Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haanHoe ga je om met gemis? De laatste tijd zijn er weer een aantal uitvaarten geweest, ook van een kindje van zes jaar oud. Ineens is iemand er niet meer. Je kunt hem of haar niet meer aanraken, niet meer mee praten. Je wilt haar ook niet vergeten. Je mist haar. In een uitvaart vertel je wat ze allemaal heeft gedaan, met name ook wat ze heeft bijgedragen aan het geluk van mensen. Het gaat niet om het opsommen van feite maar veeleer om ervaringen te delen. Is dat het dan?

Met het feest van Hemelvaart gaat het ook om leren leven met een gemis. Jezus wordt ten hemel opgenomen. We hoorden het in de eerste lezing. De evangelist Lucas beschrijft het. Er staat: ‘…een wolk onttrok Hem aan hun ogen.’ Er staat niet hoe Jezus in de hemel aankomt, hoe Hij daar God zijn Vader begroet. Gelukkig niet zulke beschrijvingen want dan gum je het mysterie weg. Zijn eerste vrienden ervaren gewoon dat Hij er niet meer lijfelijk is. En ze gaan verder. Daartoe worden ze ook geroepen door twee boodschappers in witte gewaden. Misschien waren het wel norbertijnen… Wat zeggen ze? Blijf niet staren in de wolken, ga aan de slag. Jezus zelf voegt er in het evangelie aan toe: ‘Zie, ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld.’ Ik blijf jullie steunen. Maar als Hij er zelf niet meer is en je mist Hem, hoe voel je dat dan? Hoe ervaar je het? Het kan toch geen inbeelding zijn?

Nu mijn eigen ouders dood zijn, betrap ik me er wel eens op dat ik zie hoe ik sommige dingen gewoon hetzelfde doe als mijn vader of mijn moeder. Vaak ook dingen die ik vroeger verafschuwd heb. Zaken waarvan ik vroeger zei: als ik later groot ben… U herkent dit ongetwijfeld. Dit zal wel van alle tijden zijn. Het bijzondere in ‘de zaak Jezus’ is nu dat dit menselijke fenomeen wordt verheven tot een opdracht. Hij zegt: zoals Ik onder mensen heb gewerkt en geleefd, zo moeten jullie dat ook doen. Trek daarmee er maar op uit: ga overal naar toe. Ga de grens maar over. En leer… Hij zegt niet: onderwijs. Dat zou nog kunnen duiden op het overdragen van een lespakket. Neen, leer met de mensen die je tegenkomt, en blijf leren. Samen moet je iets nieuws ontwikkelen. Geloof is niet een boekje waarin je precies kunt zien hoe je moet handelen. Geloof is een richting, een oriëntatie. Die richting moet je uit en doe dat met andere mensen. En de richting heeft van doen met hoe Jezus zelf in het leven heeft gestaan. Door zo te leven, te handelen, te doen laat je Jezus opnieuw in het leven staan.

Gisteren werd ik nog geïnterviewd voor het boek dat de 24-minuten film over Hadee begeleidt. De interviewer – iemand van ons dorp – was verbaasd over het feit dat ik me in mijn geloof vrij voel. Hij verbond kerkelijk geloof aan veel regels en wetten waaraan je moet voldoen om een goede gelovige te zijn. Natuurlijk zijn er regels, dat hoort bij iedere groeperingen waarin mensen met elkaar optrekken. Maar voor mij zijn dat geen inperkende regels. Ik zie geloof als een ontdekkingsreis want steeds opnieuw kom ik nieuwe mensen tegen, mensen die anders zijn dan ik. Mensen met wie ik me verder kan ontwikkelen. Ik denk dat Jezus hierop duidt wanneer Hij zijn vrienden op weg stuurt met de belofte dat Hij ze zal steunen (‘backen’ in modern taalgebruik) en de opdracht om met anderen te leren.

Gelukkig hoeven we geen lange reizen te maken om die Jezus tegen te komen. Je hoeft alleen maar je ogen anders te richten, anders te luisteren, anders te voelen. Want die Jezus is aanwezig onder ons, in mensen dus. Het uitdagende is nu dat Hij vooral te vinden is in mensen die het veel minder hebben dan wij. Hij is moeilijker te vinden onder de mensen die het in onze wereld gemaakt hebben. ‘Zij hebben hun beloning al ontvangen’, heeft Hij ergens gezegd. Hij is te vinden vooral onder die als het minst worden geteld.

De vrienden van Jezus werden door mensen in witte gewaden gestuurd, terug naar hun dagelijkse dag. Zou ik zo’n mens zijn in een wit gewaad die jullie naar het alledaagse zendt? We blijven niet staren naar boven, we richten onze blik op het hier en nu. Want er is in ons dorp nog genoeg te doen.

Joost Jansen, norbertijn