Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan.gif‘Voor velen…’, zegt Jezus als Hij bidt over de beker met wijn. Het Verbond van God is dus ‘voor velen’. In het eucharistisch gebed staat er ‘voor alle mensen.’ Het lijkt nog meer, nog meer mensen worden er in betrokken, alle mensen. Dat is wel erg veel.

Dus ook al die jongeren die in Dinther afgelopen zondag op het ChurchSquareDanceEvent waren. Dus ook al die mensen die deze zondagmiddag op de braderie rondlopen. Het gaat niet alleen om de mensen die trouw iedere zondag naar de kerk gaan. Het gaat God om vele mensen, om alle mensen.
Het breken en delen van het heilig Brood, de beker van het Verbond die ook straks weer op dit altaar zal staan, ze zijn bedoeld om mensen bijeen te brengen. Ze zijn bedoeld om mensen met God te verbinden. Dit staat haaks op wat wij vandaag meemaken in onze samenleving. Verdeeldheid en haatzaaiende politici zijn aan de winnende hand. Niet alleen in Nederland maar in heel Europa.
Met de economische crisis worden we minder tolerant en verdedigen we eigen rechten. De moslims worden een struikelblok, zo schijnt het. Breken en delen met velen wordt zo wat lastiger. Worden we niet geholpen in onze gevoelens als we horen hoe bepaalde groepen jongeren, allochtone jongeren vaak, last veroorzaken? En toch zegt Jezus: ‘Dit is het Bloed van het Verbond – zo ben Ik, dit ben Ik - dat vergoten wordt voor velen…’ We blijven in iedere eucharistieviering op het hoogtepunt van het eucharistisch gebed bidden ‘dit is mijn Bloed dat vergoten wordt voor alle mensen’. Mooie praat voor in de kerk? Het geheim van de eucharistie - het heilig Brood en de beker van Verbond – is al twee duizend jaar het centrale gebeuren van ons christelijk geloof. Waarom? Omdat Jezus in dit gebaar zijn hele inzet, zijn hele zending, zijn hele leven samenvat. Hij neemt hiervoor alledaagse dingen zoals brood en wijn. Niet iets hoogverhevens, niet iets exotisch, niet iets ontzettend kostbaars. Jezus neemt gewoon brood en wijn om zich hierin uit te drukken. Alledaags voedsel. Maar wel om ons te laten zien dat het meest alledaagse, goddelijk kan worden.Van oude mensen uit de omgeving waar ik geboren ben, het Westen van het land, heb ik gehoord van de Hongerwinter aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Toen Zweedse vliegtuigen toestemming kregen om brood te droppen voor mensen die lange tijd geen echt voedsel meer hadden gekregen, smaakte dit brood als een lekkernij. Wij kunnen dat ons vandaag moeilijk voorstellen. Met al die verschillende soorten brood, met al het brood dat we ook weggooien omdat het niet vers meer is, zijn we verwend geraakt.
Wanneer je om te kunnen overleven echt iets nodig hebt, dan weet je meest gewone, het meest alledaagse te waarderen.Geldt dit ook voor andere alledaagse dingen zoals vriendschap en liefde? Drukt het heilig Brood van de eucharistie ook niet uit dat we dat leven van God, zijn aanwezigheid, ontvangen in de alledaagse omstandigheden van ons bestaan?
Het gaat God niet om het ‘hoge’, om het spectaculaire. Het gaat Hem er om dat vele mensen, alle mensen, verbonden raken met elkaar. Het gaat onze God er om dat niemand uitgesloten wordt, ook niet de allochtone jongeren, ook niet mensen van elders die hier hard komen werken, ook niet mensen van andere godsdiensten. Het gaat onze goede God er om dat velen, dat alle mensen, betrokken blijven op elkaar.
‘Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt… Dit is mijn Bloed dat vergoten wordt voor alle mensen…’ Door dit in iedere eucharistie maar weer te herhalen, moet dit toch wel langzaam bij ons binnenkomen. Dat maakt dat ook wij niet alleen het heilige Brood dat Lichaam van Christus ontvangen, maar het ook zelf worden. Als geloofsgemeenschap, als mensen die geloven in dit heilig Brood, in die aanwezigheid van de Heer in deze heilige gaven, worden we ook samen dat Lichaam van Christus. Dat is Zijn bedoeling geweest en nog. Hoe dit werkt? Door dat wij er voor anderen zijn. Zonder mensen uit te sluiten…. En dat is vandaag een hele opgave….                                                                                                                                  
Joost Jansen o.praem.