Vandaag worden in Rome twee pausen heilig verklaard. Twee pausen die velen van ons nog kennen omdat ze hen persoonlijk hebben meegemaakt. De een is in 1958 paus geworden, de ander in 1978. We hebben het over paus Johannes XXIII en Johannes Paulus II. Het zijn heel verschillende mensen, maar één ding hebben ze gemeen: ze hebben een blijvende stempel gedrukt op de Rooms-katholieke kerk in de 20e eeuw. Ik wil van beide pausen iets vertellen.
Paus Johannes de XXIII was een boerenzoon die priester is geworden. Hij wordt gevraagd als en soort ambassadeur op veel plekken in Europa. Hij wordt de bisschop/patriarch van Venetië en toen paus gekozen. Men denkt dat ze van deze eenvoudige mens geen last zouden krijgen. Maar Johannes XXIII voelt wel aan dat de tijden aan het veranderen. De Tweede Wereldoorlog is al een tijdje voorbij, de mensen krijgen meer te besteden, er is minder armoede in Europa. Je merkt dat mensen zich andere vragen gaan stellen. Paus Johannes zegt: de ramen moeten open. Laat de Geest binnenkomen. Jezus is er voor iedereen. Iedere gelovige is belangrijk. Paus, bisschoppen, priester en alle gelovigen moeten samen de kerk opbouwen, een kerk die ten dienste staat van mensen in hun dagelijkse bestaan. Paus Johannes zegt: ‘We hebben een nieuw concilie nodig om de kerk bij de tijd te brengen.’ En het concilie Vaticanum II komt. Drie jaar lang hebben 2500 bisschoppen uit de heel wereld met veel adviseurs hard gewerkt. En toen het in 1965 voorbij was, begon het werk pas echt. Paus Johannes was inmiddels gestorven, maar wat hij op gang heeft gebracht, daarvan profiteren wij nog steeds. Neem nu deze viering in het Nederlands en niet meer in het Latijn zoals vroeger. Paus Johannes heeft een kompas uitgezet, een kompas dat nog steeds geldt. Paus Johannes Paulus II heeft hierop voortgebouwd.
Paus Johannes Paulus II is een heel andere persoonlijkheid. Een sportieve man die vroeger toneelspeelde, gedichten schreef, les gaf in filosofie en theologie. Die bisschop is in Polen, in Krakau, dichtbij Auschwitz. Die komt uit een Polen dat nog gescheiden is van het Westen door een IJzeren gordijn. Hij is gegrepen door Jezus Christus die op het kruis heeft geleden en we vermoeden dat het eeuwenlange lijden van het Poolse volk hierin meeklinkt. Hij is ook geraakt door Gods barmhartigheid, zijn liefde, zijn mildheid. Hij zal er ook voor zorgen dat deze zondag een titel erbij krijgt: zondag van de goddelijke barmhartigheid. Johannes Paulus II intensiveert het reizen van een paus naar het buitenland. Hij is mediageniek en weet grote menigten, soms wel miljoenen, te begeesteren. Hij begint met de Wereldjongerendagen. Bij hem zien we heel duidelijk dat het pausschap in de 20e eeuw een nieuw gezicht heeft gekregen: het gezicht ven een spirituele leider die meetelt op wereldniveau. Hij schreef in zijn persoonlijk dagboek vijf maanden ná zijn verkiezing als paus: ‘Heiligheid is een oproep die je helemaal voor jezelf op je moet nemen. Ik ben opgeroepen, Christus wil werken in mij en met mij.’ En hij voegt er aan toe: ‘Een pastoraal die zich richt op middelmatigheid voldoet niet meer.’ De paus is nu helemaal van zijn troon afgedaald om tussen de mensen te staan en hen de weg te wijzen naar de hemel. Benedictus XVI en zeker paus Franciscus zijn op deze weg verder gegaan. Het gaat God om mensen die in een meer en meer autonome wereld wijzen op dat rijk van God. Mensen die dat rijk laten oplichten doordat ze leven vanuit de Tien Geboden, vanuit de waarden van het evangelie: geloof, hoop en liefde. Dan kunnen geloof en de huidige maatschappij best eens met elkaar botsen. Maar dan wordt duidelijk dat gelovigen ook een profetische opdracht hebben: luis in de pels te zijn als mensen het onderspit dreigen te delven. De huidige paus Franciscus is daar zeer gevoelig voor.
Los van de heiligverklaring van deze twee grote pausen hebben we vandaag nood aan mensen die staan voor de zaak van gerechtigheid en vrede. We zijn er niet met deze twee pausen heilig te verklaren. Waar zij in hun tijd voor stonden is meer dan ooit urgent. De ramen van de kerk zijn met Johannes XXIII opengegaan. Die ramen blijven open. De wind van de Gods heilige Geest moet waaien. Laten wij ons er door raken? Laten wij aan onze wereld zien dat wij begeesterde mensen zijn?
Joost Jansen, norbertijn