Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan.gifWe need change.. Yes we can… zo sprak Obama tijdens zijn campagne, in zijn magistrale toespraak toen hij tot president van de Verenigde Staten van Amerika gekozen was. Het ontroert me. Waarom ontroert het mij?
Omdat hij de eerste zwarte president van de Verenigde Staten is en de droom van Martin Luther King over volledige gelijkheid tussen blank en zwart uitgekomen is? Komt het vanwege zijn briljant oratorisch vermogen? Komt het omdat zo een einde komt aan het presidentschap van Bush die de laatste tijd geen gelukkige koers vaart? Neen, ik denk veeleer dat de uitroep We need change en de bevestiging Yes we can, wij ook zo hard nodig hebben, ook in onze kerk. Dan heb ik het niet over de kermis die wij maken van bedevaartsoorden of over de vervallen kerkgebouwen die we hier en daar zien. Dan heb ik het veel meer over de vervallen toestand waarin sommige parochies en geloofsgemeenschappen verkeren. En dan mogen we hier in Heeswijk, Dinther en Loosbroek nog blij zijn dat er beweging in zit. Maar waar zijn hier de kinderen en de jongeren?
De kerk in de Westerse samenleving verkeert niet in een briljante toestand. Ja, als we van een viering een grote happening maken en daarbij flink inleveren aan geloofsinhoud, dan kunnen we mensen nog wel bekoren. Maar met de gewone Bijbelse boodschap trekken we geen volle zalen. We need change, wij hebben verandering nodig. Als we flink wat water in de wijn doen en een algemeen menselijk verhaal houden waarin God niet meer verschijnt, dan vinden mensen het nog wel te pruimen. We need change, wij hebben verandering nodig. Als we ons veilig opsluiten in een vertrouwde omgeving en niet over eigen grenzen heenkijken: we need change, wij hebben verandering nodig.
Wat nu aangesneden wordt is niet zo veel anders als toen Jezus de tempel schoonveegde. Hij had genoeg van al dat slappe gedoe en de vercommercialisering van de godsdienst. Niet voor niets dat ze ook in Lourdes en op zoveel andere plekken de commercie indammen en zeker niet toelaten tot binnen het heiligdom. Maar we moeten ons niet fixeren op een Jezus die er eens flink met de zweep op los mept – hoe aantrekkelijk dat misschien ook even moge zijn. We kunnen ons beter toeleggen op het waarom van zijn actie. ‘De ijver voor uw huis verteert mij.’ Het is een vers uit de psalmen. Het gaat om bezieling, om geestkracht, om spirit. Het gaat om creativiteit, om werken aan de toekomst, om het scheppen van veiligheid en geborgenheid. Kunnen we dat? Yes we can.
Want die krachten en die bezieling zijn ook in onze parochies aanwezig. Ook hier zijn mensen die verder kijken dan het onmiddellijke profijt dat ze van een kerk kunnen verwachten. Hier zijn mensen die aanvoelen dat geloven van binnen zit en niet in uiterlijke gebruiken. Ook hier is er een oude oma die maar blijft bidden voor haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en zo een energiecentrale is voor de hele familie. De ijver voor Gods huis verteert hen. Niet alleen voor het mooie kerkgebouw maar veel meer voor de beweging die God onder mensen wil hebben. Voorbij aan het cynisme is er de hoop. Voorbij aan tolerant gedrag is er ontmoeting tussen mensen. Voorbij aan de slapheid is er de daadkracht. Voorbij aan het zoeken naar ‘mijn betere ik’ is er solidariteit met anderen.
Met al zijn vurigheid stond Jezus dat voor ogen. Ook ons? We need change, wij hebben verandering nodig. Niet ver weg maar dichtbij. Dan is het niet meer voldoende om het goed te hebben in de eigen, veilige omgeving. Dan moeten we over eigen grenzen heen stappen. Wanneer de spirit er in zit, Yes we can, dan kunnen we het. Als we geraakt zijn omdat we liefde ervaren van elkaar en van God, Yes we can, dan kunnen we het. Als we ons durven laten raken en die ijver voor Gods huis en zijn beweging ons bezielen, Yes we can, dan kunnen we het. Dan worden we aantrekkelijk voor velen. En wat belangrijker is: dan wordt onze wereld en onze samenleving beter, door onze inzet, én door Gods liefde.                                                                                                       Joost Jansen o.praem.