De begeerte is een belangrijke drijfveer bij mensen, bij iedere mens. Kijk maar eens naar de reclame. We worden van alle kanten bespeeld met de meest mooie plaatjes om ons maar te verleiden om dit of dat te kopen. Ook al heb je weinig geld, je speelt toch met de gedachte: als ik nu eens de lotto win dan… koop ik dat mooie bed, of die mooie breedbeeldtelevisie. Ik ga die droomreis maken zoals Karel en Ria die ook hebben gemaakt.
Vanaf het begin van de mens was de verleiding er al, horen we in de eerste lezing. De slang met zijn dubbele tong was er, de vrouw was er in haar kwetsbaarheid, er was een lekkere vrucht, en de man ging er grif op in. Dit is geen verhaal van zoveel duizenden jaren geleden. Dit is het verhaal van vandaag. Het gebeurt iedere dag.
Met deze verhalen van verleiding, van beproeving, gaan we op weg naar Pasen. Veertig dagen lang, de Vastentijd. We zijn deze tocht begonnen met het ontvangen van het Askruisje, erkenning van onze vergankelijkheid. We zijn op aarde gekomen als een kwetsbaar baby’tje, we verlaten deze aarde ook weer in kwetsbaarheid. En dat hoort zo, wil het Woord van God ons zeggen. Jezus wordt niet voor niets door Gods Geest naar de woestijn gestuurd om beproefd te worden. Ook Hij moet ervaren dat de basis van zijn leven een kwetsbare bodem heeft. Aan het begin staat de verleiding: doe dit, doe dat, dan pas word je een groot man. De Geest van God stuurde Hem niet onmiddellijk naar Athene waar de beroemde filosofen zaten, of naar Rome waar het bestuursapparaat zat, of naar Jeruzalem waar in de leerhuizen de belangrijkste Bijbelgeleerden zaten. Neen, Jezus wordt de woestijn in gestuurd. Misschien ook wel omdat zijn voorouders in de woestijn geleerd hadden hoe ze als een groep individualisten een volk moesten worden. Jezus liet zich leiden en Hij leerde.
Wat leerde Hij? Hij leerde dat de mens niet leeft van brood alleen. Je kunt je welzijn niet ophangen aan wat je allemaal hebt. Welzijn houdt ook in dat je stilstaat bij de waarden in je bestaan. Als alles wat je hebt plotseling wegvalt, wat houd je dan over? Kunnen wij best eens over nadenken.
Jezus leerde ook dat je een ander niet moet uitdagen om zich zelf te verliezen in plezier en andere speeltjes. Als ik de games zie waarmee jongeren en niet meer-zo-jongeren aan de slag zijn, dan gaat het steeds om het lopen van enorme risico’s. Het is zo verleidelijk om de hele wereld aan te kunnen. Wat echt opbouwt is handelen met het oog op anderen. Elkaar proberen op te bouwen en te helpen.
Jezus leerde ook dat echt gezag niet op macht gebaseerd is. Je kunt misschien wel mensen naar je hand zetten (en dat gebeurt op grote schaal in onze wereld, maar ook in onze bedrijven, in onze kerken, tot zelfs in de gezinnen toe). Dat levert op den duur geen betrokkenheid, liefde en vriendschap op. Echt gezag is niet gebaseerd op macht maar op solidariteit, op samen delen, samen organiseren.
Dat allemaal leerde Jezus en nog veel meer, want je zult toch maar veertig dagen en veertig nachten in pure eenzaamheid doorbrengen. Dan leer je heel wat over je zelf. Ook over anderen.
Dit krijgen we voorgeschoteld op deze eerste halteplaats op weg naar Pasen. Iedere mens heeft met deze verleidingen te maken. Adam is in ieder van ons, en ook Eva. Zelfs de slang is er vandaag en probeert verdeeldheid te zaaien, mensen tegen elkaar op te zetten.
Het is juist erg krachtig van ons geloof dat we eens in het jaar hierbij stil mogen staan. Samen. En als we het niet allemaal in ons eigen leven herkennen, dan zeker wel in onze wereld. Kijk deze Hongerdoek maar eens goed aan! Vier vlakken met mensen met uitgestrekte armen. Wij zijn geschapen om ons brood te delen me velen. De handen van veel mensen staan naar ons uitgestrekt.
Sinds woensdag zijn we onderweg naar Pasen. Wie zijn geloof voedt en verdiept, wordt een rijker mens. Kan ook meer voor anderen betekenen. Zal zeker groeien in verbondenheid, vriendschap en liefde. Is dat niet een bron van geluk? Ook voor onze wereld?
Joost Jansen, norbertijn