Wesley Sneijder was in de voetbalwedstrijd tegen Macedonië weer opgesteld en mocht in de tweede helft met een publiekswissel het veld af. De wedstrijd daarvoor was hij kwaad want hij mocht maar twintig minuten voetballen. Nu is hij aan zijn top, zo meent hij. Maar hoe snel kan dat weer anders zijn. Roem is maar even. Hoe ga je er mee om? Met hard de deuren dichtklappen en kwaad weg rijden in een snelle auto?
In het verhaal van Palmzondag krijgen we een ander beeld. Een mens die gewoon op een ezeltje zich laat binnenhalen. Ergens anders in het evangelie staat dat Jezus weet wat er in de mens zit. Hij weet ongetwijfeld hoe snel de jubel kan omslaan in verguizing. Palmzondag kent een Goede Vrijdag, maar gelukkig ook de morgen van Pasen. Daar zit Hij op zijn ezeltje. Hij laat het maar gebeuren. Om de ezel, het veulen ‘waar nog nooit iemand heeft opgezeten’ staat er in het verhaal, heeft Hij zelf gevraagd. Waarom? Omdat de ezel het vervoermiddel is van de kleine mens, de arme, in die tijd? In de Paasnacht zullen we horen hoe de Egyptenaren de gevluchte joodse slaven met paarden en gevechtswagens achterna gingen. Niets van dit alles hier, geen paarden en ruiters, maar gewoon een man, een jonge prediker, een mens in wie anderen vertrouwen stellen. Hij straalt rust uit, gezag. Zou Hij van God zijn?
Wat is zijn bedoeling? Wat heeft Jezus voor met deze intocht in Jeruzalem? Wat hebben wij voor met deze week, deze Goede Week? Jezus vermoedt echt wel dat zijn leven op het spel staat. Zo naïef zal Hij echt niet zijn dat Hij de vijandigheden de laatste maanden niet heeft gemerkt. Waarom dan toch optrekken naar Jeruzalem? Ik denk op de eerste plaats omdat Hij als jood dit van jongs af aan gewoon is. En als het spannend in je leven wordt dan kun je maar het beste doen wat je altijd al hebt gedaan. Dat zeg ik ook tegen iemand waarvan de partner overleden is: blijf doen wat je gewoon bent te doen. Later groeit er vanzelf wat anders.
Jezus trekt met al die tienduizenden pelgrims Jeruzalem binnen. Tot al die duizenden pelgrims wordt door de plaatselijke bevolking gezongen: ‘Gezegend de Komende in de naam des Heren.’ Tegen allen wordt dit gezegd, maar bij deze Jezus krijgt het toch wel een unieke betekenis. Dat hebben mensen later gemerkt, na zijn lijden, zijn dood en verrijzenis, dus na de Goede Week en Pasen. Gezegend de Komende… dat moet toch wel een bemoediging zijn voor deze Man van God die niet precies weet wat Hem boven het hoofd hangt. Zijn bedoeling? De weg gaan van God. Dat is niet alleen de weg van goed doen, van openstaan voor de ander, van eerlijkheid, de weg van de grote waarden van een mensenleven.. Het is ook de weg van het volgen van je traditie in de gewone gang van de liturgie. Een pelgrimstocht naar Jeruzalem of de Stille Omgang in Amsterdam of de wekelijkse gang naar de kerk of het vieren van de Goede Week. Gewoon doen, dat hoort ook bij het geloof, dat hoort ook bij een mensenleven aangeraakt door God.
U merkt het: naadloos ben ik overgegaan naar onze weg als gelovige mensen. We kunnen het hebben over de bedoeling van Jezus met die Intocht in Jeruzalem. Het is ook belangrijk om stil te staan bij onze bedoeling met de Goede Week. In deze Heilige Week vieren we waar het in ons christelijke geloof om draait. Mensen leven, lijden en sterven: allemaal, niemand uitgezonderd. Maar op deze weg heeft een Mens, Jezus, laten zien dat je bij alle vreugde dankbaar kunt blijven, bij alle pijn en lijden gesteund kan worden. Hij heeft voor ons laten zien dat de onherroepelijke dood een voorbij aan de dood kent. Er is een eeuwig leven. En dat geloof, dat vertrouwen maakt dat je nu – met misschien nog vele jaren te leven – rustiger, ontspannender, vertrouwvoller leeft. En dat is veel waard.
Ten teken van deze hoop gaan we nu groene palmtakjes zegenen. De kleur groen, blijvend groen, kleur van de hoop. En als we dan thuis dit palmtakje steken achter het kruis in ons huis dan willen we daarmee zeggen: ook als het kruis in ons huis, in ons leven, komt: wij mogen blijven vertrouwen!
Joost Jansen o.praem.