Overweging - 4e zondag van Pasen
Leidinggeven aan een land als Nederland is geen gemakkelijke opgave. Bed-bad-brood. Ik ken nog een vierde ‘B’: die van barmhartigheid. Bij ieder leidinggeven spelen belangen, emoties, jaloezieën soms, angst om je baan kwijt te raken of om niet aardig gevonden te worden. Angst ook voor het vreemde gevaar overlopen te worden door mensen die uit zijn op ons goede leven. Allemaal schapen op zoek naar goede weidegrond. Maar als er teveel schapen zijn dan is die weidegrond snel afgegrazen. Moeilijk. We zitten in een lastig pakket. Wie wil de verantwoordelijkheid dragen?
Jezus zegt: Ik ben de goede herder. Ik durf het aan om de verantwoordelijkheid te dragen. Maar wij zijn geen Jezus, helaas. En toch is er een gemeenschap, is er een samenleving, is er een parochie die leiding nodig heeft. En richting. Er zijn genoeg mensen die in de zijlijn precies weten hoe anderen moeten reageren en handelen. De beste stuurlui staan aan wal. Ik denk dat Jezus die mensen bedoelt als hij het heeft over huurlingen, mensen die – zoals het woord het zegt – je even voor een klus inhuurt. Ze zijn niet aan te spreken op een langetermijnplanning. Er zal altijd toch weer een verantwoordelijke moeten zijn die visie heeft en betrokken is op de zaak.
Maar wij zijn geen Jezus. Gelukkig zijn er onder ons wel mensen die verantwoordelijk willen zijn. Ik herinner me nog dat onze bisschop in een bijeenkomst rond diakonie – dus met de werken van barmhartigheid centraal – aan de vrijwilligers vroeg: waarom doen jullie dit werk? Zoals gewoonlijk waren er genoeg die zeiden; om een ander te helpen, uit medemenselijkheid, en nog meer van die goed gemeende redenen. ‘Maar waarom doe je het’, hield de bisschop aan. Een vrouw zei: ‘Bisschop ik hoef mijn bijbel maar te pakken en open te slaan. Dan lees ik wat ik moet doen.’ En wat lezen we vandaag? Dat we geroepen worden om verantwoordelijk te zijn voor mensen samen, voor een gemeenschap van mensen. ‘Goede herder’ zijn voor anderen. Is dat steeds aardig en vriendelijk zijn? Vaak wel, maar niet altijd. Sommige mensen zijn gediend van een stevige aanpak om uit de miserie te komen. Hoe je dit kunt onderscheiden? Door in principe altijd van die ander te houden. Wanneer je echt van iemand houdt dan kun je ook streng zijn en hoef je geen houding te hebben van ‘pappen en nathouden’.
Maar hoe is die Jezus ‘goede herder’? Hij heeft natuurlijk zijn best gedaan om die club apostelen bijeen te houden. Dat was al heel wat want de karakters liepen nogal uiteen. Hij heeft hen laten delen in zijn visie op de wereld en de samenleving. Hij heeft hen leren breken en delen. Maar die Jezus heeft meer gedaan. Het grote werk bij Hem gebeurde ook van binnen. Hij heeft hen meegenomen in zijn verbond met God, in zijn manier van bidden, van stil zijn voor God, van hoe je de bijbel leest. Wat Hij naar buiten deed, was eerst van binnen gegroeid en gerijpt. Dat is een ware leider. Van binnen naar buiten werken om dan de mensen die hem of haar zijn toevertrouwd, van buiten naar binnen mee te nemen. Bij een verantwoordelijke moet je ervaren en voelen dat hij of zij om je geeft en dat hij niet alleen jouw product waardeert – dat wat je doet - maar ook wie je als mens bent.
Willen wij ‘goede herder’ zijn? Dat is wel de vraag. Ook in onze dorpen is het niet altijd eenvoudig om vrijwilligers te vinden die in een bestuur willen zitten. Een kortlopende klus doen zit er wel in, maar verantwoordelijk zijn voor een groter verband en dat voor enkele jaren, wordt moeilijker. Bij alle vormen van verenigingsleven – de sport, de zorg, de kerk – worden verantwoordelijken gevraagd. Wanneer iemand een lintje van de koning krijgt, dan hoor je hoe veelzijdig sommige mensen zich hebben ingezet. De roep blijft dus klinken om ‘goede herders’. God roept ook vandaag, blijft roepen. Hij roept mensen voor onze gemeenschap hier in HDL, Hij roept ons voor onze parochie, Hij roept mensen voor de grotere kerkgemeenschap. Ik kan alleen maar zeggen dat als je ‘ja’ zegt, je leven bijzonder boeiend wordt. Daar kan ik nog uren over praten….
Joost Jansen, Abdij van Berne