Talentenjacht: of het nu is voor het Songfestival, voor Idols of om de ware Jozef voor een musical uit te zoeken. Hoge kijkcijfers op de televisie. Dat zegt altijd ook iets van wat in ieder van ons leeft. Ik zou daar ook kunnen staan als ik wat beter kon zingen, beter kon dansen, een beter figuur had…
Het is waar: door deze wedstrijden gaan meisjes en jongens eerder kiezen voor een bepaald beroep en wordt het amateur muziekleven gestimuleerd. Het gaat ook steeds om het stimuleren van bepaalde talenten. En dan blijven andere talenten slapend in een mens aanwezig.
Voor welke talenten kiezen wij?
In de verhalen uit de Schriften gaat het ook over talenten. We horen over de vrouw die al haar talenten uitbuit ten dienste van de vele mensen die haar gegeven zijn. We horen ook hoe mensen zo verschillend omgaan met de hun toevertrouwde talenten. Hebt u gehoord hoe zelfstandig die vrouw uit de eerste lezing aan de slag is? Zij was de manager thuis en in haar bedrijf. Zij handelt heel zelfstandig en met grote uitstraling. Heel opmerkelijk voor een tijd waarvan wij altijd denken dat de vrouw een onderschikte rol vervulde, met als enige recht de aanrecht. Niets van dit alles. Zij is ondernemend, tot zelfs in de stadspoort, de plaats waar in die tijd de samenleving zo’n beetje werd bestuurd. Haar talenten heeft zij optimaal benut, niet voor zichzelf maar voor anderen.
Daar vinden we de boodschap van dit verhaal: de inzet voor anderen, de handen en het hart die liefde doen. Vroeg in de morgen tot diep in de nacht: met hart en handen liefde doen, voor allen die haar zijn toevertrouwd.
Zo is deze vrouw, ons ten voorbeeld. Zij heeft echt met de haar toevertrouwde talenten gewoekerd.
Net zoals die twee uit het evangelie. Die woekeren met hun talenten. Er is hun veel toevertrouwd. Niet allemaal hetzelfde, niet één pot nat. Vijf talenten, twee talenten, mensen zijn niet het zelfde. Maar ze maken er wel wat van. En als ze dan beoordeeld worden, krijgen ze een rijkelijke beloning: meer verantwoordelijkheid. Want de inzet voor anderen moet wel doorgaan. Met hart en handen liefde doen.
Er is er één die bang is. Hem (of misschien is het wel een vrouw) is ook een talent toevertrouwd. Zij kan er niet mee omgaan. De reden? Ze is bang, ze durft niet. Allemaal redenen worden aangevoerd. Ik heb geen diploma’s. Ik ben bang om voor anderen te verschijnen. En als ik nu eens een fout maak? Wat zullen ze wel van mij denken? Zo zijn er bij mensen veel slapende talenten die nooit gewekt worden. Veel mensen zetten hun licht onder de korenmaat. Ze doen dan zichzelf te kort. Ze doen echter ook anderen te kort. Want we hebben elkaar ontzettend hard nodig.
Angst is een slechte raadgever. Angst verlamt. Vertrouwen echter wekt mensen. Vertrouwen geeft mensen als het ware vleugeltjes. Vertrouwen opent in mensen ook nieuwe mogelijkheden. Er zijn in iedere mens zoveel vakjes die nog ongeopend zijn. Wanneer er een beroep op elkaar gedaan wordt, dan zie je onvermoede kanten van iemand oplichten. Je ziet dat bij mantelzorgers: ineens heb je wel geduld met het helpen van iemand, gewoon omdat je van haar houdt. Je bent dan misschien geen allround timmerman, maar je kunt wel ‘opperen’, alles aangeven en de rotzooi opruimen waardoor de vaklui met meer energie en plezier werken. Je kunt wél blijven luisteren naar steeds weer dat zelfde verhaal van iemand die in rouw is.
Angst verlamt. Angst maakt dat talenten niet ontwikkeld worden. Vertrouwen wekt. Vertrouwen zorgt er voor dat je meewerkt aan een klimaat waardoor anderen tot hun recht komen. Het gaat steeds om met hart en handen liefde te doen. Dan gaat het niet om een zoetsappig gevoel. Die sterke vrouw uit de eerste lezing was een handelsvrouw, is een energiek mens, die daadkrachtig met hart en handen haar best doet voor anderen. Zij is niet bang. Zij heeft vertrouwen in mensen. Ze vertrouwt er ook op dat haar steeds de nodige energie gegeven wordt.
Daar bidden wij om. Om vertrouwen die de angst overwint. Om inzet met hart en handen, want de liefde die God ons toevertrouwt, vraagt om verantwoordelijke en talentvolle mensen.
Joost Jansen o.praem.