Een student vertelde me dat hij in het voorjaar twee weken naar New York mocht voor studie. Hij was gewoon om naar de kerk te gaan. De Goede Week kwam er aan. Hij merkte er niets van. De 24-uurs economie ging gewoon door. Ergens had hij een kerk gevonden om er Pasen te vieren. Hij voelde hoe hij met zijn geloof een buitenbeentje was.
Zo is de ervaring van velen vandaag. In hun rapport voor de vergadering met de Paus in Rome deze week hebben de bisschoppen het er ook over. Sommigen zullen zeggen: ze hebben het er naar gemaakt… Maar ik wil me niet nestelen in een pessimistische kijk op de ontwikkelingen van de kerk in West-Europa. Ik schaar me liever aan de zijde van paus Franciscus die met een moedig boek ons allen wil oproepen wat meer de vreugde van het evangelie uit te stralen. De wereld draait dan wel door, maar wij christenen hebben een missie in deze wereld. Hoe?In de opgang naar Kerstmis krijgen we de aansporing vanuit datzelfde evangelie: blijf waakzaam. Anders gezegd: blijf wakker. Val niet inslaap, laat je ook niet in slaap sussen. Het leven is de moeite waard. Sukkelen mensen dan in slaap? Wanneer je je laat meedrijven in de stroom van wat ‘men’ gewoon is te doen, wanneer je precies doet zoals alle anderen doen, dan is het risico groter dat je niets eigens meer toevoegt aan het geheel. Ik ga er vanuit dat iedere mens, u en ik, uniek is. Zo uniek dat we ons licht niet onder de korenmaat mogen zetten in angst die ander misschien een beetje te verblinden. We worden eerder gevraagd om ons licht te laten stralen om daarmee onze eigen weg en die van anderen te verlichten. Daarom ook dat we op weg naar Kerstmis deze ene kaars hebben ontstoken. Er volgen er nog drie op de komende de zondagen. Licht op weg naar Kerstmis. Licht om waakzaam te blijven. Ook licht om wellicht onvermoede kanten van ons bestaan en van ons dagelijkse leven te zien.
Want de boodschap van dit evangelie is heel actueel. Neem de discussie over de leeftijd waarop jongeren een biertje mogen drinken in een café. Neem de trammelant over het wel of niet afdrukken van ‘Stille nacht, heilige nacht’ en van ‘De Herdertjes lagen bij nachte’ of de ‘Zwarte Pieten-kwestie’. Je vraagt je soms af: waar steken mensen hun energie in? Maar wanneer we deze vraag stellen, vermoeden we tegelijkertijd dat het in ons leven om andere dingen moet gaan. Over welke zaken dan wel?
Hoe vier je feest en verbondenheid met elkaar en laat je het niet ontaarden in drinkgelagen? Hoe ga je goed om met de traditionele waarden in ons land, zo nodig om mensen bij elkaar te houden? Hoe loof en prijs je God en roep je ook nog wat nostalgie en warmte op? Het vasthouden aan deze waarden, en nog zoveel anderen, vraagt dat we waakzaam blijven. Het vraagt ook om onderscheiding. Want waakzaam zijn is niet genoeg, je moet ook kunnen afwegen en keuzes maken. Keuzes voor je zelf en dan ook voor anderen. Voor het samenleven met elkaar.
We gaan samen de advent in, de weg naar Kerstmis. We worden wakker gehouden door alles wat er rondom ons en in den vreemde gebeurt. Dan moeten we wel onze oren en ogen open houden. We ontsteken de kaarsen van de adventskrans. We vieren eerst Sinterklaas en dan bouwen we aan een kerststal. Het zijn allemaal kleine zaken maar met elkaar houden die ons wel alert. We houden de verlangen levend. Want over een paar weken mogen we in ons midden Gods aanwezigheid ontvangen in de geboorte van Gods Zoon onder ons. We zijn zelf in verwachting, als kerkgemeenschap. En wie in verwachting is laat zich niet bang maken door allemaal verschrikkelijke dingen in onze wereld. Dat is mooi in de menselijke natuur: nieuw leven wordt ondanks alles toch geboren. Daarop bereiden we ons voor, op nieuw leven. Niet de herhaling van wat is geweest, maar nieuw leven. Leven dat voorheen nog onbekend was. In wezen is de advent dus een spannende tijd. Een tijd van ‘vol verwachting klopt ons hart’. Maar ook dieper en fundamenteler: dat God zich de moeite getroost om onder ons te komen.
Joost Jansen, norbertijn