Als ik kijk naar al die spetterende aanbiedingen voor een bijzondere vakantie deze zomer in een ver en idyllisch oord, dan denk ik wel eens: we leven in een wereld vol gelukkige mensen. De brede glimlach van mensen en het beeld van een genietend gezin verleiden ons, of zouden ons moeten verleiden. Dan worden we opgeschrikt door brutale moorden in Parijs waarbij de vrijheid van het woord in het geding is. We worden deze dagen door de media in de greep gehouden. Er zijn vandaag veel mensen die geteisterd worden door geweld en dood en toch rechtop willen blijven staan!
In deze realiteit vieren we vandaag het feest van de Doop van de Heer. We zitten in de slipstream van Kerstmis. Jezus is geboren, de herders zijn gekomen, de drie wijzen uit het oosten zijn er en nemen zijn verhaal mee over alle grenzen. Vandaag maken we een sprong in de tijd, dertig jaar later. Die aannemerszoon uit Galilea in Noord-Israël meldt zich bij Johannes de Doper om gedoopt te worden. Dit feest van de doop van Jezus wordt gevierd opdat wij onszelf de vraag stellen: wat doet dat ons? Zegt het ons iets dat wij gedoopt zijn, soms in een ver verleden? U en ik hier in deze kerk behoren bij die geloofsgemeenschap. Op de een of andere wijze. Heeft het wat voor ons betekend dat onze ouders ons eens naar de doopvont hebben gebracht? Want je kind laten dopen is één, de dagelijkse beleving is iets anders.
We hoorden het in de eerste lezing zo mooi: kom maar naar het water. Ook al heb je geen geld, kom maar. Het doopsel is gratis. De gemeenschap van Jezus biedt je dit aan. Je blijft vrij en je bent ontzettend welkom. Dat is tegenwoordig de houding van die kerk van Jezus: geen dwang, geen doopsel omdat opa en oma dat zo mooi vinden. Het doopsel, net als de andere sacramenten, trouwens de hele liturgie van de kerk, wordt je aangeboden. Maar wanneer je eenmaal op die uitnodiging ingaat, dan wordt wel verwacht dat je dat doopsel in je leven laat werken. Dat is de kracht van het aanbod: je wordt voor vol aangezien. Er wordt verwacht dat je dan verantwoordelijk bent voor deze stap op die weg van geloof.
Hoe? Allereerst is er die bemoedigende Stem van God die tegen je zegt: jij bent kind van God. Je bent kind van God niet alleen als alles goed gaat, als je stralend door het leven gaat. Je bent ook kind van God als je getroost wilt worden omdat je butsen en krassen hebt opgelopen. Juist dan ben je kind van God omdat je zo ontzettend hard die bemoediging van een liefdevolle aanwezigheid nodig hebt. ‘Werkt dat?’, vroeg iemand mij. Werkt dat ook als je eenzaam bent en je denkt dat er niemand voor je is? Ook dan werkt het, denk ik, geloof ik. Want heel diep van binnen, als je je openstelt, als je probeert stil te worden, is er die aanwezigheid van God diep in je hart. Probeer het maar eens.
Maar er is meer. Naast die diepe veiligheid die God aan mensen geeft en waarvan het doopsel een uiterlijk teken is, gaat het ook om een gemeenschap, om een kerkgemeenschap, om de parochie hier ter plekke. Die parochie opgebouwd uit gedoopte mensen, heeft een opdracht. Die opdracht is de wereld menselijker te maken, en respectvoller, en vreedzamer. Een gedoopte mens zal zich dus aansluiten bij de velen die hun stem verheffen tegen het geweld van onze dagen. Al loop je niet mee in een demonstratie in Parijs of in Amsterdam, je kunt wel bidden. Je kunt in je eigen omgeving verzetten tegen simplistische oplossingen van ‘alle moslims het land uit’. Je kunt je inzetten voor een beter verstaan van die ander, of die nu moslim is of ‘niets’. Een gedoopte mens zal willen bouwen aan een veilig klimaat waarin onze kinderen en kleinkinderen veilig kunnen opgroeien.
Het doopsel is dus niet een eenmalig gebeuren: wat water over het hoofdje en klaar is kees. Dan zal het niet veel in een mensenleven uitrichten. Jezus heeft steeds teruggegrepen op die oerervaring: geliefd kind van God te zijn. Hij kon iedere uitdaging en ook iedere moeilijkheid aan. Zo is dat ook voor ons. Als we zelf niets doen dan zullen onze kinderen niet opgroeien in een veiliger wereld. Wij zullen samen als gedoopte mensen de handen ineen moeten slaan.
Het wordt ons gratis aangeboden. Het is dus een gave. Het is ook een opgave.
Joost Jansen, norbertijn