Geregeld krijgen we op de televisie programma’s waarin het leed van mensen breed wordt uitgemeten. Familiediner of De Rijdende rechter: we verlustigen ons in het leed van anderen. Ook omdat het zo herkenbaar is! Wie goed kijkt merkt dat de aanleiding tot verstoorde relaties vaak in een klein hoekje zit. Waarom zeg je nu niet ’n keer sorry en geef je elkaar de hand, wil je af en toe tegen die mensen zeggen! Het is soms heel moeilijk tot elkaar te komen, om elkaar te vergeven.
Maandag j.l. in een groep rond Bijbelverhalen kwam vergeving ook ter sprake. Het zijn vaders en moeders met jonge kinderen. Vergeven? Ja, tot op zekere hoogte. Vergeten dat lukt vaak niet als je op je ziel getrapt bent. En als iemand je kind vermoordt zoals deze week weer gebeurd is, dat is onvergefelijk. ‘Dus er is voor zo iemand geen weg verder?’, vraag ik. We voelen allemaal aan dat we hier op een heel kwetsbaar terrein beland zijn.Daarom de verhalen uit de Bijbel vandaag. Bij een eigentijdse bedrijfsvoering zou die herder er niet over in gezeten hebben dat hij aan het einde van de dag één lammetje minder heeft. Eén op de honderd, dat is één procent. Een verwaarloosbaar verlies. Bedrijfsrisico zeggen we vandaag. Maar zo is die herder niet. ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’, zal hij gedacht hebben. Ook dat ene schaap is belangrijk. Ook dat ene zilverstuk is belangrijk, zegt de vrouw. Want het verlies van kleine zaken, het verlies van kleine attenties in relaties, kunnen op den duur grote gevolgen hebben. Wanneer in een relatie mensen langzaamaan wat grover worden in hun omgaan met elkaar, dan worden ze ook ongevoeliger over de gehele linie. Wanneer bij de eerste, misschien onbedoelde tik, tussen man en vrouw dit niet onmiddellijk bespreekbaar gemaakt wordt, dan kan het uitlopen op huiselijk geweld. En dat overkomt ongeveer 5% van de bevolking van HDL… Of als dader of als slachtoffer. Een klein begin kan grote gevolgen hebben. Is er een weg verder? Kun je het goed maken? Ja, het kan. Het vraagt veel van mensen. Het vraagt een grote capaciteit van vergeven bij degene aan wie kwaad is gedaan. Het vraagt ook van de dader – laten we hem of haar zo maar noemen - openheid en berouw. U voelt wel aan dat dit moeilijk is.
Wanneer iemand in zijn laatste levensfase is dan stel ik wel eens voor om het sacrament van verzoening te ontvangen. We noemden dat vroeger de biecht. Vaak krijg ik het antwoord: alle mensen zijn goed. Of: ik heb niets verkeerds in mijn leven gedaan. Ik zelf kan het deze mensen niet nazeggen. Niet alle mensen zijn altijd en overal goed. En: ik heb zelf best wel dingen verkeerd gedaan in mijn leven. Daar heb ik spijt van, berouw als je wilt. Ik heb ook vergeving gevraagd aan die ander die ik heb gekwetst. Ik heb ook God om vergeving gevraagd in het sacrament van verzoening, ik heb gebiecht.
Waarom tevens dit laatste? Omdat het kwetsen van een ander ook altijd een groter geheel stoort. Ik geloof in een God die verdriet heeft over wat er in onze wereld gebeurt aan moord en doodslag, aan wat er bijvoorbeeld nu in Syrië aan de hand is. Een God die ook verdriet heeft over kleiner kwaad omdat het leidt tot groter onrecht. Daaraan heb ik zelf soms meegewerkt en ik zal er in de komende jaren niet van verschoond blijven. Omdat God bewogen is met zijn mensen en vaak verdriet over ons heeft, wil ik Hem ook om vergeving vragen. Doen we dat niet aan het begin van iedere viering? Ik belijd voor de almachtige God…? Heer, ontferm U…?
De twee parabels die Jezus ons toevertrouwt over de herder die zijn schaapje zoekt, over het zilverstuk dat de vrouw verloren heeft, eindigen in vreugde. Wanneer een echtpaar het weer goed heeft gemaakt, elkaar vergeven hebben, dan is die vreugde voller dan voorheen. Als we echt weer aangenomen zijn, wanneer we voelen dat de relatie echt hersteld is, dan geeft dat een diepe vreugde. Zou dat ook kunnen tussen strijdende partijen in Syrië? Zou onze wijze van omgaan met pijn en verdriet, met schuld en vergeving, meewerken aan de verzoening in onze wereld? Wat op klein niveau gebeurt, is van invloed op grotere schaal, zo geloof ik. Mogen we daar om blij zijn?
Joost Jansen, norbertijn