Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanWij houden het graag kleinschalig en dicht bij huis. We zijn gewend om het nieuws van over de hele wereld binnen te krijgen via onze krant, televisie, onze I-pad of tablet, ons Twitter-account en Facebook. Maar wanneer men komt aan onze eigen gemeenschap dan reageren we wat meer gesloten. Mensen die van elders komen om hier te werken, worden als bedreigend ervaren. En dan komen daar drie wijzen uit het Oosten. Ze komen van verre. Ze komen omdat in hen een diep verlangen is gewekt, een verlangen naar een Geheim, een verlangen naar een glimp van God. Zijn ze welkom?

Het lijkt een gekke vraag. Natuurlijk zijn ze welkom, zeggen we. Maar zijn ze ook welkom als ‘mensen uit het Oosten’, allochtonen dus, mensen die er anders uitzien? Misschien zijn ze wel welkom omdat we weten dat ze snel weer weggaan. Onze nieuwsgierigheid kan even bevredigd worden. Hoe zien die mensen er echt uit? Wat hebben zij ons te vertellen? En als ze nu eens wat langer rond die stal in Betlehem zouden blijven? Als ze een verblijfsvergunning willen aanvragen? Ik denk dat er dan vragen gesteld worden.

Rond Jezus, Maria en Jozef gebeuren belangrijke zaken. Dingen die we later in het leven van Jezus ook tegenkomen, zien we al gebeuren rondom het kribbetje. De armen en uitgestotenen – de herders – verzamelen zich rond Hem. Dat gebeurt later ook. De wijzen uit het Oosten, vreemdelingen, zijn nieuwsgierig naar Hem. Dit zal later ook zo zijn. En wij kunnen ons in deze verschillende mensen herkennen.

Wat drijft die vreemdelingen? De herders kennen nog de verhalen van de Bijbel. De drie wijzen waarschijnlijk niet. En toch gaan ze op weg. Waarom zijn ze geïnteresseerd in de geboorte van een kind in Betlehem? Alleen om die bijzondere ster? Waarom zouden wij ons trouwens interesseren? Die kerk heeft toch afgedaan? Paus Franciscus geeft dan wel weer wat glans aan dat oude instituut, maar verder… Wat drijft deze drie wijzen om op zoek te gaan?

Ik denk dat er altijd een verlangen in mensen schuilt naar wat echte rust en vrede brengt, naar wat echt geluk brengt. Naar hoe je omgaat met de barsten in je leven. Wij weten allemaal dat die rust, vrede en geluk niet te koop zijn. Rust vrede en geluk zijn waarden die we mogen ontvangen. Anderen zijn dan in het spel. We ontvangen die waarden omdat een ander zich om ons bekommert. Het is vaak een verlangen naar diepe liefde en verbondenheid. Het is soms ook een verlangen naar wat ons menselijke gedoe overstijgt, een verlangen naar het Mysterie. En de drie wijzen uit het Oosten vinden dit alles in die stal van Betlehem. Ze vinden het niet in een all-inclusiv resort aan de Rode Zee, een honderd kilometer verderop, maar in een stal te Betlehem. Waarom? Omdat daar zelfs koningen te voet gaan, anders kunnen ze die stal niet binnen. Omdat dit kleine pasgeboren kind ontwapent. Omdat iedere mens – als hij of zij tenminste een beetje gezond in elkaar steekt – klein wordt zoals dit kind. En kwetsbaar wordt.

De drie wijzen vinden het niet in het machtscentrum in Jeruzalem. De maatschappelijke bestuurders, de leiders binnen de godsdienst: zij kunnen die wijzen niet tevreden stellen. Ze kunnen wel doorverwijzen want ergens hebben ze nog weet van wat eens zal komen. En de wijzen vinden. Ze vinden wat ze zoeken. Ze zijn vervuld.

Het is duidelijk dat je dan niet meer op dezelfde wijze terug gaat. Dit zou bij ons eigenlijk ook niet moeten gebeuren. Wanneer wij werkelijk geraakt worden door wat we hier vieren in deze eucharistie, dan gaan ook wij anders naar huis. Want of je het nu wendt of keert, een eucharistieviering is wel een ontmoeting met God. Net zoals de drie wijzen uit het Oosten brengen wij zo dadelijk onze gaven aan: goud, wierook en mirre. Brood en wijn en onze geldelijke gaven. En wij krijgen terug dat heilig Brood en de geestkracht van God, voor de hele week of wat langer.

Wij kunnen vervuld naar huis terug. Als we tenminste onze verlangen hier neerleggen door er even bij stil te staan. Als we ons laten raken door God die zich hier aanbiedt. Als we zoals we zijn met onze schamele gaven, ons toevertrouwen aan Hem. Als we Zijn werk gaan doen.

Joost Jansen, norbertijn