Samuël wist maar weinig van het geloof, hij was er nog te jong voor. De eerste leerlingen kenden Jezus maar amper. Ze waren met Hem meegelopen, een eerste interesse was gewekt, maar verder…? Wat weten wij van God? Van het geloof? Wat interesseert ons?
Natuurlijk: tijden veranderen, het is vandaag niet meer zoals vroeger, niet in de kerk, niet in de maatschappij. Maar wat het geloof betreft…? Mensen van iedere tijd kennen de eigen moeilijkheden.De kleine Samuël, de eerste vrienden van Jezus, en wij ook.
Ergens blijft er een religieuze symboliek bewaard. Voor de momenten waarop het spant, wanneer je zoekt naar gebaren en woorden omdat de gewone taal niet meer voldoet.
Religieuze symbolen worden nog wel herkend. Hoewel… een kruis verwijst niet alleen naar een kerk of geloof, het verwijst ook naar het Rode Kruis en een ziekenhuis.
Maar de lamp van God blijft branden in het heiligdom en er zijn ook steeds nog mensen die die lampen iedere dag weer van olie voorzien. Er zijn steeds mensen die ondanks een maatschappij waarin geloof en kerk tot een bijproduct schijnt te worden, kaarsjes bij Maria blijven branden, de kaarsen hier in de kerk blijven aansteken, blijven komen omdat zoveel jaar geleden iemand van wie ze houden overleden is.
Johannes de Doper heeft ze gewezen op Jezus. Een eerste nieuwsgierigheid is bij hen gewekt. Meer weten ze niet van die Jezus. De dialoog tussen Jezus en die jonge kerels is sober en boeiend. ‘Wat verlang je?’ Ja, wat verlangen zij nu… Wat verlang ik? Wat verlang jij, en jij, en jij…? Het is wel een belangrijke vraag. Verlang ik louter iets voor me zelf? Of heeft mijn verlangen te maken met anderen, dichtbij, in eigen kring, of ook ver weg. De vrede in de wereld bijvoorbeeld. ‘Wat verlang je?’, wordt er aan die eerste apostelen gevraagd. Ze weten het niet. Ze hebben geen antwoord, ze staan met hun mond vol tanden. Het enige wat ze kunnen zeggen is: ‘Waar woon jij?’ Je kunt heel wat aflezen aan de manier waarop mensen wonen, hoe ze hun huis hebben ingericht.
In veel huizen is de lamp van God nog niet gedoofd, hangt het kruisje aan de muur, is er een Mariabeeld. En oma brandt een kaarsje bij Maria als een van de kleinkinderen voor het zwemdiploma moet opgaan, en ook voor ernstigere zaken.
.