In Nederland vieren wij dit jaar 200 jaar koningschap. Een koning hebben wij vanaf 1813. Het wordt gevierd onder de titel ‘vrij en verbonden door gelijke rechten en plichten’. Een heel programma wordt in die ene zin samengebracht. Vrij willen zijn, ja, verbonden als het ons aanstaat. Rechten willen we ook, ja, plichten als het ons uitkomt. We worden onmiddellijk geplaatst in het spanningsveld van de huidige samenleving. Want er is nogal wat verscheurdheid. De een spot met alles, een ander keert zich ten goede.
Het is als bij die twee boeven die samen met Jezus gekruisigd zijn. De een blijft verstrikt in zijn negatieve houding, de ander vertrouwt zich toe. Deze laatste zal met Hem zijn in het paradijs. Vandaag, zegt Jezus hem. Is het zo eenvoudig om in het paradijs te komen? Dat kan toch niet?Zolang er mensen op aarde zijn, zoeken ze naar wegen om goed samen te leven. Hoe meer mensen, hoe moeilijker. We zijn allemaal gelijk… dat denk je maar. De een is meer gelijk dan de ander en dan beginnen de moeilijkheden. Hier is ook de oorsprong van het feest van Christus Koning van het heelal. Het is ingesteld in het begin van de vorige eeuw toen overal in Europa dictators aan de macht wilden komen en later ook gekomen zijn: Lenin en Stalin, Hitler en Mussolini. De Kerk heeft toen gezegd – beleden zelfs – er is maar één echte leider en dat is Jezus Christus. Hij heeft zijn leven gegeven om de uitersten te verzoenen en mensen bijeen te brengen en te houden. Hij is er aan gestorven, op het kruis.
De komst van dictators, van Führers, heeft de kerk niet kunnen tegenhouden. Ook vandaag niet, want ze zijn er nog steeds en niet alleen in verre landen. Wat de Kerk wel doet is een weg schetsen. Want het verlangen om van deze wereld een paradijs te maken, leeft in veel mensen. Kijken we alleen al naar de aantrekkelijke reclame voor het Zwitserlevensgevoel. Reclame zegt veel over het verlangen van mensen. Welke weg schetst ons geloof dan? De koninklijke weg, de weg waarop mensen elkaar helpen en ondersteunen, de weg waarop niemand aan de kant wordt gelaten. Het huis van Jan en Maria staat altijd open. Een is er altijd wel thuis, de ander is op pad. Ze wisselen als het ware af. Er wordt van alle kanten een beroep op hen gedaan. Gelukkig komen ze ook aan hun eigen leven toe. De samenleving heeft veel aan Jan en Maria.
Wat te doen als er toch weer dictators en Führers verschijnen? Niet ieder kan op een kruis gaan hangen om de wereld te verzoenen! We kunnen echter wel gedenken dat er Eén dit voor ons heeft gedaan. Eén heeft zijn leven in de waagschaal gesteld om mensen te redden. Niet dat Jezus bij iedereen succes heeft. Zelfs op zijn kruis is er maar één die zich toekeert naar Hem. ‘Vandaag zul je met Mij zijn in het paradijs’, wordt aan die boef gezegd. Wat is dat?, want ook hij sterft. Dat is in vrede kunt gaan, dat is in harmonie je ogen sluiten, dat is opgenomen worden in het licht en de vrede van God. Wat betekent dat voor nu? Dat je de vrede, de harmonie nastreeft. Dat je licht brengt waar duisternis is. Sophie, een jong meisje, heeft niet in de gaten hoe ze voor haar omgeving belangrijk is. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Ze dartelt rond en is vol speelse aandacht voor alles en ieder. Ze is betrokken. Ouderen denken soms, kon ik ook nog maar zijn als Sophie. Dat is een mooi verlangen bij die ouderen…
Wat je verlangt, daar moet je iets mee doen. Vandaag nog. Verlang je naar een paradijsje op aarde: doe zoals Jan en Maria en ook als Sophie. Irriteert het je als mensen de baas willen spelen? Zorg dan zelf dat je steeds in gesprek gaat en zoek met anderen naar wegen waarin ieder tot zijn recht komt. Vind je dat menselijke waarden verkwanseld worden? Ga dan zelf aan de slag met meer mildheid en billijkheid, met wat meer liefde. Er is zoveel te winnen aan vrede.
Christus, Koning van het heelal? Voordat we bij het grote heelal terecht komen, kunnen we beter beginnen met onze aarde, met onze eigen omgeving. Wie zich toekeert tot deze Jezus op zijn kruis, die zal ook nu horen: vandaag zult je met Mij zijn in het paradijs.
Joost Jansen, norbertijn