Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen worden ons allemaal programma’s voorgehouden. Iedere partij legt eigen accenten. Ze willen allemaal onze dorpen meenemen in de komende veranderingen. De zorg moet beter, de overheid dichter bij de mens, de zwakkeren willen we niet vergeten en kale plekken waar eens gebouwen hebben gestaan, moeten weer bewoonbaar worden. Maar vanuit welke visie opereren de partijen?
Jezus plaatst zijn visie in het licht van God: dat horen we in het evangelie. Hij wil – onderweg - zijn visie helder krijgen. En zoals zovelen vóór Hem, zoals Mozes, zoals Elia, gaat Hij de Berg op. Waarom? Hoe? Kunnen wij dat ook? De verhalen die we zojuist gehoord hebben, geven ons de richting aan. Zowel de eerste lezing als het evangelie.
In ieder mensenleven komt er een moment dat we het oude moeten achterlaten. Abram – we hoorden het - doet dat. Men zegt dat het is omdat hij de wereld van de afgoden, van alle idolen van zijn dagen, niet meer vertrouwt. Hij is al die idolen zat. Men vertelt het verhaal dat zijn vader een winkeltje heeft met godenbeelden. Voor ieder ziekte, voor iedere omstandigheid is er wel een god. Het lijkt wel op de heiligen van onze katholieke kerk die ieder hun eigen specialisme hebben. Abram stelt zich de vraag: mijn vader maakt al deze godenbeelden, maar wie heeft mijn vader gemaakt? Wie heeft mij gemaakt? Ben ik louter het product van mijn vader en moeder of ben ik ook geschapen uit Gods hand? Ben ik tevens een kind van God? Om dit op het spoor te komen, gaat Abram op weg. Hij neemt het risico. Hij zal ook eens aankomen in dat land dat hem beloofd is…
Intussen zijn ook wij al tien dagen onderweg naar Pasen. Het is een tocht van veertig dagen met iedere zondag een bijzondere gebeurtenis om ons op koers te houden. Vandaag straalt er licht over Jezus, Hij wordt voor ons in het licht gezet. Net zoals de kunstenaar op de Hongerdoek Jezus ook laat oplichten tussen mensen rondom een tafel. Op de Hongerdoek zijn het wel de armen, de verdrukten, de mensen die niets hebben, die Hem omringen, die naar Hem hun handen uitstrekken. Hun handen naar óns uitstrekken…
Zien wij helder? Zien wij wie en wat ons omringt in het licht van God? Als we het allemaal zouden zien, vallen we misschien ook wel omver, zoals die drie vrienden van Jezus, Petrus, Jakobus en Johannes. Jezus heeft maar drie van de Twaalf meegenomen. Waarschijnlijk kunnen de anderen het nog niet aan. Als eens dat licht van God valt over alle toestanden die ons omringen? 7 % van de mensen in HDL leeft onder de armoedegrens. Ook hier zijn kinderen die niet elke dag een warme maaltijd hebben, of geen nieuwe schoenen kunnen krijgen. En bij de mensen van de Govarikolonie in India waarvoor wij ons als Norbertijnenparochies sterk maken is het nog veel schrijnender. Als wij Gods licht er op laten schijnen, laten wij ons raken?
Gelukkig staat er in ons ervaringsverhaal meer. Er staat ook dat Jezus hulp krijgt van Mozes en Elia. Hij voelt zich gesteund door grote voorgangers waarvan Hij de verhalen van zijn ouders heeft gehoord. Hij voelt zich met name gesteund door die Stem van Boven die Hem bevestigt: ‘Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.’ Ik zal het iedere jaar op deze zondag opnieuw naar voren halen omdat ik het zo’n overweldigende ervaring vind. Want het wordt ook tot mij en tot ieder van ons gezegd: jij en jij en jij en ik, wij zijn de mensen, de zonen en dochters, de kinderen van God waarvan Hij houdt. Liefde mag onze kracht en onze drijfveer zijn.
Voor wie het licht schijnt, voor wie helder wordt wat er zich in onze samenleving en in onze wereld afspeelt, ligt er een groot arbeidsveld open. Wij worden uitgedaagd om de goede keuzes te maken. Niet alleen op woensdag bij de gemeenteraadsverkiezingen, maar ook verder. Dagdagelijks. Wij kunnen die keuzes ook maken omdat we gesteund worden. Wij worden gesteund met het licht van God én door zijn Stem die tot ieder van ons zegt: jij bent mijn kind, Ik houd van je. Ga met mijn liefde op weg en kies!
Joost Jansen, norbertijn