Het is voorjaar, tijd van grote schoonmaak? Wat heb ik in de loop der jaren toch veel verzameld!, verzucht ik soms. Heb ik het allemaal wel nodig? Soms leg ik dan spullen maar weer terug voor het geval dat…. Maar ergens weet ik ook dat ik eigenlijk maar heel weinig écht nodig heb. Wat is het weinige dat ik nodig heb?
We horen hoe Jezus grote schoonmaak houdt in de Tempel. Een heilig vuur komt over Hem heen. Weg al die troep. Weg heel dat circus met allemaal devotionalia, de spiegeltjes en kraaltjes, de beeldjes en de kaarsen die we ook bij bedevaartoorden zien. Het gaat toch om…? Ja, waar gaat het om?
We weten vaak wel waar het niet om gaat. Natuurlijk gaat het niet om pure luxe in ons leven, hoewel dat wel fijn is. Natuurlijk gaat het niet om zoveel keer op vakantie, hoewel je er wel van opknapt. Natuurlijk gaat het er niet om dat iedereen je bewondert omdat je zoveel goed doet, hoewel dat ‘goed doen’ wel gedaan moet worden. Er zijn veel zaken die onze aandacht hebben in het dagelijks leven waar we echt wel zonder zouden kunnen doen. Het is juist in deze vasten, in deze veertigdagentijd, dat we wat kunnen bezuinigen.
Maar waar gaat het ons dan wel om? Het allerbelangrijkste is toch de liefde? Is het niet grandioos dat wij een godsdienst hebben waarin wordt beleden dat God liefde is en dat wie in de liefde is, in God is? Ja, dat is wel het belangrijkste, maar het kan nog zo algemeen klinken. Want ook die verkopers in de Tempel en al die andere mensen die de godsdienst een beetje naar hun hand zetten, zullen het over het belang van de liefde wel eens zijn geweest. Wij toch ook? Maar het wordt concreter als het gaat om de vragen van dood en leven. Blijf ik voor de liefde kiezen als er iets ernstigs gebeurt met degene voor wie ik gekozen heb? Gaat liefde voor mij verder dan de dood? Dat is de kwestie die ook in het leven van Jezus speelt, nu de Goede Week en Pasen naderen. Wij hebben heus wel oog voor een leraar die ons wijze lessen leert. Wij gaan ook wel in zee met iemand die vertelt dat God zo barmhartig is dat Hij alle mensen vergeeft als ze zich bekeren. Maar blijven we geloven in deze boodschap als er staat dat je eerst moet sterven om tot het volle leven te geraken? Blijven we trouw aan het evangelie wanneer het gaat om leven ‘de dood voorbij’? Er waren maar weinig mensen in Jezus’ tijd die deze boodschap oppikten. Over het belang van de liefde zijn we het vaak wel eens, de wegen spreiden zich als het gaat over de uiterste consequenties.
Bij het opruimen gebeurt vaak ook iets heel kleins. Je komt meestal ook iets tegen dat je allang kwijt was en dat toch een bijzondere betekenis voor je heeft. Ineens vind je weer die broche van je overleden moeder terug, of die schaaf waar je vader altijd mee doende was. Dat wil je wel bewaren. Koesteren zelfs. Want in zo’n klein voorwerp balt zich een heel leven samen. Je wordt herinnerd aan al die mooie momenten, maar ook aan wat je allemaal van die persoon gekregen hebt. Over de grens van de dood heen, blijf er leven. Wordt dan niet steeds opnieuw waar die bemoedigende uitspraak dat God niets verloren laat gaan van wat Hij gegeven heeft? En moeten wij dit ook niet doen? Bij die broche en die schaaf gaat het juist daar om: een herinnering, meer nog, een gedachtenis waardoor ook over de grens van de dood heen leven bewaard blijft. Mensen blijven leven geven, ook als ze overleden zijn.
We kunnen een heleboel ballast opruimen. We hebben eigenlijk maar weinig écht nodig. Wat overblijft om te bewaren en te koesteren, is wat met leven en liefde van doen heeft. Dat vraagt om grote zorgvuldigheid, daar kunnen we niet nonchalant en onverschillig mee omgaan. Wanneer we trouw zijn waaraan we ons hart gegeven hebben, krijgen we keer op keer leven. Alle rompslomp aan de kant, grote schoonmaak. Juist om het meest waardevolle in mijn leven te behoeden. En dat ene waardevolle in mijn leven is…?
Joost Jansen o.praem.