Wanneer kinderen er een puinhoop van hebben gemaakt na een middag spelen, dan weet je soms niet waar je moet beginnen met opruimen. Het beste is om maar in een hoekje te beginnen, de kinderen - als ze het kunnen – zelf in te schakelen en gestaag verder te werken tot alles weer op orde is. Bij een groot bedrijf in moeilijkheden of bij een land in verwarring is het niet veel anders. Je begint met ergens wat licht te brengen en je hoopt dat met veel inzet en geduld de zaak geklaard wordt. Het gaat er om ergens een lichtje aan te steken in het vertrouwen dat alles verlicht wordt. Misschien wel licht wordt…
Op het Abdijhuis staat de spreuk: ‘Wat ik draag is licht.’ Het is een motto, het is een oproep. Het kan twee betekenissen hebben: ik draag licht zoals wij aan het begin van deze viering licht hebben binnengebracht. Het kan ook betekenen dat wanneer je dagelijkse dag verlicht wordt met het licht van ons geloof, dit die dag ook lichter kan maken. Hoe? Alleen door een kaars aan te steken? Misschien wel, maar er moet natuurlijk ook meer zijn.Maria en Jozef volgen gewoon de gebruiken van hun godsdienst. Veertig dagen na de geboorte wordt het kind Jezus naar de Tempel gebracht, het huis van God. Ze volgen de gebruikelijke viering. Tot zover niets bijzonders. Onze ouders hebben ons ook hier gebracht om te worden gedoopt. Maar er gebeurt nu wel iets bijzonders: de ontmoeting met twee bijzondere mensen die hun hele leven aan God hebben gewijd. Die mensen lopen er trouwens meer rond. Het bijzondere is dat Maria en Jozef en hun omgeving het opmerken. Dat maakt de ontmoeting met Simeon en Hanna zo bijzonder. En Simeon zegt: met dit kind Jezus begint God iets nieuws. God begint op een klein plekje op onze aardbol, maar het is wel de bedoeling dat de hele wereld wordt opgeruimd. Net zoals die speelkamer van de kinderen, je moet toch ergens beginnen… God begint door in dit kind Jezus een glimp van Zijn licht te brengen. God wil met zijn licht mensen ontmoeten. Willen wij Hem ontmoeten?
Er gebeurt veel in dit verhaal in de tempel. Er is interactie. Maria en Jozef zullen wel geschrokken zijn. Wat wordt er allemaal niet gekoppeld aan hun kind amper veertig dagen oud! Ze hebben alleen de bedoeling Hem aan God toe te wijden. Hebben onze ouders bij ons doopsel ook gedaan. En wat is er van geworden? Wat gebeurt er als je aan God wordt toegewijd en je er helemaal naar gaat leven? De oude Simeon geeft het voorbeeld: hij kijkt niet naar zichzelf. Hij klaagt niet over zijn oude dag en etaleert niet al zijn pijntjes en kwaaltjes. Hij ziet wel in deze jonge mensen en in dit kind een nieuwe begin. Hebben onze ouders, zeker bij het eerste kind, ook gezien. En wat is er van geworden? En de stokoude Hanna die zo versleten is dat ze alleen nog maar kon bidden, dankt God om de geboorte van dit nieuwe leven. Het is toch mogelijk dat er in een moeilijke tijd voor dat volk Israël mensen het aandurven om kinderen op de wereld te zetten. Dit kind veertig dagen oud is een teken van hoop. Er wordt weer vertrouwen gewekt. Wat is er van dat geloof en vertrouwen geworden?
Wij zijn allen geroepen om licht te dragen! Wij worden allen geroepen om licht te brengen daar waar het donker is, daar waar mensen elkaar het leven verduisteren. Een vriend van mij heeft in Auschwitz gezeten. Hij vertelde: ‘Ik was echt niet zo religieus maar in Auschwitz staken we nog wel elke keer op de avond van de Sabbat twee kaarsen aan. Zo is onze liturgie. Op een gegeven moment hadden we geen kaarsen meer. We hadden slechts twee lucifers. We hebben ze ontstoken aan het begin van de avond, zoals ons is voorgeschreven. En die twee lucifers verdreven het duister van dat moment. We konden blijven hopen op licht.’ Hij heeft het kunnen navertellen.
Wij kunnen soms niet veel doen. Maar we kunnen wel het licht van onze toewijding brengen daar waar mensen er nood aan hebben. Het is al voldoende als we wat warmte brengen, want dat werkt aanstekelijk. Het maakt dat anderen ook weer zelf warmte brengen. In een verkilde maatschappij warmte en licht brengen. Is dat niet wat van ons wordt verwacht?
Joost Jansen, norbertijn