Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan.gifVandaag vieren we het feest van Christus Koning. Een feest ontstaan in de eerste helft van de 20ste eeuw. Hitler was in opkomst, Lenin heerste in Rusland, Stalin kwam later. Mussolini maakte furore in Italië. Mensen liepen weg met deze dictators. Ook veel katholieken.

Dat vonden ook kerkmensen die wat verder keken dan het onmiddellijke profijt. Laat je niet gek maken door het gebral van deze leiders, zeiden zij, met de toenmalige paus voorop.
Wij hebben maar één leider: Jezus Christus. Hij is onze koning. Hij is de herder van de kudde die we samen willen vormen. Wij moeten een tegenwicht vormen. Het is anders gelopen… Helaas.

Door te stellen dat je iemand anders boven je hebt dan de machthebbers van dat moment, geeft wel een grote vrijheid. Je kunt het dan wel of niet met hem eens zijn. Je kunt een vrije opstelling hebben en voor je mening uitkomen. Dit is in alle tijden de kracht geweest van mensen die in God geloven. Mensen die voor hun geloof uitkomen zijn vaak de luis in de pels van de heersers van elke tijd. We zien dat in tijden van oorlog en onderdrukking. We zouden het in elke tijd moeten zien. Want steeds opnieuw ook in onze tijd met kredietcrisis, of liever een vertrouwenscrisis, moet er tegenwicht geboden worden.In iedere tijd heeft de kerk, hebben wij, de opdracht om een tegenwicht te vormen. Hoe? We hoorden het verhaal van de werken van barmhartigheid. De naakten kleden, de hongerigen voeden, de dorstigen laven, de vreemdeling opnemen, zieken en gevangenen bezoeken. Later werd er aan toegevoegd: de doden begraven.

Heeft dit te maken met Christus Koning?Dit heeft te maken met Christus Koning! Dit heeft misschien niet te maken met hoe koningen soms doen, of met het beeld dat wij van koningen, van prinsen en prinsessen hebben. Het heeft wel te maken met hoe in Gods ogen een koning behoort te zien. Een koning moet een herder zijn. Hij moet dienen, verzoenen, mensen bijeenhouden. God zij dank dat we dit ook zien bij koningen, koninginnen, prinsen en prinsessen.

Maar dit verhaal van Jezus met die prachtige uitspraak ‘wat jullie aan de minsten der mijnen hebt gedaan hebt ge aan mij gedaan’, wordt tegen óns gezegd. Jezus zegt als het ware: jullie meesters, degenen die jullie moeten dienen, zijn die armen, zijn die gebrekkigen, zijn die mensen waarvoor in onze parochies de Hulpdienst Lichtpunt zich inzet.

Het meisje van 18 jaar dat nog steeds geen veilig thuis heeft nadat haar ouders haar hebben verlaten: zij moet gediend worden. De mensen in onze regio die het met Kerstmis koud hebben en waar van alles ontbreekt om het een beetje feest te laten zijn: zij moeten gediend worden. Die man die eenzaam is omdat zijn vrouw overleden is, die vraagt om gediend te worden.

In Alkmaar hangt een mooi schilderij uit de 16e eeuw waarop de zeven werken van barmhartigheid staan uitgebeeld. De naakten kleden, de hongerigen voeden, de  dorstigen laven, de vreemdeling opnemen, de zieken en gevangenen bezoeken, de doden begraven. Wie goed naar dat schilderij kijkt, ziet dat niet Jezus die mensen kleedt, voedt, laaft, opneemt, bezoekt. Neen, Jezus wordt gekleed, wordt gevoed, wordt gelaafd, wordt opgenomen, wordt bezocht. Hij bevindt zich onder al die mensen die hulp nodig hebben. ‘Wat ge aan een van de minsten der mijnen hebt gedaan, hebt ge aan Mij gedaan.’  In al die mensen wordt God zelf gediend. Hij bedelt om erkenning. Hij verlangt naar de inzet van ons allen.Christus Koning mag niet tot triomfalisme leiden, hoewel dit vroeger wel gebeurd is. Christus Koning is een oproep om in alle vrijheid ons in te zetten voor wat wij menen te moeten doen. Het gaat in ons geloof steeds om gods-dienst. Dienst aan God en dienst aan mensen. ‘Wat ge aan een van de minsten van mijn broeders en zusters hebt gedaan, hebt ge aan Mij gedaan.’ Het wordt onder ons al heel veel gedaan. Maar het is ook goed om dit op te laten lichten, om elkaar te bemoedigen En ook om het zelf weer uit te dragen naar anderen. Want de vraag is groot, te groot voor die enkele mensen hier bij elkaar. Wij mogen in anderen God ontmoeten. Zo is onze gods-dienst.                                              
Joost Jansen
o.praem.