overweging op 18 mei 2014
Er moet wel iets zijn…hoe vaak hoor ik het niet. Ja, ik geloof wel in iets… Ik denk dat wij allemaal op een feestje of bij een verjaardag dit wel eens meemaken. Het is lastig om te praten over ‘iets’. Wat is dat ‘iets’? Kan ik ‘iets’ voelen? Helpt ‘iets’ mij? Het wordt een moeilijk gesprek. En toch blijven mensen op zoek. Want je kunt toch niet je ziel en zaligheid ophangen aan alleen maar het geloof in de groei-economie, die trouwens behoorlijk stagneert. Je kunt toch je hoop niet laten afhangen of je uiteindelijk een baan vindt? Je voelt aan dat je verder moet zoeken. Er is meer zijn tussen hemel en aarde.
Niet iedereen gaat op zoek. Er zijn voldoende mensen die het hier maar bij laten. Je zet je mp-3 met oorknopjes maar wat harder. Dan hoef je niet zo na te denken. Het zal mijn tijd wel duren… Of je vlucht in de drank, met een basisuitkering kun je net 24 flesjes pils per dag kopen. Eten hoef je dan niet meer, zij een verslaafde mij.
Er is echter een behoorlijke groep mensen die wel op zoek gaan. Voor die mensen is dit evangelie geschreven. Jezus begint met bemoedigen: laat je hart niet verontrust worden: vertrouw maar. Ga er maar vanuit dat de weg die je nu gaat, de goede weg is. Natuurlijk moet je soms een beetje bijsturen, maar dat inzicht wordt je ook wel gegeven. Er is in dat huis van mijn Vader, bij God dus, zoveel ruimte. Het gaat niet om precies aan bepaalde eisen te voldoen. Niemand wordt de maat gemeten. Je hoeft geen toelatingsexamen te doen om bij die God welkom te zijn. Hij neemt iedere mens zoals hij of zij is. Maar wel met het oog op groei. Een groei tot volwassenheid, ook volwassenheid in God. En daarom moeten we blijven zoeken. Niet omdat we niks meer weten en dat we niets gevonden hebben. We moeten blijven zoeken om te kunnen blijven groeien.
Zoals wij hier bijeen zijn, zijn we allemaal een beetje Godzoekers. Denk ik. Neem nu de vragen die opkomen bij een begrafenis. Waar is zij nu? In de hemel? En wat is de hemel? Bij God? En hoe moet je dat voorstellen? Die vrienden van Jezus stellen eigenlijk dezelfde vragen. ‘Jij, Jezus, kunt het nu wel mooi hebben over God, je Vader, maar waar is Hij? Waar woont die God-Vader van jou? Hoe kunnen ook wij daar heen?’ Jezus zegt gewoon: Ik ben de ware weg ten leven. Niet een ‘iets’, maar Iemand.
Wij denken bij een weg aan asfalt, aan files, misschien aan het Sint Servatiuspad dat kronkelt door het buitengebied. Niets van dat alles: Ik ben de ware weg ten leven, zegt een concrete mens, deze mens van God die Jezus is. Ik leef jullie een weg voor. Hoe? Door trouw te blijven aan je geloof, aan je overtuiging. Doet die zwangere katholieke vrouw in Soedan ook die weigert om zich te bekeren tot de islam en daarom wordt opgehangen als haar kind eenmaal geboren is. Zo ernstig kan het soms wel worden… Gelukkig niet voor ons.
Wanneer Jezus zichzelf als ‘weg’ presenteert, dan wil Hij zeggen: zoals Ik mijn weg ben gegaan, doe dat ook zo. Zoals Ik van mensen ben blijven houden ondanks de haat die Ik ook heb opgeroepen, doe dat ook zo. En ook al word je afgewezen door zelfs je allernaaste, ook dan kun je blijven houden van… Dat is een hele zware, moeilijke weg als we even om ons heen kijken en zien hoeveel stellen uit elkaar gaan.
De verhalen uit de Bijbel die wij iedere dag weer laten klinken, lijken vaak zo onschuldig. Maar in wezen zit er dynamiet is, dynamiet voor onze dagelijkse dag. Het gaat niet om iets onschuldigs, het gaat om mensen, om Iemand die ons een leven van onvoorwaardelijke trouw voorleeft, om vele ‘iemanden’ die ons zijn toevertrouwd. God is geen ‘iets’, maar een Iemand. Mensen zijn geen dingen, geen ‘ietsen’ die je naar believe kunt manipuleren, mensen zijn er om te ontmoeten, zoals God zich wil laten ontmoeten. Zoals God een partner voor ons wil zijn in onze dagelijkse dag. God als partner voor je dagelijkse dag…
Wanneer we samen deze weg gaan, dan kunnen we veel betekenen voor al die anderen die ook op zoek zijn, die soms wat gevonden hebben en die ook in beweging blijven. God zij dank dat wij Iemand hebben die met ons mee trekt op onze weg!
Joost Jansen, norbertijn