Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan.gifDe kerk moet zich niet met de politiek bemoeien. Er is nu eenmaal scheiding van kerk en staat. Daarom kan de parochie ook geen Europese subsidie krijgen of ze moeten het project onderbrengen in een afzonderlijke stichting, waardoor de parochie geen zeggenschap meer heeft over dat project.


Wat God toebehoort, moet bij God blijven. Wat aan de keizer is, de staat, de provincie, de gemeente, moet daar blijven. Het lijkt allemaal heel helder.

Vandaag, en blijkbaar het evangelie, ook in de tijd van Jezus Hij wordt er op aangesproken, de val wordt uitgezet. Maar Jezus is ook erg slim. Hij vraagt: hebben jullie een belastingmunt? En die hebben ze. Zijn tegenstanders vallen flink door de mand want als vrome joden mochten ze zo’n belastingmunt niet bij zich dragen omdat op die munt een mens, de keizer, als godheid stond afgebeeld. Hilariteit bij de mensen van die dagen.

Maar wij zijn natuurlijk niet tevreden met deze oplossing. Want de vraag blijft staan: hoe houd je geloof in God en betrokkenheid op de samenleving bij elkaar?Deze vraag is niet alleen van belang in onze westerse samenleving.
Op deze Wereldmissiedag mogen we onze blik ook richten op elders. Zomaar een paar berichten uit de afgelopen week: in Nepal stonden rooms-katholieke priesters op de dodenlijst van hindoe-extremisten. Pas toen de bisschop kon aantonen hoe de rooms-katholieke kerk zich inzette voor de armen, werden ze gespaard.
In Zuid-Amerika verzetten bisschoppen met hun priesters en gelovigen zich tegen de verwoesting van hun land dat uitgebuit wordt om de rijke bodemschatten. Zij trekken zich dus helemaal niet terug op louter het terrein van het geloof.

En hier in Bernheze doen de parochies mee in het gesprek over de uitvoering van de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Er is dus wel een over en weer tussen geloof en politiek.
Geldt de uitspraak van Jezus dan niet meer: Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt en aan God wat God toekomt?Wat komt God eigenlijk toe? Is Hij te vergelijken met een keizer, of een andere wereldse overheid? Of worden hier wellicht appels met peren vergeleken? Je kunt God toch niet op het zelfde vlak zetten als de koning of de keizer? God heeft een heel eigen plaats!God komt de hele aarde toe en allen die daarop wonen. God heeft de mens zijn schepping in handen gegeven en zal er ook rekenschap van vragen. God geeft de mensen zijn geestkracht om op een goede manier met alle geboden mogelijkheden om te gaan. Alles wat de keizer toekomt, komt dus ook God toe en nog veel meer. Daar gaat het om.

Daarom heeft onze kerk altijd en overal de opdracht om zich niet alleen te bemoeien met gebed, liturgie en de hele geloofsoverdracht. De kerk heeft altijd en overal zich ook bekommerd om het lot van de armen, om de situatie van de onderdrukten, om mensen tot vrijheid te brengen. Daarom dat onze missie, onze missionarissen zich overal en altijd hebben ingezet ook voor de ontwikkeling van de mensen elders, lang voordat ontwikkelingssamenwerking een opdracht van de overheid werd. Het domein van de keizer, van de overheid, is ook het werkveld van de kerk, van al die mensen die de boodschap van Jezus hebben verstaan. Jezus heeft niet voor niets gezegd: ‘Wat ge aan een van deze kleinen hebt gedaan, hebt ge aan Mij gedaan.’ Jezus zelf bevindt zich onder de kleinen, onder de armen, onder de minsten.

Missionarissen hebben dat begrepen en zijn er op uitgetrokken naar verre landen. In hun voetspoor hebben even zo vele andere kerkelijke werkers dit gedaan, zoals Geertje van der Pas uit Heeswijk.

Maar vandaag wordt die zelfde oproep eveneens aan ons allen gedaan. Want volgens sommigen – en onze bisschoppen zijn die mening toegedaan - is ook Nederland een missieland geworden. De boodschap van Jezus in woord en in daad vervlakt in onze samenleving, ook hier in Heeswijk, Dinther en Loosbroek. De opdracht om aan God te geven wat God toekomt, wordt ons toevertrouwd. En dan gaat het wel om ons hele bestaan…                                                                       

Joost Jansen o.praem.