Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan‘Alles goed?’ wordt me vaak gevraagd. Het is zo’n standaardvraag. Ik antwoord meestal: ‘Het meeste wel, niet alles.’ Ik zie dan soms mensen schrikken en vervolgens ontwijkend antwoorden. Natuurlijk weet iedereen dat niet alles goed kan zijn. Maar we zijn onhandig om met elkaar te praten over wat ‘niet goed gaat’.  We willen in ieder geval aan de buitenkant leven alsof alles voor de volle honderd procent goed is. En als het dat niet kan zijn dan stellen we onze verlangens maar een beetje bij. Met een krasje, een beschadiging, een barst is het moeilijk te leven. Maar ze zijn er wel. Zoals er ook mensen zijn met een beperking die we minder en minder in inrichtingen zullen kunnen brengen, buiten ons gezichtsveld. Ze zullen meer en meer onder ons verschijnen.

Als er bij die jonge vissers uit het evangelie niet ergens een barstje in hun leven was geweest, zouden zij die Jezus niet gevolgd zijn. Punt. Als het bij hen altijd goed zou zijn geweest, zouden ze bij hun netten gebleven zijn. Maar ze zijn in beweging gekomen. Natuurlijk weten ze uit ervaring dat het bij het vissen hoort dat je de ene keer meer vangt dan een andere keer. Dat je misschien wel eens helemaal niets vangt. Er moet waarschijnlijk wel meer geweest zijn waarom die vissersjongens achter Jezus zijn aangegaan. Ergens dat knagende gevoel dat er toch meer in het leven moet zijn. Het grote avontuur achter de horizon? Zo zijn tientallen jaren geleden ook jonge mensen uit onze streek naar de missie getrokken. Het is echt niet allemaal om super gelovige redenen geweest. Er zat vaak een brok avonturiergeest bij. Het geloof om het in den vreemde vol te houden, ver weg van het vertrouwde Brabant, zal later gegroeid zijn. Maar speelt dit ook niet in een huwelijk? Is het niet in elke relatie dat je groeit door de uitdaging van het onbekende?

Ze zijn achter die Jezus aangegaan omdat dat Rijk van God dichtbij is. Dat is de eerste zin die we van Jezus in het evangelie horen. ‘Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij.’ Die vissers geloven dit, anders waren ze wel bij hun netten gebleven. Jezus zegt: het Rijk van God is binnen handbereik. Wat is dat? Als we bidden in het Onze Vader: uw Rijk kome… wat verwachten we dan te krijgen? In ieder geval niet iets dat totaal los staat van ons gewone leven maar toch wel zo bijzonder is dat je er gelukkig van wordt, dat je voelt dat je geborgen bent. Het Rijk der hemelen dat onder handbereik is… Ik denk dat het Rijk waar Jezus het over heeft altijd ‘onder handbereik’ zal blijven. Niet om mezelf te ontmoedigen. Maar om steeds een prikkel te krijgen. We zijn er nooit, het blijft altijd onaf. Maar je blijft wel de goede richting uitgaan. Je wordt zelf gestimuleerd en zult ook anderen stimuleren.

Waar word ik dan gestimuleerd? Niet in de eerste plaats waar het allemaal goed gaat. Ik las in een krant over werkelozen die in hun leven iets heel anders aanpakten en ze kregen er plezier is. Er was bij het ontslag door hun vorige baas een barst in hun leven gekomen. Ze hebben juist die uitdaging opgepakt. Maar ook een ernstig zieke die in haar ziek-zijn nieuwe ontdekkingen doet in plaats van steeds te klagen. Ze blijven dat Rijk van God zoeken in wat ze meemaken.

Ik denk dat die vissers uit het evangelie daar een vermoeden van hadden. Als we achter die Jezus aangaan dan hoeft het echt niet allemaal even spetterend in ons leven te verlopen. Maar Hij wijst ons wel een weg om ook met de barsten in ons leven om te gaan. Leeft dat vermoeden ook bij ons? Het is echt niet altijd even pico bello in ons bestaan. Leven we dan snel naar het volgende hoogtepunt toe? ‘Dat feest bij Karel en die zelfde avond moeten we ook nog naar de verjaardag bij Eva.’ ‘Gelukkig dat we binnenkort een lang weekend weg zijn.’ Ik denk dat de weg van die vissers, die eerste vrienden van Jezus, een andere is. Zij zijn gelukkig geworden omdat ze het aandurfden om met alle mankementen in hun leven zich ten dienste van anderen te stellen. Daaraan werden zij gelukkig. Ze namen hun bestaan op zoals het zich aandiende en ze leefden ten volle. Dat was hun geheim. En wij? Hoe doen wij het? Zijn de barsten in ons eigen bestaan ook een mogelijkheid om gelukkig te worden?

Joost Jansen, norbertijn