Anti-dictaturendag
overweging op 23 november 2014
Dit feest van Christus Koning dat we vandaag vieren is een anti-dictaturendag. Je hebt een secretaressedag, je hebt een anti-slavernijdag, je hebt (wellicht) een dag ter bescherming van de zeehonden. Maar vandaag is het de anti-dictaturendag. Dat is zo gekomen in het begin van de vorige eeuw bij de opkomst van nationaalsocialistische en fascistische stromingen in Italië en met name in Duitsland. Maar ook in andere Europese landen kwamen die bewegingen op zoals in Nederland met de NSB. De rooms-katholieke kerk heeft toen een tegenwicht willen geven door te stellen dat onze enige leider, onze echte Führer, Jezus Christus is. Het heeft de verschrikkingen van de vorige eeuw niet kunnen tegenhouden. En dictaturen zijn er nog steeds. Niet alleen in dictatoriale landen, maar er is ook – bij ons bijvoorbeeld - de dictatuur van de straat, de dictatuur van pressiegroepen die bijvoorbeeld het mooie feest van Sinterklaas en Zwarte Piet verstoren. Een mening over een deelonderdeel van onze samenleving wordt ineens hoofdonderwerp van discussie.
Hoe vult de kerk die anti-dictaturendag in? Door te vertellen over een herder en zijn schapen. Door te stellen dat je ook anoniem veel goed kunt doen. Uiteindelijke: Wat je aan de minste der Mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan. Het zijn verhalen die niet gaan over onderdrukking, niet gaan over een hoog-laag denken. Het is een boodschap van gelovige democratie: alle mensen zijn gelijk, de hongerige, de dorstige, de naakte, de vreemdeling, de zieke, de gevangene. Later voegde men er nog aan toe: de gestorvenen. En zo hebben we de zeven werken van barmhartigheid die voor het grootste gedeelte uit dit evangelie komen. We worden met deze verhalen uit de Bijbel onmiddellijk in de rauwe realiteit geplaatst. Zo wordt het werk van onze leider Jezus Christus dus concreet. Zo laat Hij zich kennen: in mensen die zich garant stellen voor een medemens. Waarom? Omdat niemand boven een ander moet staan. Die ander is mens zoals ik mens ben. Niet alleen: ‘Wat niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’ Dit is nog minimalistisch en is negatief gesteld. Het gaat veeleer om de liefde tot je naaste omdat hij of zij is zoals jij bent. Wij zijn gelijkwaardig, met al onze verschillen. Hetgeen die hongerige, die dorstige, die naakte, die zieke, die vreemdeling, die gevangene nu overkomt kan mij misschien ook overkomen.
Wanneer wij op deze wijze in het leven staan dan is er geen hoog-laag denken meer. Want je staat in zorg en mededogen naar elkaar gekeerd. En dat is geen gemeengoed in onze samenleving, zeker niet als er langzamerhand veel van de zorg doorgeschoven wordt naar ons allemaal samen. De WMO, de participatiesamenleving, de datum van 1 januari: waar zullen al deze veranderingen toe leiden in onze dagelijkse bestaan? Worden we misschien – noodgedwongen – meer tot elkaar gebracht? Is er nog een vrije keuze of word je gedwongen. Misschien wordt in deze viering ook wel een weg geboden om met alle door de overheid opgelegde veranderingen vrij te leren omgaan. Wordt er meer mantelzorg van ieder verwacht? Dan kan zo’n opdracht helpen: ‘Wat ge aan de minsten der Mijnen hebt gedaan, hebt ge aan Mij gedaan.’ Iedere eenvoudige handeling krijgt dan een andere geladenheid. Misschien wel de lading van liefde? Wat je voor je eigen man of vrouw, voor een kind, zonder aarzelen doet omdat je van hem houdt, dat kan eventueel ook aan een ander gedaan worden.
Het feest van Christus Koning wijst ons dus ook op de fundamentele betrokkenheid tussen mensen. Geen macht van de een over de ander. Allen hebben we dezelfde God en Vader. Maar dan zullen we er ook naar moeten leven. Er is een spirituele democratie, een goddelijke democratie, zo u wilt. Die is bedoeld om ons dichter bij elkaar te brengen, in sympathie voor elkaar, in zorg voor elkaar. De herder wil dat zijn schapen veilig zijn. De Mensenzoon wil dat er voor iedereen een minimum aan levensruimte is, bed, bad en brood. Hij wil mensen die dit soms heel anoniem doen. ‘Wat je aan de minsten der Mijnen hebt gedaan, dat heb je aan Mij gedaan.’ Dat is een hele uitdaging, want op het eerste gezicht krijg je er niets voor terug, levert het geen extra’s voor je zelf op. Of misschien wel… belangeloze liefde?
Joost Jansne, norbertijn