overweging op 15 maart 2015
Wanneer je lange tochten maakt, te voet of op de fiets, dan ben je blij als op een gegeven moment je je doel ontwaart. Bijvoorbeeld wanneer in de meimaand velen naar Den Bosch trekken. Ineens zie je de kathedraal oprijzen: daar moeten we naar toe. Maar het kan ook heel klein zijn. Bij de vormselvoorbereiding mogen de jongeren een voorwerp meenemen dat ze nooit kwijt willen. Een kettinkje van oma, een voetbalshirt van PSV met de handtekening van Depay. Zo geeft God ons ook heilige tekenen in handen. Bijvoorbeeld met de sacramenten. Zeven hebben we er. Een beetje brood, een beetje wijn, wat water, een klein beetje zalfolie om een kruisje te maken. U begrijpt: dingen staan voor veel meer. Het kettinkje van oma is op zich niet waardevol maar de aanwezigheid van deze gestorven lieve vrouw maakt het van hoogste belang. Daarom dat we in onze kerken ook het kruis met eerbied omgeven. ‘De Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals eens Mozes een slang omhoog hief in de woestijn’, hoorden we in het evangelie. Het was de slang die al veel mensen had vergiftigd met zijn beet. Kijk het kwaad maar aan, schijnt Mozes te bedoelen, dan kun je er mee omgaan. Is dat ook zo bij het kruis? Ja. Vraag het maar aan de christenen van Irak of Syrië in IS-gebieden. Als je ze nog kunt vragen en ze intussen niet onthoofd of gekruisigd zijn. In deze wereld leven wij. Voor deze wereld willen we onze ogen niet sluiten.
‘Zo zeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben.’ Zo’n bewering kan je veel troost en bemoediging geven. Mensen kunnen ook sceptisch worden. Mensen die reageren in de trant van: ‘Het zal wel, maar ik merk er niet veel van! Die Jezus kom ik toch niet tegen ‘in het echt’?’ Die Jezus kom je niet tegen ‘in het echt’, dat is waar. Maar je komt Hem wel op een andere manier tegen, een Jezus die je in mensen ontmoet en ook een Jezus die in verhalen, tekenen, gebaren, gebeden naar ons toekomt. Verhalen en tekenen die vol leven zitten. Leven dat met God van doen heeft, de Eeuwige. Dus: eeuwig leven.
De sacramenten die we in onze Traditie met veel aandacht en eerbied omgeven zijn die heilige tekenen van God. God komt in die gebaren, in die sacramenten, onder ons aanwezig. Onlangs heb ik nog bij jonge ouders die om de doop van hun kindje vroegen, gezegd: ‘Jullie vragen wel het sacrament van het doopsel voor jullie kind. Maar zelf vinden jullie dat de tijd nog niet gekomen is voor het sacrament van het huwelijk…’ U begrijpt: sacramenten, of het nu het doopsel is, of de communie, of het vormsel, of welk ander sacrament ook: het zijn allemaal heilige tekenen waarin God ons laat zien dat Hij bij ons wil zijn. Dat hij met ons zijn aandacht en liefde wil delen. Zozeer heeft God de wereld liefgehad… Eigenlijk zijn het allemaal gebaren die Hij ons stelt vanaf het kruis. Op het kruis heeft Jezus zijn armen wijd uiteen gespreid. Hij zegt als het ware: kom maar, Ik wil je omarmen. Ik wil mijn leven met je delen. Je hoeft alleen maar een eerste stap in mijn richting te zetten. Dan volgt de rest.
We blijven onderweg naar Pasen. Dat is meer dan wat extra aandacht schenken aan het Vastenaktieproject, dat is meer dan in je persoonlijke leven het soberder aan doen, dat is meer dan wat extra gebed. Onderweg naar Pasen betekent met name dat je wat meer leert je te openen voor God die bij ons aan de deur klopt en met ons mee wil trekken. God kan dan wel de hele wereld liefhebben en zijn Zoon zenden, als zijn cadeau niet wordt aangenomen en uitgepakt, dan gebeurt er niet veel. Door te profiteren van het aanbod van God met zijn sacramenten zoals het doopsel, zoals deze eucharistie, zoals de jongeren bij het vormsel én de stelletjes die zich voorbereiden op hun huwelijk, groeien wij in ons geloof. Wie groeit in geloof, kan ook beter het leven aan. Wie beter het leven aan kan, groeit in geluk. Niet dat je dan steeds in een juichstemming verkeert en veel lol hebt. Je kunt zelfs tegenslagen te incasseren hebben, je kunt zelf een kruis dragen. Maar wie van binnen op orde is, wie met geloof en vertrouwen in het leven staat, is in voor- en tegenspoed, bij ziekte en gezondheid geborgen en veilig. En hij zal dit, hij zal zijn leven met anderen delen. Zoals die Jezus.
Joost Jansen, pastor