Dit is het HaDeejer.nl archief  van: 2006  tot  september 2015

kerktoren-haan.gifHet is heel belangrijk voor kinderen dat ze vertrouwd raken met water. Het is goed als ze al vroeg leren zwemmen. Want hoe zeer we water ook nodig hebben om te leven, om ons te wassen, om allerlei goede dingen mee te doen, water is ook gevaarlijk. 
 

Je kunt verdrinken als je niet kunt zwemmen. Er kan ook een storm opsteken, een verwoestende storm. Er kan ook een andere storm opsteken als je je kind hebt toevertrouwd aan een badmeester die zijn handen niet kan thuishouden. Dan is je vertrouwen behoorlijk geschaad.

Het verhaal van Jezus die een storm op het water het zwijgen oplegt, is niet het verslag van een huzarenstukje. Het is een geloofsverhaal, een vertrouwensverhaal. Het gaat om je toe te vertrouwen aan een situatie, je toe te vertrouwen aan elkaar. Om deze fundamentele waarde van vertrouwen gaat het in dit evangelie. En dat vertrouwen wordt maar al te vaak beschaamd.
Ons vertrouwen, vandaag, is beschadigd door de kredietcrisis omdat mensen onverantwoord met ons spaargeld zijn omgesprongen. Wij hebben zelf hieraan ook ons steentje bijgedragen door te vertrouwen op grote winsten. We hadden kunnen vermoeden dat zulke rentepercentages niet kloppen met de realiteit. We vertrouwden onze partner blindelings en merkten niet dat hij of zij minder en minder vertelde over zijn of haar werk. We vertrouwden die badmeester, en we vertrouwen zoveel anderen, tot aan onze TomTom toe. Totdat… ja, totdat er een storm opsteekt en we niet de tekenen hebben herkend dat het zwaar weer zou worden.
God zij dank dat we toch die capaciteit tot vertrouwen hebben bewaard, dat we elkaar mogen geloven. Maar dan moeten we wel onze ogen openhouden voor de realiteit. Gelukkig dat die leerlingen in de boot hun tegenwoordigheid van geest bewaren. Zij zien: als er niet iets gebeurt, dan zullen we vergaan met man en muis. Op het laatste moment spreken ze Jezus aan. Ze bidden: ‘Heer, redt ons, wij vergaan!’ Op het laatste nippertje worden ze gered. Hun gebed wordt verhoord.
Dat gebed wordt niet altijd verhoord en zeker niet op commando van onze zijde. In de eerste lezing is het gegaan over Job, de man waarvan alle kinderen sterven en waarvan heel zijn veestapel en landerijen worden verwoest. Job klaagt als Job. Het is bij hem wel een bijzonder klagen want hij spreekt zonder ophouden God aan. Hij roept God ter verantwoording. Hij heeft met zijn God een appeltje te schillen. Dat is nu echt vertrouwen. Ook als alles tegenzit en je de moed menselijkerwijze opgeeft, dan toch blijven doorzetten. In gesprek blijven. Blijven vertrouwen, soms tegen wil en dank. Wat hebben we zo’n houding hard nodig vandaag!
Wat hebben wij die houding van vertrouwen nodig nu de werkloosheid flink gaat stijgen. Wat hebben dit vertrouwen in elkaar nodig als de relaties in de gezinnen onder spanning komen te staan. Wat hebben we dit vertrouwen nodig bij die vrouw die een kwaadaardige ziekte in haar lichaam meedraagt.
We kunnen wel vertrouwen en bidden om kracht en hulp, de storm kan gaan liggen en het kan stil worden, zoals bij Jezus en zijn leerlingen op dat meer van Galilea, en wat daarna? Als het dan is stil geworden, is er dan iets in ons veranderd? Kijken we dan anders naar de dagelijkse realiteit? Daar is het wel om te doen. Maar al te vaak leren mensen niets van heftige situaties. De rust eenmaal weergekeerd komen de oude reflexen weer terug. Een bank is uit de gevarenzone en de bonussen zijn terug.
Van spannende situaties, van een crisis zouden moeten leren, tot in onze huwelijken toe. We zouden moeten leren dat vertrouwen betekent dat je steeds met elkaar blijft praten, delen met elkaar wat je beweegt. We zouden kunnen leren dat vertrouwen ons steeds wakker houdt voor de veranderende omstandigheden. Er kan een nieuwe storm opsteken, herkennen we nu de signalen? We kunnen leren dat in vertrouwen we steeds een beroep mogen doen op elkaar én op de goede God die soms lijkt te slapen maar wel wakker wordt als we Hem aanroepen.
                                                                              Joost Jansen o.praem.