overweging op 3 mei 2015
Nokia, de fabrikant van mobiele telefoons, heeft als slogan: connecting people, mensen met elkaar verbinden. En dan zie ik op een bank bij het gymnasium aan de overkant van de abdij vijf jongeren zitten die allemaal met hun mobieltje bezig zijn. Misschien zijn ze wel aan het whats appen met elkaar, dus via de cloud. Vroeger zouden ze met elkaar aan het praten zijn. Tijden veranderen. Ten goede? Op veel vlakken wel, maar op het vlak van de sociale cohesie zie je heel wat verbanden afbrokkelen. Tot in de huwelijksrelatie toe.
Toch is het verlangen naar verbondenheid groot. Ieder wil iemand voor zich hebben, en een vangnet voor wanneer het minder wordt, en een netwerk om je vreugde te delen. Zo zoeken mensen van oudsher naar beelden en symbolen om die verbondenheid uit te drukken. Een trouwring, de kleurige regenboog, of zoals vandaag het beeld van de wijnstok.
Om een wijnstok te zien groeien hoeven we niet meer diep Frankrijk of Duitsland in. Misschien heeft u een wijnstok in uw tuin. In ieder geval is er een wijngaard in St. Oedenrode. Fascinerend is een wijnstok. In het voorjaar spruiten de ranken uit. Soms wel vijf centimeter per dag. Je moet geregeld blijven snoeien. En in de winter gaat er bijna alles af. Wie een wijnstok goed snoeit laat aan weerszijde van de stam steeds zes ogen over, in totaal twaalf. Ogen waaruit weer ranken groeien. We gaan bij een wijnstok al heel snel over naar symboliek. Gewoon het aardse werken in een wijngaard wordt beeld voor verbondenheid. Mensen als ranken aan een wijnstok. Iedere rank is eigen, maar wel wordt zij gevoed door die ene stam. Iedere twijg moet ook weer gesnoeid worden. Iedere twijg draagt trossen druiven. De druiven dienen weer om te worden geperst tot druivensap of wijn.
Mensen als ranken? Als druiventrossen? Het is natuurlijk symboliek. Maar we hebben die symboliek nodig om wat helderder te krijgen waar het in ons bestaan om zou moeten gaan. Want we willen vruchtbaar leven én verbonden. Maar waarom hebben we er dan zo’n moeite mee? Waarom is er zoveel verdeeldheid en stroefheid in de relaties? Die jongelui op de bank voor het gymnasium, of die ene tafelgenoot die constant op zijn mobiel zit te kijken of er geen nieuws is:ze kijken elkaar niet aan. Dat is wellicht al de eerste fout. Elkaar niet aankijken, niet de moeite nemen om de ander te laten voelen dat je er voor haar bent. Groei in verbondenheid vraagt geduld, vraagt om trouw. Vraagt ook om gevoed te worden.
Een wijnstok moet je steeds blijven snoeien in de zomer. Wanneer je dit doet, zie je dat het sap er uit komt. Er zit een ontzettende kracht, een energie in zo’n wijnstok. Jezus neemt daarom die wijnstok als voorbeeld. Wie aangesloten is op Hem als wijnstok, is aangesloten op een niet-aflatende energiebron. Hoe? Ieder mens kan dit ervaren, iedere gelovige. Stel je op voor God, plaats je onder zijn aanwezigheid, adem rustig, laat zijn verhaal op je inwerken, wees bij wat er gebeurt aan deze tafel, ontvang Hem in het Heilig Brood: zo ontvang je wel zijn energie, zijn aanwezigheid. Als Bron. Blijf ook verbonden met de mensen om je heen, ook die nu om je heen zitten in deze kerk. Ook zij zijn gelovige mensen, anders zitten ze hier niet. Aanvaard de aanvulling van elkaar. We willen toch allemaal het goede? Op zo’n manier groeit verbondenheid. Het hoeft niet via een smartphone, het kan gewoon door elkaar bij de vredeswens een hand te geven en elkaar in de ogen te kijken. Zo werkt dat ‘connecting people’ van Nokia.
Het beeld van de wijnstok en de ranken staat ook voor onze grote kerkgemeenschap. Met Pasen zendt Jezus ons over alle grenzen heen om te verbinden. Niet alleen om mensen aaneen te verbinden. Ook om mensen te verbinden die gewond zijn geraakt, of beschadigd. De energie die ons gegeven wordt, sommigen noemen het ‘genade’, is niet alleen voor onszelf bestemd. Wat je ontvangt moet gedeeld worden om te kunnen groeien. Zo gaat dat in ons geloof. Wij blijven wel leerlingen van die Jezus. Het betekent dat we gezet worden voor onze eigen verantwoordelijkheid en mogen leven voor God en voor mensen. Het wordt zo concreet als we ons geven aan mensen die een beroep op ons doen…
Joost Jansen, norbertijn