten kijken. Het vraagt dat ik even de stilte toelaat. De radio of de televisie uitzet en rustig luister naar wat er dan in mij opkomt. Margot komt geregeld voor het sacrament van verzoening (de biecht) en wat zij voor God wil brengen onderbouwt zij ook altijd. Dat vind ik knap. Want dan kun je ook iets in je gedrag veranderen. Je bent niet slaaf van wat eens in je bestaan gegroeid is. Zij maakt zich even los van de maalstroom waarin iedere mens af en toe geraakt.
Het is vandaag Ziekenzondag. Juist als je beproefd wordt dan word je gedwongen om na te denken over de waarde van je leven. Het lijkt wel alsof het sneller gebeurt in moeilijke omstandigheden dan wanneer het je voor de wind gaat. Het zij zo. Maar als je je kwetsbaarheid ervaart, leer je dan je dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart? Want wijsheid van hart is wanneer je gericht staat op de ander en ook God in je leven toelaat. Ik ken mensen die ernstig ziek zijn en waar bezoekers zelf gesterkt naar huis gaan. Ze zelfs door die zieke worden aangesproken op hun manier van leven. Dan geeft die zieke wel blijk van een staaltje wijsheid. Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart. Het geldt voor ons allemaal: de gezonden en de zieken!
Joost Jansen, norbertijn