Iemand heet Suzanne, maar haar man zegt Suus, de kinderen zeggen mamma, haar eigen ouders zeggen meiske, en ga zo maar door. Wij begrijpen heel goed deze verschillende benamingen. Het gaat om dezelfde vrouw, maar de relaties met haar verschillen. Zij is dochter van haar ouders, geliefde van haar man, moeder van de kinderen en dorpsgenoot van velen. De naam zegt dus iets van de relatie die je met haar hebt.
Tegen deze achtergrond kan ik me voorstellen dat Jezus op een gegeven moment aan zijn vrienden vraagt: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Natuurlijk weten zij dat Hij Jezus heet. Maar wie ben Ik voor al die mensen die we onderweg tegenkomen? Hoe kijken ze tegen mij aan? Zeggen ze: dat is die Nazarener, die man uit Nazaret? Dat zeggen de strijders van de Islamitische Staat ook in Noord-Irak tegen de christenen en ze vermoorden ze. Of zeggen ze: het is een van die vele vrijheidstrijders want daar werd naar uitgezien in het bezette Israël. Of… Het gaat er steeds om met welk verlangen, met welke verwachtingen ze naar Jezus kijken. Johannes de Doper was toen al gedood, misschien is Jezus wel als hij? Of als Elia, de vurige profeet die orde op zaken wilde stellen en fel tekeer ging tegen alle afgodsbeelden. Petrus zegt: Jij bent de Messias, Jij straalt de levende God onder ons uit. Dat is mooi als dat van je gezegd wordt. Dan gaat het niet alleen om wie jij in je eentje bent, jij wordt gelijk gekoppeld aan een hele wereld, aan een Bron van Leven, God zelf. Petrus zegt: ik zie in Jou hoe God handelt onder mensen. Want God geeft toch Liefde, Leven, Vrijheid? Dat is toch eigen aan God?
Nu denkt Petrus misschien dat hij – als beste leerling van de klas – een compliment zal krijgen en misschien wel een extra beloning. Want elders zal diezelfde Petrus zeggen tegen Jezus: kijk wij hebben alles opgegeven om Jou te volgen, wat krijgen we daarvoor terug? Wat schuift het? Het pakt echter net even anders uit. Petrus krijgt meer verantwoordelijkheid. Petrus wordt de zorg voor die boodschap toevertrouwd. Petrus krijgt de opdracht om die levende God dan maar uit te dragen met de groep die aan hem wordt gegeven. ‘Jij krijgt de sleutels in handen, Petrus, ga er maar mee aan de slag.’
Hoe zit dit nu bij ons? Als ik u de vraag stel wie die Jezus voor u is? Natuurlijk krijgen we dan antwoorden als: hij heet Jezus Christus, Hij is de Zoon van Maria, Hij is de Zoon van God, Hij is Verlosser. Is Hij ook de Weg, de Waarheid en het Leven? Is Hij de sleutel – de code, zelfs de pincode - voor het geluk. Mystieke mensen hebben Hem wel eens de Bruidegom genoemd. Dan gaat het dus om liefde. Een andere heilige noemt Hem: mijn Generaal. Weer een andere mysticus noemt Hem: Licht in het duister. U merkt: het gaat steeds om welke relatie je met Hem hebt, wat je van Hem verlangt in het dagelijkse bestaan. Net zoals bij Suzanne, of Suus, of mamma of meiske.
Welke naam voor Jezus hebben wij vandaag nodig? Niet dat we Hem zo noemen, maar toch.. als we naar Hem kijken, als we deze verhalen lezen en tegelijkertijd bewogen zijn om het verschrikkelijke leed dat mensen in deze tijden wordt aan gedaan. Wat zouden wij dan van Hem willen krijgen? Hoe zouden we Hem willen noemen? In ons volkslied wordt gezegd: mijn schild ende betrouwen… Dat was ook in een tijd van verdrukking. Jezus als schild, met het vele geweld vandaag best nuttig. ‘ende betrouwen’: Jezus als betrouwbare partner… Met al die echtscheidingen in deze tijd bepaalt niet overbodig. Echt trouw zijn vraagt heel wat van je. Of het thema van ‘de weg’, een pelgrimsweg, samen die weg gaan, wij samen, maar wel met die warme aanwezigheid van God in ons midden. Of Bron waaruit je steeds het water van leven en liefde kunt putten. En toch blijft het steeds dezelfde Jezus. Net zoals Suzanne, Suzanne blijft.
Ik geloof dat wij niet in ons eentje gelukkig kunnen worden. We hebben anderen nodig. Ik geloof dat we ook God nodig hebben, Bron van Liefde en Leven. Ik geloof dat Hij ons veel verantwoordelijkheid geeft voor het geluk van anderen. Ik geloof dat Jezus voor mij het gelaat van die God is. Hij kijkt mij met de ogen van God aan. Hij kijkt ons aan…
Joost Jansen