Overweging op 31 mei 2015
Waar is het allemaal begonnen? Waar liggen de ‘roots’? Waar kom je vandaag? Ik ben geboren in Rijswijk bij Den Haag. ‘Ja, ik dacht al, je komt niet uit Brabant.’ ‘Ja, maar ik woon hier nu al bijna veertig jaar!’ Voor sommigen is dat niet voldoende…
Ik vroeg me af waarom Jezus zijn vrienden terugstuurt naar Galilea, Noord-Israël. Ik denk dat het komt omdat Hij daar begonnen is met zijn Blijde Boodschap rond te brengen. Jezus heeft zijn vrienden daar opgepikt, in Noord-Israël, is met hen rondgetrokken en – we weten het inmiddels – is geëindigd in Jeruzalem. Maar… Hij heeft tegen hen gezegd – na zijn opwekking uit de doden - dat ze weer naar Galilea terug moeten gaan. Waarom? Weet goed waar het allemaal begonnen is! Vergeet je oorsprong, je roots, niet. Nooit! De eerste ervaringen met iemand, de eerste ontmoeting met de vrouw met wie je nu al 42 jaar getrouwd bent, zijn van belang. Na al het gebeuren van lijden, dood en opwekking uit de doden zijn die vrienden van Jezus door elkaar geschud. Ze moeten weer terug naar die oorsprongservaring, hun maanden met Jezus in Galilea.
Galilea is zo anders als Jeruzalem. Jeruzalem is de stad van de elite, van de zuiveren in de leer, van de rabbijnen en de hogepriesters, het centrum van de macht, wereldlijke macht en de geestelijk macht. Galilea is een ontmoetingsplaats van veel culturen. Handelsroutes lopen door Galilea. Ergens in het Nieuwe Testament wordt die regio van Israël het ‘Galilea van de heidenen’ genoemd. Dat zegt heel wat. Je kunt er Jan en alleman tegenkomen. Het is zo’n beetje als de Schilderswijk in Den Haag of Tilburg-Noord met wel tachtig nationaliteiten. Naar die streek moeten de vrienden van Jezus terug. Daarom zegt Jezus: ‘Maakt alle volken tot mijn leerlingen…’ Vele van die niet-joodse mensen wonen in Galilea, maar heel weinig in Jeruzalem. Jezus zendt zijn vrienden naar die streek. Dat hoort dus bij zijn boodschap: de grenzen opzoeken, mensen van buiten benaderen. Met hen contact leggen, met hen spreken, levensvragen delen. Dat is zijn drive met mensen. Zou ook onze drive kunnen zijn.
Nu de wereld door de massacommunicatiemiddelen veel kleiner geworden, is heel de wereldbevolking wel op de hoogte dat er zo iets als het christendom bestaat. Wat anders is de echte ontmoeting met bewogen christenen. Het ‘zieltjes winnen’ is niet meer van deze tijd. De zending tot mensen om hen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest krijgt vandaag een ander gezicht. Het gaat nu om werkelijke ontmoeting. Het gaat om verdieping. Het gaat om nabijheid van mensen.
Je helpt God niet om met de bijbel en de catechismus in de hand de ware boodschap rond te brengen. De eerste stap zal steeds moeten zijn dat je belangstelling toont voor die ander. En die is per definitie anders dan jij bent. Ik kan me nog goed herinneren dat een jongere medebroeder mij vertelde over zijn eerste stappen op de pastorale weg. Hij had een goede opleiding gevolgd. Hij had colleges gehad ‘pastoraal gesprek’. Hij wist het dus… Dus niet. Met al zijn kennis wist hij niet naar de ander te luisteren. De eerste stap is om echt aanwezig te zijn bij die ander.
En wat is de volgende stap? Dopen? Dat zegt Jezus tenminste: dopen in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest… Ik denk dat wanneer je iemand wilt dopen er veel meer gedoopt moet worden: ook zijn leven, zijn ervaringen tot nu toe, de cultuur waarin hij leeft. Kortom alles wat deze mens is en nog worden kan. Het gaat er niet om iemand binnen te halen. Het gaat er om dat ieder van ons het gereedschap in handen krijgt om in de hectiek van onze tijd een gelukkige weg te gaan. Dat gereedschap kun je samenvatten in een kruisteken. Je vraagt om Gods aanwezigheid over je hele lijf, over al wat je bent: hart, ziel en lichaam. We zullen het vaak zelf moeten doen in de dagelijkse dag, we mogen het met elkaar doen, maar het geeft kracht én perspectief als je het ook doet met Gods zegen. Het is zo’n klein gebaar: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Maar dit gebaar over ons hart, onze ziel en ons lichaam maakt wel het verschil.
Joost Jansen, pastor