God heeft ons gebed niet nodig… ik las het enkele jaren gelden in een joods commentaar over het gebed. Ik schrok. Zo had ik het nooit gezien. Natuurlijk wist dat al bid je nog zo hard om iets te verkrijgen, je het niet noodzakelijkerwijs ook ontvangt. God is geen automaat. Je gooit er wat gebedsmunten in en floep daar heb je het. Maar zo sterk heb ik het nooit gehoord: God heeft ons gebed niet nodig.
Wat doe ik dan nog met enkele uren gebed per dag in mijn abdij? En al die goede parochianen die elke dag gewoon bij het eten bidden, of misschien nog ergens overdag de rozenkrans. Wat moet ik met zo’n uitspraak? Ik voelde ook wel ergens dat er waarheid in schuilde. Welke waarheid?Wanneer ik goed luister naar het verhaal van Mozes in de eerste lezing dan lijkt het er op dat de overwinning van Israël wel degelijk afhankelijk is of Mozes zijn handen naar de hemel strekt of niet. Gelukkig dat hij ondersteund wordt door twee kameraden Aaron en Chur. Het is een mooie samenwerking van een kleine gemeenschap. Elkaar helpen om te blijven bidden. Maar heeft het wel zin al dat bidden? We bidden iedere keer weer voor vrede en het schijnt niet veel uit te halen in onze gewelddadige wereld. Heeft het bidden dan geen zin? En dan ook nog eens die onrechtvaardige rechter in het evangelie. Het lijkt wel of hij het gebed van de weduwe niet serieus neemt en alleen maar reageert om van die eindeloze bezoeken af te zijn. U begrijpt dat het allemaal niet eenvoudig is om de zin van bidden uit te leggen.
God heeft ons gebed niet nodig.. maar die joodse wijze gaat verder: wij hebben zelf het gebed nodig om ons steeds te herinneren dat God ons wel degelijk nodig heeft. Nu wordt het anders. God heeft ons dus wel nodig. Al die woorden en vragen en smekingen zijn niet het belangrijkste. Wat van het hoogste belang is dat wij open staan voor Hem en ons verantwoordelijk maken voor wat Hij met ons mensen voor heeft. Wat is dat? Meer vrede in onze wereld, verzoening. En ook dat mensen elkaar tot geluk brengen. Daarvoor zullen we als het ware steeds met onze stekker in het stopcontact van God moeten zitten. We moeten met Hem verbonden blijven en dat doe je door te bidden.
Hoe vaak maak ik het niet mee dat alle gebeden om genezing allang over zijn. Deze vrouw bij wie ik ben gaat gewoon dood. Maar hoe verschillend kun je sterven! Zij is een relatief jonge vrouw met kleine kinderen. Alles was gezegd, alle vragen om genezing waren al gebeden, de ziekte vernietigde haar lichaam. Maar niet haar geest. We baden een Onzevader. Het zo eenvoudige gebed. Het gaat dan niet meer precies om ‘uw Naam worde geheiligd’ of om ‘vergeef ons onze schulden’. God weet dat allemaal goed. Miljoenen keren heeft Hij dat gehoord. Ook Hij kent het Onzevader uit zijn hoofd, in alle talen van de wereld. Maar door het samen bidden van dit kerngebed van ons christenen, blijven we wel met onze stekker in het stopcontact van God. We blijven met Hem verbonden. We blijven op zijn spanning aangesloten. Zijn energie geeft ons energie.
De Israëlieten blijven in hun strijd kracht houden niet om het automatisme van Mozes’ omhoog geheven armen. Ze blijven krachtig omdat Mozes met zijn armen blijft wijzen naar God. Vind je kracht in Hem, blijft Mozes wijzen en zeggen. En als zijn armen verslappen, als zijn gebed dus verslapt, dan komen zijn twee kameraden er bij, Aaron en Chur. Als ons persoonlijke gebed verslapt, dan is er gelukkig deze gemeenschap waarin wij samen bidden. En zelfs als we de woorden van het bidden niet meer weten, wat vergeten zijn, dan zijn er gelukkig plekken als deze waar mensen samenkomen die wel weten te bidden.
Bij bidden gaat het niet om al onze wensen en verlangens te uiten opdat God ze allemaal inwilligt. Bidden is je stekker in het stopcontact van God steken, in goede en slechte tijden. Bidden doe je als het gewoon goed gaat, met jou, met je gezin, met je familie. Bidden doe je ook bij tegenwind. Maar steeds bidden wij om aangesloten te blijven op die Bron van Leven die we God noemen. Al die vragen van ons heeft Hij niet nodig. Maar God heeft ons wel nodig voor zijn wereld. Want daar moet nog heel wat gebeuren…
Joost Jansen, norbertijn