De een wil de ander de loef afsteken. In de politieke beschouwingen na Prinsjesdag zien we het ook weer. Wat is het toch moeilijk om elkaar gewoon te respecteren, meer nog: elkaar te bemoedigen en te promoten. We krijgen met dit evangelie een perfecte opstap naar Vredeszondag!
Oorlog komt altijd voort uit jaloezie, afgunst en hebzucht van de een naar de ander. Wat die ander heeft aan gaven, aan uitstraling, aan bezit of status, dat wil ook ik hebben. En liefst nog een beetje meer. Daarom gaan mensen elkaar bestoken, verbaal, maar ook met wapens. Soms is het ‘landjepik’ op heel veel verschillende manieren. We willen vrede, we willen geluk en welzijn, maar op vele plaatsen in de wereld is er oorlog, tot aan het zinloze geweld in ons eigen land, tot zelfs huiselijk geweld in onze gezinnen. Als dit overal aanwezig is, dan ook in onze dorpen hier ter plaatse.
Is er iets tegen te doen? Meer blauw op straat? Een supermacht die overal op aarde voor politieagent speelt? Gezinscoaches die echtparen begeleiden om harmonisch met elkaar om te gaan? Een extra televisieprogramma waarin raad wordt gegeven? Het is soms om moedeloos te worden. Dweilen met de kraan open.
Jezus zet een kind in het midden. Hij omarmt het kind. Waarom? Kinderen roepen bij de meeste mensen vertedering op. Een kind blijft zich namelijk verwonderen. Een kind wil groeien, nieuwe dingen ontdekken. Een kind is gevoelig voor het klimaat waarin het verkeert. Zou dit het antwoord zijn voor ons? Worden als kinderen?
Maar kinderen pesten toch ook? Ook op het schoolplein gaat het er toch niet altijd vreedzaam aan toe? Dat kan wel zijn, maar de hulpeloosheid van een klein kind beroert bij iedere mens snaren die hem van binnen zacht maken. Een kind roept op tot een milde houding waarin we niet altijd ons eigen gelijk willen verdedigen. Een kind roept de noodzaak van een klimaat van vrede op.
Vrede dwing je niet af met afschrikking. Een sterkere vuist maken dan je tegenstander heeft slechts tot gevolg dat die ander zich twee keer bedenkt om actie te ondernemen. Echte vrede groeit pas als zo veel mogelijk mensen werken aan een klimaat van vrede. Een klimaat van vrede is zo anders dan een pakket maatregelen. Een klimaat van vrede – op wereldniveau of in het kleine gezin – kan pas groeien als mensen elkaar willen ontmoeten. Ontmoeten betekent dat er niets moet, dat je geen dwang legt op de ander. Dat mensen elkaar vrij tegemoet treden en in gesprek blijven met elkaar. Een klimaat van vrede – ook het thema van deze vredesweek – zal dag voor dag opgebouwd moeten worden.
Hier – in deze viering - werken we ook aan een klimaat van vrede. Want vrede groeit als je samen zingt, samen bidt, samen het brood breekt en deelt. Vrede groeit als je ten diepste van doordrongen raakt dat we allemaal kinderen zijn van God, kinderen van één Vader. Vrede groeit als we erkennen dat ieder uniek is en dat unieke van die ander is een geschenk voor mij. Ik hoef niet te zijn als die ander. Ik hoef echt niet het zelfde te hebben als mijn buurman of buurvrouw. We mogen elkaar aanvullen.
Toen een huwelijksstelletje mij vertelde dat ze in alles gelijk zijn aan elkaar, heb ik toch wel verder gevraagd. Want wanneer je elkaar niets eigens te bieden hebt, wat is dan nog de toegevoegde waarde van die ander?
God zij dank dat er zo veel verschillende mensen zijn. God zij dank dat we elkaar niet hoeven af te troeven. God zij dank dat we elkaar tot aanvulling zijn gegeven. Wanneer dit onder ons meer post vat, wanneer dit meer gedeeld wordt in onze wereld; zal er dan een klimaat van vrede groeien? Zal er dan eindelijk, op een dag…, vrede zijn?