Ik herinner me nog goed dat ik op weg naar Santiago de Compostela op een zondag – de winkels waren gesloten – geen voedsel meer had. Ik was zelfs zo diep gedaald dat ik wilde wachten tot het donker was om een overgebleven stuk brood dat iemand in een vuilnisbak had gegooid er uit te halen. Ik was te goed opgevoed om het bij klaarlichte dag te doen. Enkele andere pelgrims vroegen of ik niet eten moest en ik biechtte eerlijk mijn nood op. Ze lieten me delen in hun eten. Het was niet alleen dubbel lekker omdat ik honger had. Het was ook lekker omdat zij zich over mij ontfermden. Ze gaven iets van zichzelf.
Zo iets moet ook gebeurd zijn bij het Laatste Avondmaal van Jezus. Hij had niets meer te bieden dan zijn eigen leven. Dan ben je wel helemaal teruggebracht tot het meest wezenlijke. Zo iets gebeurt ons maar heel zelden. Wij laten ons liever meenemen in het voetbalgeweld. Dat is toch ook verbindend? Dat brengt mensen toch ook bij elkaar? Daar gaat het toch ook om ‘samen’? Ongetwijfeld, en velen met mij hebben genoten van die wereldgoal van Van Persie en de twee overwinningen van het Nederlands elftal. Maar als je leven op scherp komt te staan helpt deze sportieve prestatie dan? Ik weet wel dat wanneer het om leven en dood gaat, evenementen als sporttoernooien naar de achtergrond gaan. We voelen echt wel aan dat wanneer in ons bestaan ‘puntje bij paaltje’ komt, wij meer nodig hebben. Wij hebben nodig dat iemand zijn leven met ons deelt. Echt aanwezig is. Soms is dit zonder veel woorden, enkel aanwezigheid. Soms is het ook dat je met elkaar deelt, al is het maar een stukje brood, of iets wat je dierbaar is.
In de voorbereiding op de eerste communie mogen de kinderen een klein, mooi gekleurd steentje uitzoeken. Wanneer dit eenmaal is gebeurd (en de meisjes kunnen er lang over doen) dan wordt ze gevraagd om het aan het kindje dat naast je zit te geven. Soms zie je echt teleurstelling op de gezichtjes. En toch heeft dit alles te maken met de voorbereiding op de eerste communie: iets wat je dierbaar is met een ander delen. Of het nu brood is of een ander voorwerp of misschien wel iets van je eigen bestaan. Het kan ook tijd zijn…
We vieren Sacramentsdag. Het gaat om het sacrament van de eucharistie, de Tafel van Brood en Beker. Dit feest grijpt als het ware terug op de avond van Witte Donderdag: Jezus geeft zijn laatste gebaar af, in de intimiteit van zijn vrienden. Ik moet eigenlijk zeggen: zijn voorlaatste gebaar. Zijn allerlaatste gebaar is op het kruis. Maar laatste en voorlaatste gebaar hebben veel gemeen. Het is gave van zijn leven.
Kunnen wij dit? Ja, wij kunnen het. Als ik zie wat ouders over hebben voor hun kinderen, dan gaat het ook om het geven van leven. En dat geldt niet alleen bij kleine kinderen. Ook als je hoogbejaard bent dan blijf je vader, dan blijf je moeder, dan blijf je met heel je wezen betrokken op je kinderen. En dan is er ook veel leed naast alle blijdschap… Dan zijn er ook de gezinnen waar het helemaal verkeerd gaat… Dit neemt niet weg dat we echt wel weten dat mensen bedoeld zijn om hun leven met elkaar te delen. De ‘datingsites’ spelen in op dit oerverlangen.
Hoe eenvoudig is dan dit gebaar van het delen van je brood. Jezus heeft er voor gekozen om het heel eenvoudig te houden. Geen moeilijke opdrachten, geen superbijzondere hoogstandjes. Het is gewoon brood, het is een beker met wat wijn, het is een zegen, een gebed, het is een gebaar van breken en delen. En het allerbelangrijkste: het is de persoon die het doet. Natuurlijk is die persoon Jezus zelf, maar Hij heeft dit gebaar wel ons in handen gelegd. Wij mogen het doen. Niet alleen de priester die voorgaat in de mis. Die priester is niets als er geen mensen zijn met wie hij het heilig Brood mag delen. Die priester is niets als dit gebaar van breken en delen niet door ieder van ons wordt meegenomen de dagelijkse dag in. Want als wij ontvangen dit heilige Brood, dit Lichaam van Christus, dan worden we ook het Lichaam van Christus. Dan brengen wij zelf dat breken en delen onder mensen. Dan worden wij samen meer en meer waar Jezus voorstaat: een levend Lichaam.
Joost Jansen. norbertijn